Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Mief-maf-muf? – Mof!

Het was een enigszins groteske mailwisseling tussen Philipp Krämer en mij: het ging om Mief, muf en mof… behoorlijk maf (albern) dus!

(Amada44)

Het begon allemaal met spruitjeslucht: dat is de geur (Duft) van spruitjes (Rosenkohl).
Spruitjeslucht heeft echter in het NL tevens de betekenis: der Mief, der Muff
De dikke Van Dale beschrijft spruitjeslucht als: be­nau­wen­de (beklemmend), be­krom­pen (spießbürgerlich), klein­bur­ger­lij­ke pro­vin­ci­a­le at­mo­sfeer.
Het Nederlandse adjectief hiervoor luidt: muf (langweilig, muffig).

(CC-PD-Mark)

Ja, en toen kwam uiteraard de mof langs!
Dat is – geheel waardevrij – een Muff of Pulswärmer (lat. muffulaPelzhandschuh).

Maar we hebben uiteraard ook nog, aldus de Dikke, de betekenis : ± Teutone.
Nou ja… mof is sinds de 16e eeuw een scheldwoord voor Duitsers. En dat het tot op de dag van vandaag bekend is, heeft natuurlijk met WO II te maken. In die tijd, en lang daarna was de mof een nazi. Ik word zo nu en dan in NL of België ook nog wel eens begroet met: Ha! Out of Moffrica?

Maar hoezo? Op de etymologiebank lees ik bij mof:

Ontleend aan Duits Muff, scheldwoord voor ‘mopperaar, ongemanierde’, wrsch. een mopperklanknabootsend woord (Grimm).

Mopperen is nörgeln, murren. Klanknabootsend (lautnachahmend).

Hessenkar (CC-Zero)

Een goede vriend, leraar Duits, nodigde me ooit uit voor een etentje in Leusden: Restaurant De Mof. Gezellige avond, voortreffelijk gegeten.
En waarom heet een restaurant zo?
Het ligt, zo werd me verteld, aan een historische Hessenweg. En daarover weet historicus Maarten van Rossum meer. In de 17e eeuw werd handel gedreven en wat uit het oosten aankwam op een hessenkar (overigens ook de naam van een restaurant), werd in de buurt van Utrecht, Amersfoort overgeladen op schepen: dat was goedkoper en sneller!

Op deze Duitse Wikipedia-Site vind ik een uitleg voor het woord mof waarin ik me niet kan vinden. Het Nederlandse mof zou een in Nederland negatieve (abwertend) benaming voor Duitsers zijn – ja, maar niet overal en altijd dus!
In het Limburgs zou dat pruusj (aus Preußen) zijn. Quatsch! (onzin, flauwekul)
Het (Limburgse) Pruusj is een waardevrije benaming voor sympathieke en minder sympathieke oosterburen. Klik dus ook eens op de Nederlandse versie!

En zeg niet dat het bij de neerlandistiek aan de FU een muffe boel (langweilig) is!

Tags: ,

Der Beitrag wurde am Sonntag, den 17. Februar 2019 um 17:05 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Etymologie, Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert