Ik geef het toe, het is een kop die vooral wil provoceren. In het Nieuw(st)nederlands zou je deze titel clickbait kunnen noemen hoewel de Van Dale de verklaring van dit woord beperkt tot een “veelal sensationeel bericht of beeld op een webpagina dat dient om gebruikers te laten klikken op een link waarmee ze op een commerciële webpagina belanden”. Commercieel werk doen wij in de neerlandistiek uiteraard niet. (Nog niet?! We zullen wel zien hoe de universiteit van de 21e eeuw zich zal ontwikkelen…) Het woord clickbait is in 2015 in de Dikke opgenomen. Splinternieuw woordmateriaal, net als de Gutmensch, die een paar weken geleden zijn – voorlopige – verheffing in de lexicografische adelstand mocht vieren. Wat zijn ze modern bij de redactie van de eerbiedwekkende klassieker der Nederlandsche woordenboeken, tussen internet-lingo en media-speak! Helaas zijn ze ondertussen vergeten wat oudere woordverklaringen te updaten.
Over het Papiaments hadden we het enkele maanden geleden al, de zogenaamde “mengtaal uit Portugees, Nederlands en negertalen”. Noem me een Gutmensch, maar het begrip negertalen is zonder twijfel ongepast voor een objectieve beschrijving van een creooltaal (of welke taal dan ook). De woordkeuze is op zichzelf al afstotend, maar ook de generalisering van de verschillende substraattalen in één categorie levert een raar beeld op: het doet er niet echt toe welke talen precies bij de ontwikkelingen van het Papiaments betrokken waren, want het zijn gewoon allemaal negertalen, min of meer hetzelfde dus. Niet alleen dat deze categorie het woord Papiaments begrijpelijk moet maken, we vinden de “negertalen” zelfs weer terug bij het trefwoord taal. De redactie is van mening dat we talen onder meer kunnen gebruiken “als tweede lid in samenstellingen als de volgende, waarin het eerste lid een taalgemeenschap, een volk of een groep volkeren noemt: creolentaal, Eskimotaal, Incataal, indianentaal, negertaal”. We krijgen verder geen uitleg of “neger-“ in deze samenstelling een taalgemeenschap, een volk of een groep volkeren moet betekenen en in hoeverre deze voorbeelden voor het dagelijkse taalgebruik aanvaardbaar zijn.
Creolentaal lijkt me vooral verouderd en dit woord heeft zelf geen eigen lemma in het woordenboek. Doorheen de lijst met Eskimotaal, indianentaal en negertaal komen we uiteindelijk wel weer bij een kleurrijke koloniale logica terecht. Of Eskimo wel of niet een denigrerend begrip is valt niet makkelijk uit te maken. Dat het volgens het woordenboek ongeveer (met het teken ≈) Inuit betekent – soit. Maar dat een Indiaan ≈ roodhuid is…? Of ook dat de Sinti volgens de Van Dale “een van de groepen van zigeuners” zijn…?
Laten we wel wezen, we hebben hier niet te maken met de kritische documentatie van verouderde begrippen die in een woordenboek uiteraard moeten worden opgenomen, graag met een duidelijke historische context. Laat ik het zachtjes uitdrukken – het lijkt me onpassend om een dergelijke woordenschat vandaag nog in omschrijvingen te gebruiken die objectief of zelfs wetenschappelijk bedoeld zijn. Het is hoog tijd dat deze beschrijvingen door 21e-eeuwse formuleringen worden vervangen, liefst voordat de universiteiten commerciële bedrijven worden die hun studenten alleen maar nog via clickbait aanlokken. Howgh, de goedmens heeft gesproken.
Am 10. Mai 2016 um 23:11 Uhr
Een soortgelijke discussie is al jaren geleden gevoerd, o.m. in De Nieuwe Taalgids (1993). En Trouw vroeg in 2005: „Hoort ’neger‘ thuis in het woordenboek?“ – Uiteraard! Maar hoort ’neger‘ thuis in een verklaring van een woord zoals ‚taal‘? Uiteraard niet!