Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

De haar-ziekte

Amsterdam en haar/zijn grachten
Foto: Diliff, CC BY 2.5

Soms maakt Jan Stroop zich kwaad. Dan schrijft hij bijvoorbeed (op Twitter): „Schei toch eens uit met dat geHAAR.“ Dit was een reactie op een tweet van de Volkskrant, waarin het ging over de Chileense viermaster Esmeralda. De kop van het desbetreffende artikel was „De Esmeralda heeft bloed aan haar masten“.
Nu weten we dat schepen wel vaker het vrouwelijke geslacht krijgen in het Nederlands (en in andere talen) en de verwijzing met het bezittelijk voornaamwoord haar is dus misschien zo gek nog niet.

Maar er zijn andere gevallen, zoals in de tweet van NPO Radio 1: „Duitsland vertrouwt haar eigen spionnen niet meer.“ Ook hier heeft Jan Stroop op gereageerd: „Hou toch eens op met dat geHAAR.“ Hij wijst erop dat landennamen onzijdig zijn: Duitsland en zijn spionnen, dus. Hoe zit het? Zijn landen altijd onzijdig? In het Duits niet in ieder geval (denk aan die Schweiz). Maar voor het Nederlands geldt volgens een taaldadvies van Onze Taal:

„Plaatsnamen zijn niet mannelijk of vrouwelijk; ze zijn onzijdig. Bij onzijdige woorden (het-woorden) hoort niet haar maar zijn: ‚Amsterdam ontleent veel van zijn charme aan zijn grachten.‘ Ook namen van dorpen en landen zijn onzijdig. Het is dus bijvoorbeeld Bunnik en zijn inwoners en Nederland en zijn Gouden Eeuw.“

Nu is dat in theorie misschien wel waar, maar we kunnen constateren dat deze regel heel vaak wordt geschonden. Zo kunnen we in de Volkskrant lezen dat het „decimeren van aanbod in vreemde talen betekent dat Nederland haar positie in Europa niet serieus neemt“ (wat trouwens helemaal waar is, maar dit terzijde).

Een paar andere voorbeelden met namen van steden (op Twitter):

  • Hoe moet Amsterdam met haar groei omgaan? (bron)
  • Gisterenavond (25-1-2016) zette Den Haag haar sporters in het zonnetje (bron)
  • Natuurlijk is een nieuwe Kuip top maar zou Rotterdam niet eerst haar collegeprioriteit af moeten maken en meer geld in NPRZ moeten stoppen? (bron)

Soms zien we zelfs dat een bepaalde naam of een naamwoord vergezeld gaat van het lidwoord het en dat er desondanks wordt verwezen met het bezittelijke haar:

  • Het Vaticaan roept haar volgelingen op geen joden meer te bekeren tot het katholieke geloof. (bron)
  • Het Vaticaan heeft haar hele bestaan niets dan gelogen. (bron)
  • De multiculties streven naar vernietiging van het Westen, met haar vrijheid en welvaart. (bron)
  • De oliecrisis heeft het westen doen besluiten haar ziel te verkopen ipv te innoveren
    (bron)

Voor de taalkundige Jan Stroop zijn dit allemaal ‚fouten‘. Hij gaat uit van de grammaticale congruentie tussen het zelfstandig naamwoord en het bezittelijk voornaamwoord. Maar deze regel lijkt voor veel taalgebruikers niet meer absoluut.

Een en ander heeft te maken met de veranderingen die het Nederlandse genus-systeem heeft ondergaan in de afgelopen eeuwen. De onderscheiding van mannelijke en vrouwelijke woorden is daardoor niet meer zo evident (ze zijn samengevallen in de zgn. ‚de-woorden‘) en de verwijzingen met vrouwelijke voornaamwoorden krijgen nu nieuwe functies die eerder te maken hebben met de aard en de betekenis van de naamwoorden waarnaar ze verwijzen dan met het grammaticale geslacht ervan. Ze worden o.a. gebruikt voor plaatsnamen, maar ook voor verzamelnamen. Het is bekend dat naar collectiva als de regering of het bestuur (onafhankelijk van hun geslacht) vaak wordt verwezen met vrouwelijke pronomina (het bestuur en haar taken). Maar ook een onzijdig woord als hotel wordt in de verwijzing wel vaker vrouwelijk (om stilistische redenen?):

  • Een hotel voor (console) gamers heeft haar deuren geopend in Amsterdam (bron)
  • Gloednieuw Best Western City Hotel Woerden opent 1 februari 2016 haar deuren. (bron)

Het verschijnsel is al oud en het staat in de taalkunde bekend onder de naam de haar-ziekte. Het is een interessante ontwikkeling: we zien dat de keuze van de vrouwelijke pronomina lang niet meer altijd wordt gestuurd door het grammaticale woordgeslacht, maar door semantische en pragmatische factoren. Het verschijnsel is opvallend en zo frequent dat niet alleen de taaladviesdienst van Onze Taal, maar ook de Wikipedia er een artikel aan heeft gewijd.

We weten niet hoe het systeem van de pronominale verwijzingen er in de toekomst uit zal zien, maar ik denk dat het veilig is om te voorspellen dat Jan Stroop zich ook in de komende jaren nog vaak zal moeten opwinden.

Der Beitrag wurde am Freitag, den 4. März 2016 um 15:23 Uhr von Matthias Hüning veröffentlicht und wurde unter Grammatik, Sprachwandel abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Eine Reaktion zu “De haar-ziekte”

  1. Erik B

    Misschien nog wel interessant om te melden dat plaats- en landennamen altijd onzijdig zijn wanneer ze een lidwoord krijgen, met als enige uitzondering namen die zelf al een lidwoord bevatten. Dit geldt voor alle sprekers, of ze nou wel of niet ‚haren‘.

    Het Amsterdam van de jaren ’60
    Het Duitsland van Merkel
    Het Europa van de burger
    Giethoorn wordt ook wel het Venetië van het Noorden genoemd.

    Ook bij een onbepaald lidwoord (in dat geval is het geslacht te zien aan een eventueel aanwezig bijvoeglijk naamwoord):
    Mijn nachtelijke wandeling door een donker Amsterdam. (dat Amsterdam hier onzijdig is zie je aan ‚donker‘ wanneer je de plaatsnaam vervangt door het woord ’stad‘: … door een donkere stad)

    Bij plaatsnamen die ‚de‘ bevatten ligt het iets anders:
    De tot op het bot verdeelde Verenigde Staten van net voor de burgeroorlog
    De Nederlandse Antillen van voor de koninkrijkshervorming

    Bij in een naamval versteende lidwoorden in de naam komt er een extra lidwoord voor:
    Het Den Haag van Couperus / Het ’s Gravenhage van Couperus
    Het middeleeuwse plaatsje rond het grafelijk hof was een heel ander Den Haag dan de plaats die het in de tijd van de Republiek zou worden.

    En zo’n stapeling van lidwoorden komt ook verder wel voor, maar is dan toch meer spreek- dan schrijftaal:
    Het De Verenigde Staten van Roosevelt was heel wat minder isolationistisch als dat van Truman.