Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Het zout in de pap

Zoutvaatje (Foto: Frank C. Müller, CC-BY-SA-3.0)

Nee, het zout in de pap is geen Haar in der Suppe! Als je het zout in de pap niet waard bent, presteer je weinig, ben je niet veel waard (nicht das Salz zum Brot, in die Suppe verdienen, vertaalt Van Dale). De zuiderburen kennen de mooie uitdrukking het zout op de patatten niet verdienen (weinig geld verdienen).

We gaan het hebben over zout en het strooien van zout met een zoutstrooier (Salzstreuer). Deze zoutstrooier (links) wordt vanwege zijn geringe omvang zoutvaatje genoemd. Zo’n vaatje hoort op elke dis (Tafel, Tisch) zodat men naar believen de gerechten op smaak kan brengen. Het Duits kent hiervoor de mooie uitdrukking nachsalzen: „Ilsebill salzte nach„.

Staan er slakken (Schnecken) op het menu, dan wordt het zout gelegd: op alle slakken zout leggen betekent immer ein Haar in der Suppe finden.

Voor Salzstangen en Salzhering heeft het Nederlands telkens twee woorden nodig: zoute stengels en zoute haring. Ik begrijp overigens die Duitse voorliefde voor die stengels niet, maar allez, ’s lands wijs, ’s lands eer (andere Hütte, andere Sitte, zegt Van Dale). De zoute haring is gepekeld (gepökelt) en wordt ook pekelharing (1 woord) genoemd.

Zoutstrooier (Foto: Norbert Schnitzler, CC-BY-SA-3.0-migrated)

In de bijdrage Schokoladensklaverei noemt mijn collega wel de snoepverslaving maar niet expliciet die aan zoute drop (Lakritz). Ik denk dat de Nederlanders daarin hooguit door de Scandinaviërs worden overtroffen. Maar zoute drop is volgens de Berlijnse Tagesspiegel in Duitsland in opmars.

Terug naar het strooien en de strooiers. Iemand die zelf strooit (geen zout, wel allerlei lekkers) is Sinterklaas, een bisschop uit het Turkse Myra, die elk jaar in de lage landen zijn verjaardag komt vieren. Die verjaardag valt in de winter en dan wil het wel eens glad zijn, dan is het oppassen geblazen! (dann heißt es aufgepasst!)

De winterdienst treedt in actie en strooit zout met de zoutstrooier (rechts). Gebeurt dat te laat of slecht, dan zijn de jongens van de winterdienst het zout in de pap niet waard. Overigens is deze praktijk niet bijzonder milieuvriendelijk en daarom in de bebouwde kom (in geschlossenen Ortschaften) verboden.

Ik zou dit stukje maar met een korreltje zout nemen (nicht ganz ernst, cum grano salis nehmen).

Der Beitrag wurde am Sonntag, den 14. Dezember 2014 um 10:33 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Idiom, Sprachvariation, Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

3 Reaktionen zu “Het zout in de pap”

  1. Wolfgang de Cauter

    Mir scheint „andere Hütte, andere Sitte“ ungebräuchlich (geworden) zu sein.
    Hingegen ist das das verwandte, aber nicht bedeutungsgleiche „andere Länder, andere Sitten“ noch recht gebräuchlich.

  2. Johanna Ridderbeekx

    Hartelijk dank. U heeft volkomen gelijk. Af en toe moet je zelfs Van Dale met een korreltje zout nemen.

  3. Johanna Ridderbeekx

    Liefhebbers van zoute drop (Lakritz): opgepast!