Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Berlinerbol en andere koek

Berliner / Pfannkuchen (Foto: Rainer Zenz, CC BY-SA 3.0)

Afgelopen weekend vierde het revuetheater Friedrichstadt-Palast zijn dertigjarige jubileum in het gebouw aan de Friedrichstraße in Berlijn. Bij dit feestje werd meteen een wereldrecord gevestigd: de langste rij ooit van een typisch Berlijnse lekkernij (5555 exemplaren); zie deze foto. Woordvoerder André Puchta licht toe: „Der Berliner kommt aus Berlin und wir gehören zu Berlin und so passt das am besten zu Berlin“. Zo werd hij meteen ontmaskerd, zoals de Tagesspiegel opmerkte, want echte Berlijners noemen deze zoete, gefrituurde bollen namelijk niet Berliner maar Pfannkuchen. Dat verklaart waarom diezelfde echte Berlijners de controverse rond John F. Kennedy’s beroemde uitspraak uit 1963 wegwuiven. Er circuleren in het Duitse taalgebied overigens nog andere namen dan Berliner/Pfannkuchen, bijvoorbeeld Krapfen. De regionale verspreiding van deze namen is prachtig weergegeven op een kaart van de Universiteit Augsburg. (De naam Krapfen is overigens ook in gebruik voor wat in Nederland bekend is als oliebol – maar dat is stof voor een andere blog.)

Van Dale en Wikipedia geven Berlijnse bol en berlinerbol als Nederlandse benamingen voor de Duitse Berliner (en ook voor de regionale benaming Pfannkuchen). In Vlaanderen bestaat ook nog de uit het Frans overgenomen naam boule de Berlin. Opgelet: in de Lage Landen worden alle genoemde bollen meestal verkocht met een vulling van vanillepudding of banketbakkersroom (Du. Puddingsahne) – zoals in dit Vlaamse recept. De echte Berlijnse exemplaren zijn daarentegen meestal gevuld met vruchtenmoes en bedekt met een laagje poedersuiker of glazuur (Du. Zuckerguss). Op feestdagen worden ze ook met bijzondere vulling aangeboden zoals advocaat (Du. Eierlikör) of, als je pech hebt, mosterd (Du. Senf).

Eierkoeken (Foto: Pudding4brains, PD)

In tegenstelling tot de Berlijnse Pfannkuchen is de Nederlandse pannenkoek geen gefrituurde bol, maar een platte, dunne, oprolbare, in de pan gebakken koek, hetzelfde als een crêpe. Een bijzonder dun en licht pannenkoekje wordt ook flensje genoemd. Overigens, laat u niet verwarren, maar een eierkoek is andere koek (Du. etwas ganz anderes): een ronde, zachte, luchtige koek die plat vanonder is en bol vanboven (al bestaan er andere regionale interpretaties).

En hiermee is de koek op (Du. Schluss mit der Vorstellung).

Tags: ,

Der Beitrag wurde am Donnerstag, den 1. Mai 2014 um 11:00 Uhr von Janneke Diepeveen veröffentlicht und wurde unter Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert