Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Ouwe lullen en krasse knarren

Het afgelopen weekend heb ik een fietstochtje langs de Rotte gemaakt. De Rotte is het riviertje waaraan Rotterdam zijn naam te danken heeft. Ik moest het eerst even zoeken want in de loop der tijden heeft men het stroompje in allerlei richtingen gedwongen (geen cm² grond of cm³ water die de Nederlander niet heeft getracht naar zijn hand te zetten: wat is natuur nog in dit land?) maar uiteindelijk: het was zeer de moeite waard!
Het was een prachtige fietstocht langs het water waarop diverse roeikategorieën (vier met stuurman, de dubbel twee, de vier zonder, de skiff, de acht enz.), aan het trainen waren. De sportievelingen hadden overwegend grijs, geverfd rood (een Italiaanse vriendin noemde dat eens la rossa di menopausa) of geen haar.
Ja, zei mijn broer, die met me mee fietste, allemaal krasse knarren! Met andere woorden: actieve, sportieve 60-plussers. En die uitdrukking hebben we te danken aan het duo Van Kooten en De Bie (1993).

V.l.n.r. Bewolking, Erwin Kroll, Denemarken (NOS, CC-BY-SA-3.0-NL)

In de Volkskrant stond laatst een artikel (achter de muur) over de krasse knarren van het NOS Journaal. De „weerman“ Erwin Kroll kon als geen ander het verschrikkelijkste lagedrukgebied zo enthousiast aankondigen dat je er helemaal blij van werd en er vol verwachting naar uitkeek.

Philip Freriks, al kras in 1977 (NOS, CC-BY-SA-3.0-NL)

Philip Freriks was nieuwslezer en (is?) „dicteetor“ van het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Kent u – dit terzijde – ook maar één ander volk dat in de week voor kerst (Weihnachten) met een blocnote voor de buis (Fernsehen) gaat zitten om een dictee te schrijven?

Erwin en Philip zijn gouwe ouwe (Oldies) van de Nederlandse televisie. Samen maken ze de uitzending Lekker weertje voor de publieke omroep (den öffentlich-rechtlichen Sender) MAX – de omroepvereniging voor mensen van 50 jaar en ouder. Knarren voor Knarren, dus.

De etymologiebank noemt als oorspronkelijke betekenis van knar: boomstronk (Baumstrunk). De Dikke vertaalt knar met zähe(r) Alte(r). Kortom, met krasse knarren dient u rekening te houden.

Een lul is – waar heb ik dat gelezen? – eigenlijk een mannelijk lid in rusttoestand (männliches Glied in Ruhestand). Wordt met dit woord een manspersoon aangeduid, betekent het het tegenovergestelde van een knar. Een ouwe lul is hetzelfde in het kwadraat. Een ouwelullendag is een zusätzlicher Urlaubstag für ältere Arbeitnehmer, en ouwelullenmuziek (die hoempa-avonden op ARD en ZDF) is Seniorenmusik. En wat vindt u van een lulletje rozenwater (ein Waschlappen)?

Als ik dan toch een keuze moet maken – en er is echt geen krasse knar in de buurt – dan verkies ik de gezelllige ouwehoer boven de lulhannes (Quatschkopf).

Der Beitrag wurde am Sonntag, den 14. Juni 2015 um 11:00 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Idiom, Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Eine Reaktion zu “Ouwe lullen en krasse knarren”

  1. Petra Visscher

    Ha! Nadat ik de titel had gelezen dacht ik: En wat dacht je van ouwehoeren?“ Gelukkig was het eind goed, al goed!