Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Hallo Bube! – Hallo Herr!

Aan de stations van Amsterdam en Rotterdam heb ik al eens een paar woorden gewijd. Dus u weet inmiddels wat een station is: een Bahnhof! En Duitsers die in de jaren ’40-’45 in Nederland rondliepen, -reden of -fietsten, werden moffen genoemd.
Goede vaderlanders zaten in het verzet (Widerstand), zo ook de broers Arie en Gé Temmes. Nee! Arie was verzetsstrijder; Gé was nog te jong en sprak geen Duits.

Het loopt tegen mei. En dan wordt er weer herdacht en gefeest: op 4 mei is de Nationale Dodenherdenking en op 5 mei Bevrijdingsdag. Deze dagen kennen hun eigen rituelen.

Arie en Gé Temmes houden deze traditie in ere – twee minuten stilte op 4 mei (vanaf 23:37). Van 31:40-34:10 halen ze herinneringen op aan Aries verzetsdaad: er kwam een mof (met een geweer over z’n schouder) aangefietst: „Hallo Bube!“ Aries beleefde (höfliche) antwoord: „Hallo Herr!“ (dag meneer) – want je weet maar nooit met die moffen: vooral beleefd blijven dus.
De mof wilde naar het station: „Wo ist der Bahnhof?
Do ist der Bahnhof!“ aldus verzetsheld Arie Temmes in vloeiend Duits (als waar wo is, dan is daar uiteraard do). De mof peddelde (fietste) tevreden verder, maar aankomen zou hij niet – daar had Arie wel voor gezorgd.

Kees van Kooten – die als Arie al problemen met z’n bloeddruk had – heeft een hartaanval overleefd en verhaalt o.a. ook daarover in Leve het welwezen. Wim de Bie (Gé) is hier te vinden.

Tags:

Der Beitrag wurde am Donnerstag, den 28. April 2016 um 08:26 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Niederlande, Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert