Een student in Nederlands 2 gaf onlangs een boeiende (fesselnde) presentatie over Oranje en de Nederlandse ziel. Hij verzuimde niet uit te leggen dat ziel in dit geval niet Ziel (nl – doel) maar Seele betekent. U ziet: onze studenten gaan geen pretentieus thema uit de weg.
Een en ander heeft ertoe geleid dat ik de geschiedenis van de appeltjes van oranje eens op een rijtje heb gezet.
De Vader des Vaderlands erfde op jonge leeftijd het prinsdom (la principauté) Orange (dat ligt ergens in de buurt van Avignon – sur le pont… en Arles, waar Vincent van Gogh zijn onvergetelijke bruggetje schilderde) en de bijbehorende titel: deze Graaf van Nassau was voortaan ook Prins van Oranje.
By the way: het geslacht van Willem van Oranje-Nassau stierf met stadhouder Willem III (dat is die die koning van Engeland werd) in mannelijke lijn uit. Na een stadhoudersloos tijdperk werd een nakomeling van een broer van Willem I (Nassauers van deze tak waren in Friesland stadhouder) tot erfstadhouder van de Republiek der Verenigde Provinciën benoemd en hij erfde de bijbehorende titels.
Dat vond het Pruisische koningshuis niet helemaal in de haak: das geht nicht mit rechten Dingen zu! Tenslotte was de stammoeder van de Hohenzollerns (de vrouw van de Grote Keurvorst) een directe afstammeling van die eerste Willem (een kleindochter om precies te zijn): Louise Henriëtte – en dier (deren) vader Frederik Hendrik had in zijn testament bepaald dat na de zoon de oudste dochter zou erven.
Strubbelingen omtrent een erfenis komen in de beste families voor… ja, het familiehoofd van de Hohenzollerns heeft in feite het recht de titel Prins van Oranje te voeren. Maar ach, na 1918 speelt die kwestie niet meer.
In de 19e eeuw, na de Franse tijd, werd Nederland een koninkrijk met als staatshoofd een nakomeling van die Friese stadhouders, van een jongere broer van Willem I dus – een kniesoor (Griesgram) die daarom maalt.
Het nationalisme vierde hoogtij (Urständ feiern) en de Nederlanders haalden hun 17e-eeuwse helden uit de kast. Michiel de Ruyter (In een blauwgeruite kiel…) bijvoorbeeld en Piet Hein: hij wist de Spaanse zilvervloot buit te maken en het koninkrijk der Nederlanden (en ik nog op de basisschool) zong:
Heb je wel gehoord van de zilveren vloot
De zilveren vloot uit Spanje?
Die had er veel Spaanse matten aan boord,
En appeltjes van Oranje.
Piet Hein!, Piet Hein!,
Piet Hein, zijn naam is klein,
Zijn daden benne groot,
Zijn daden benne groot:
Hij heeft gewonnen de Zilveren Vloot,
die heeft gewonnen, gewonnen de Zilveren Vloot.
die heeft gewonnen de Zilvervloot.
Een mooie beeldspraak en bovendien historisch correct was geweest: … dus appeltjes voor Oranje!
Het Spaanse juk (Joch) werd afgeworpen. Vervolgens kwamen de Fransen: Hop Marjanneke! Het werd een kinderliedje – de onstaansgeschiedenis ging praktisch verloren.
In de 20e eeuw, in 1946 om precies te zijn, horen we de Nederlanders weer zingen:
Daar zijn de appeltjes van Oranje weer
Sinaasapp’len zoek ze zelf maar uit
Kleine, grote, ´k heb z‘ in elke maat
Bijt er ’s in, ´t sap langs je kin
zo roept die man op straat …
Sinaasapp’len, sla een kistje in
Geld aan mijn vrouw, die staat er niet voor lou
En van je hela, hola, houd er de moed maar in …
Ze zijn nog eens zo fijn
Als de appeltjes van Piet Hein
En van je hela, hola … (Tekst)
En tegenwoordig is het Appeltje van Oranje een belangrijke prijs die jaarlijks in naam van het Oranjefonds door de koningin wordt uitgereikt voor innovatieve of succesvolle projecten op het gebied van maatschappelijk welzijn en sociale cohesie.
Deze prijs, dit kostbare Appeltje (rechts) is ontworpen door de koninklijke amateur-beeldhouwster Beatrix Wilhelmina Armgard, Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, Prinses van Lippe-Biesterfeld.
PS
Kijkt u eens naar de colleges van Lotte Jensen voor de Universiteit van Nederland!
PS
In het tweede lied moeten de sinaasappelen afgerekend worden bij de vrouw (geld aan de vrouw) want die staat er niet voor lou. In de tekst waarnaar de link verwijst, staat lauw. Dat is niet correct.
Lou is afgeleid van lou lone (Jiddisch) – Hebreeuws: lō lānu (niet aan ons) en heeft in het Nederlands de betekenis: niets, geen, weinig. Ze staat er niet voor lou betekent: … nicht umsonst.
Ook mooi de uitdrukking: lou loene! (denkste!, Pustekuchen!)
Tags: Geschichte, royalty