Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Fluit

Abraham van Beijeren: Stilleven met blokfluit (Foto: geheugenvannederland.nl, PD)

Op 13 augustus van dit jaar is Frans Brüggen, gepassioneerd blokfluitist en dirigent, overleden.

Laten we dus eens bij de fluit en het fluiten stilstaan.

Naast de blokfluit kennen we de dwarsfluit (Querflöte) en het fluitje van de scheidsrechter. Iedereen fluit (pfeift) wel eens een deuntje (Melodie). De directeur van het Institut für Deutsche und Niederländische Philologie begint zelfs fluitend aan zijn werkdag zodat (bijkomend voordeel) we altijd horen wanneer de baas in huis is.

Het Nederlands en het Duits komen aardig dicht bij elkaar met fluiten en flöten in de uitdrukkingen: daar kun je naar fluiten (dat is weg, dat zie je niet meer terug) en flöten gehen. Deze Duitse uitdrukking kunnen we overigens ook vertalen met naar de maan gaan of naar de haaien gaan – maar de woorden maan en haai vallen buiten het kader van deze blogpost.
Dat interesseert u geen fluit (nicht die Bohne)? Sorry!

Het fluitketeltje mag niet ontbreken: dat is een ketel (Pfeifkesssel) die als het water kookt, fluit. Het is tevens een gedicht van Annie M.G. Schmidt (Astrid Lindgren is de Annie M.G. Schmidt van Zweden).

Of ik niet een link naar muziek van Frans Brüggen heb? Dat is een fluitje van een cent (kein Problem, ein Kinderspiel): hier!

Tags:

Der Beitrag wurde am Donnerstag, den 21. August 2014 um 10:00 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Idiom, Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert