Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Niksende nixen

Een echt mooie afbeelding van een nix ♂ heb ik helaas niet gevonden, maar in Kopenhagen zit een nixe ♀ (die u zeker kent) dag in, dag uit op een steen te niksen.

Isa aan de Donau (Foto: Aconcagua, GFDL, Cc-by-sa-3.0)

Dat doet in Jochenstein aan de Donau de zeemeermin (Meerjungfrau) Isa (rechts) schijnbaar ook. Schijnbaar, want Isa zit volgens de legende ook wel eens te loreleien (dit is een zelf verzonnen voorbeeld van impliciete transpositie – maar u begrijpt wat ik bedoel).

Nixe en nix in Wismar (Hlamerz, PD-self)

Hieronder ziet u nix en nixe, een paartje, in Wismar stijfjes zitten niksen.
Waar komt dat woord nix (watergeest die jonge mensen naar zich toe lokt en laat verdrinken) vandaan? Het is van Indo-Europese stam met de betekenis ‘wassen’, vgl. Grieks νίζειν (wassen), leert Van Dale. Synoniem: nikker. Zie ook DWDS.
Pas op: in dit geval heeft het woord nikker dus niks niemendal (total nichts) met het Engelse nigger, het Latijnse niger (zwart) te maken!

Niet dat u nu denkt dat nixen in het Nederlands een veelgehoord woord is… de afbeeldingen komen niet voor niks (niets) uit het Duitse taalgebied. Bij de nuchtere Hollanders spoelen hooguit walvissen aan; en in Suriname zal een watergeest winti heten, vermoed ik. Ook voor België schieten me geen nixen te binnen.

Maar we kennen de literaire generatie nix, de nixers! En we kennen – in variatie op de x-factor – de zogenaamde nix-factor: het totaal ontbreken van aantrekkingskracht of uitstraling, waardoor iem. gedoemd lijkt te zijn tot het hebben van minder succes dan anderen (Van Dale).

We laten de X voor wat hij is en gaan naar de -ks van niks. Dat woord is een verbastering van niets (ook in de twee laatste voorbeelden overigens); daarvan afgeleid is het werkwoord niksen (nichtstun). Jan Modaal (Otto Normalverbraucher) denkt daarbij – evenals Henk en Ingrid (Ehepaar Mustermann) – uiteraard aan lekker passief luieren, maar de schrijver Koos van Zomeren weet:

«niksen genereert werklust en bevordert het weerstandsvermogen tegen dwangvoorstellingen»

Laten we dat vooral niet vergeten! Koos van Zomeren is dus allesbehalve een niksnut (nietsnut) als hij loopt, zit, staat of ligt te niksen!
Ik evenmin! Ik heb al bladerende in Van Dale het niksisme ontdekt: een in het ontbreken van een godsgeloof gewortelde overtuiging dat er na het leven niks bestaat. En nog veel mooier: nikspikken: omdraaiing van picknicken (in de Tweede Wereldoorlog vooral gebruikt i.v.m. zeer weinig eten). Zo!

Minsener Seewiefken‎ (Ein Dahmer, CC-BY-SA-3.0)

Zo, dat was het voor vandaag. Niks te jamaren! (kein ja, aber)

Tot slot nog een nixe (Seewiefken) in het Duits-Friese Minsen.
Meer niks-weetjes vindt u op Neder-L.

Het weekend staat voor de deur – ik ga lekker niksen. Wat heet!
Ik ga iets tegen mijn dwangvoorstellingen doen en tevens louter werklust genereren!

Ha die Koos, gezellig dat je er bent!

Tags: , ,

Der Beitrag wurde am Samstag, den 18. Juli 2015 um 10:27 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Etymologie, Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

2 Reaktionen zu “Niksende nixen”

  1. Walter K.Ceuppens

    In Vlaanderen is er wel degelijk een voorbeeld van Nixen:een voorstad van Mechelen( met treinstation) heet Nekkerspoel: de poel van de N (I) E K K E R, een watergeest.

    Vergeef de typografie: die is om de autocorrector te misleiden.

  2. Johanna Ridderbeekx

    Hartelijk dank voor deze aanvulling – weer wat geleerd!