Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Sliepuit!

Het zijn meestal kinderen die sliepuit! roepen en daarbij met de ene wijsvinger over de andere strijken: Ätsch!

Sliepuit! (Militaryace, PD)

Volwassenen hebben andere woorden om hun leedvermaak (Schadenfreude) uit te drukken. Het veelzijdige woordje lekker kan daarvoor gebruikt worden: ik ga lekker op vakantie. Dit kan betekenen dat ik blij ben dat ik op vakantie ga, maar het kan, afhankelijk van de intonatie en de context, ook een ätsch-betekenis krijgen: ik ga lekker op vakantie (en jij niet). Lekker is hier een bijwoord (Adverb).

Het adjectief lekker drukt – zo leer ik mijn  studenten – een gevoel van zinnelijk (lichamelijk) welbehagen uit. In het Duits heeft lecker alleen betrekking op de smaak- en eventueel reukzin: het eten is lekker, die wijn is lekker (alsof er een engel over mijn tong pist). Maar in het Nederlands kunnen we spreken van een lekkere stoel (bequem), een lekkere trui, lekkere schoenen, een lekker muziekje…

Leuk (ook zo’n veelzijdig woord, te pas en te onpas gebruikt) drukt daarentegen eerder een mening uit. Als het lekker weer is lees ik een leuk boek in mijn lekkere ligstoel. Leuk weer kun je hooguit spottend gebruiken: als het bijvoorbeeld op één en dezelfde dag stralend weer is, dan regent, dan weer zon waarna een storm. Boeken en films zijn leuk, niet lekker. Wel heb ik gisteren lekker naar een film zitten kijken en bovendien een lekker dik boek gelezen. Maar in deze zin is lekker weer een bijwoord.

Herinnert u zich die spreuk Lekker Strom waarmee een energiebedrijf in Duitsland reclame maakte? Dat was slim, dat viel op: lekker is ook in Nederlandse spelling te begrijpen en de connotatie sowieso positief. Vermoedelijk is men er – terecht – van uitgegaan dat veel Duitstaligen weten dat Nederlanders van alles en nog wat lekker vinden. Misschien interpreteert de Duitse doelgroep „lekker“ als fout vervoegd attributief adjectief leckerer (Strom): de stroom is lekker, je wordt er lekker warm van. Als Nederlandstalige kan ik het ook lezen als bijwoord: ik heb lekker stroom! Gelukkig! Met deze onduidelijkheid kan ik leven. Geniaale Strom, gaat me te ver: beetje flauw die dubbele a.

Leuke jongens en meisjes kennen we allemaal wel. Met het gebruik van lekker vrouwtje zou ik voorzichtig zijn. En met lekker stuk al helemaal – tenzij het om een stuk taart gaat.

Terug naar het leedvermaak, een mooi woord toch (vermaak = Vergnügen). Je zou denken dat Nederlandstaligen het woord Schadenfreude helemaal niet nodig hebben. En toch gebruiken ze het, zij het met voorkeur in artikels die over Duitsland gaan – wat het leedvermaak natuurlijk nog groter maakt. Schadenfreude troef kopte de Belgische Standaard n.a.v. de Braziliaanse voetbalnederlaag tegen Duitsland. Henk Hofland schreef als S. Montag op 12 januari 2013 in de NRC dat hij als Amsterdammer (scheefgezakte huizen door metro in aanbouw) met betrekking tot het Berlijnse luchthavendebacle een gevoel van Schadenfreude niet kon onderdrukken:

Wie had dat gedacht. Wie had kunnen vermoeden dat de Duitsers met hun wereldberoemde Gründlichkeit nog eens zoiets zou overkomen.

Der Beitrag wurde am Freitag, den 13. März 2015 um 10:32 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert