Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

De beiaard

Een prachtig woord vind ik dat: oud en nog steeds in gebruik. De beiaard is het ware klokkenspel, het carillon.

PMRMaeyaert, CC-BY-SA-3.0

Waarschijnlijk komt dat woord uit het Middelnederlands: beiaerden, beieren ‘de klok luiden’. Dit instrument, dat uit ten minste 23 klokken bestaat die bespeeld kunnen worden met een klavier, houten stokken en pedalen die zijn aangesloten op klepels (Klöpel), komt uit de Lage Landen. In de 16e eeuw werden in de rijke steden, met name in Vlaanderen, de torens uitgerust met dit nieuwe geluid. Het waren niet alleen kerktorens; ook openbare gebouwen zoals belforten en raadhuizen werden van een beiaard voorzien. Zo konden kerk en stad met een mooie melodie de verworven rijkdom nog meer luister bijzetten (Glanz verleihen). De toren van het stadhuis van Oudenaarde (rechts) is de klokkentoren waarin de eerste handbespeelbare beiaard (uit 1510) hing. De musicus die zo’n instrument bespeelt is de beiaardier.

Natuurlijk is de beiaard uitgewaaierd over de hele wereld. Ook Berlijn heeft een carillon, in de Tiergarten, dat wordt bespeeld door carilloneur Jeffrey Bossin (hier met een stuk van Matthias van den Gheyn). De meeste beiaards zijn echter nog steeds te vinden in Nederland (185), België (89 – de meeste in Vlaanderen) en Noord-Frankrijk (15). Ze behoren tot het immaterieel cultureel erfgoed.

De beiaardier van Utrecht bracht onlangs hulde aan David Bowie.

Hier ziet u de beiaardier Boudewijn Zwart aan het werk in de Amsterdamse Westerkerk. Hij speelt een compositie van Sweelinck. Vergeef hem zijn onconventionele kledij: het kan verdomd koud zijn daar boven in de toren.

Tags: ,

Der Beitrag wurde am Donnerstag, den 28. Januar 2016 um 10:51 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert