Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Passie, hartstocht…

Ja, Pasen is geweest, is achter de rug – en ik heb ze weer gehoord: de Matteüspassie (Matthäus-Passion) en de Johannespassie (Johannes-Passion). En ik herinnerde me een studente die ooit vertelde: „Ik zeil met passie!“ Ze had het woord Leidenschaft in een woordenboek opgezocht. Correcte vertaling! Van Dale geeft als vertaling ook nog hartstocht. Maar zou een jonge Nederlandse met een zeilboot op de Maarsseveense Plassen zich zo hebben uitgedrukt? Had die niet eerder gezegd: ik ben dol op zeilen of er gaat niets boven zeilen?

Blaue Passionsblume, Passiflora caerulea (Foto: Danny Steaven, CC-BY-1.0)

Let op de oorspronkelijke betekenis van het Duitse woord; denk aan die prachtige spreuk: Eifersucht (jaloezie) ist eine Leidenschaft (passie, hartstocht), die mit Eifer sucht, was Leiden schafft!

Passie is zowel lijden als hartstocht (Leidenschaft).

Natuurlijk kan zeilen een passie zijn. En een zoen, of liever nog een lange nacht, vol passie (voller Leidenschaft) zij (sei) ons allen altijd weer vergund.

Wie heeft geen oude passies (hartstochtelijke verliefdheden)?

Het passieverhaal (Passionsgeschichte), de passiebloem, de passievrucht…

En met iemand die geen passie (hartstocht) kent, hebben we compassie (medelijden)!

Der Beitrag wurde am Donnerstag, den 24. April 2014 um 11:45 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert