Is dat correct Nederlands? Wij zijn het in dezen NIET met elkaar eens.
Missen is een transitief werkwoord, d.w.z. het heeft een lijdend voorwerp (Akkusativobjekt). Je kunt de trein missen (verpassen), maar ook je collega, je liefste, of je liefste collega missen (vermissen). En als iemand die je nodig hebt, er niet is, dan mis je die persoon (vermissen) of die persoon ontbreekt (fehlt).
Maar niet: hij mist.
Ik werd meteen door Matthias Hüning op mijn vingers getikt: ik vind dat intransitieve gebruik wel acceptabel, vooral wanneer je nog wat context toevoegt: (we praten al de hele tijd over een taalkundige vraag, maar niemand weet het antwoord) Er mist hier een linguïst.
De taaladviesdienst meldt dat missen als intransitief werkwoord (in de betekenis fehlen) door veel (Nederlandse) taalgebruikers geaccepteerd wordt. Een zin als Er mist een linguïst zou acceptabel zijn.
Dat vind ik dus niet – evenals overigens Van Dale (daarin staat deze betekenis niet eens als voorlopig vermeld) en de Nederlandse Taalunie.
Een andere collega vertelde me trouwens dat ze deze uitdrukking vroeger niet mocht gebruiken van haar Nederlandse moeder: geen goed Nederlands want het zou een Belgische vertaling zijn van het Franse il manque…
Wat zou Ludo Beheydt hiervan vinden?
Prof. dr. Ludo Beheydt, taal- en cultuurwetenschapper aan de Université catholique de Louvain, decennialang een enthousiasmerend en inspirerend collega en uit de gemeenschap van neerlandici extra muros niet weg te denken, is eind mei van dit jaar toch met emeritaat gegaan…
Ludo mist. So’n Mist!
Daarover zijn we het volkomen met elkaar eens.
Am 31. März 2015 um 12:33 Uhr
Het menselijk element van missen, een blogpost van Marc van Oostendorp op Neder-l.