Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Tweetalig Brussel

België is mijn geboorteland. Toch moet ik toegeven dat er maar een klein stukje is dat ik goed ken. Brussel hoort daar helaas niet bij. Toen ik gisteren door de straten van de hoofdstad slenterde, besefte ik het weer: Brussel is een beetje buitenland (Du. Ausland), dat ik bij ieder bezoek opnieuw ontdek. Vooral fascinerend is het gebruik van de talen. Het hoofdstedelijk gebied is officieel tweetalig Nederlands/Frans en dat zie je duidelijk in het straatbeeld. Plaats- en straatnaambordjes zijn altijd tweetalig (Chaussée d’Ixelles / Elsensesteenweg). Opschriften op winkelruiten meestal ook (Prix foux! Gekke prijzen!), het ene al stunteliger (Du. holpriger) vertaald dan het andere.

Brussel: Manneken Pis in het oranje (Foto: Janneke Diepeveen)

Maar hoe werkt tweetaligheid in het dagelijks leven in Brussel? Vlakbij de Grote Markt koop ik in het Nederlands een warme wafel. „Moet daar iets op, mevrouw? Let op, het is superwarm.“ Aha, geen probleem. Bij een fastfoodrestaurant in de Europese Wijk word ik in het Frans bediend. Ook goed. De gastheer in de bed & breakfast merkt dat ik me niet zo vlot kan uitdrukken in het Frans en biedt aan om over te schakelen naar het Engels. Non, merci!

„Ik probeer het meestal eerst in het Nederlands“, vertelt een vriend uit Oost-Vlaanderen die al een paar jaar in Brussel woont. We stappen een restaurant binnen en vragen in het Nederlands een tafeltje met voldoende plaats voor mijn bagage. „Mijn Nederlands is niet zeer goed“, antwoordt de serveerster. Haar collega neemt het over en vraagt bij het afruimen: „Was het lekker?“ met een zwaar Frans accent. De rekening wordt dan weer in het Frans afgehandeld. Zó gaat dat dus in het hart van een tweetalige stad. Geweldig!

„Sommige wijken zijn overwegend Franstalig“, benadrukt de Vlaamse vriend. Je moet Brussel dus beter kennen om te weten welke taal je waar het beste kunt gebruiken. „Klopt, maar met Frans kun je in principe overal terecht“, legt een Nederlandse vriendin mij later uit. Ze woont sinds een jaar in Brussel. Ze voegt er wel meteen aan toe: „De stad is zo veel rijker als je Frans én Nederlands beheerst. Er is veel meer Nederlands in Brussel dan je op het eerste gezicht zou denken.“ We bestellen in het Frans een kopje thee.

’s Avonds in het vliegtuig probeert een Italiaanse steward in het Engels uit te leggen aan een Duitse mevrouw dat de sandwiches uitverkocht zijn. Sie versteht nur Bahnhof en de passagier naast haar moet helpen vertalen. In het luchtruim is meertaligheid blijkbaar niet vanzelfsprekend. In Brussel wel. Ik vind het fascinerend.

Mijn vlucht is dit keer trouwens vlotjes (Du. reibungslos) verlopen. Daarover de volgende keer meer.

Tags: ,

Der Beitrag wurde am Donnerstag, den 15. Mai 2014 um 15:35 Uhr von Janneke Diepeveen veröffentlicht und wurde unter Allgemein abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Eine Reaktion zu “Tweetalig Brussel”

  1. Janneke Diepeveen

    Geïnteresseerd in het taallandschap van Brussel? Julian Ide, afgestudeerd aan ons instituut, schreef er zijn scriptie over: https://linguisticlandscapebrussels.weebly.com/index.html