Tussen talen – Scènes uit het courante leven
*Ik wil nog eens op het trampoline!
Fout lidwoord! Gewoon verbeteren?
Ja. Maar waarom die fout? Er zijn wel meer woorden in het Nederlands en het Duits die erg op elkaar lijken (cognaten zeggen de taalwetenschappers). Meestal hebben die woorden ook hetzelfde lidwoord – je kan je dus oriënteren op je moedertaal. Er zijn regels, maar natuurlijk ook uitzonderingen. En zo ontstaat er verwarring.
Net omdat de woorden cognaten zijn, raak je sneller in de war (interferentie). Als het dan ook woorden zijn die je niet zo vaak gebruikt (de kameel/das Kamel !), ga je nog sneller twijfelen.
Bovendien zijn er ook heel wat woorden die zowel de- als het-woord zijn, zonder dat er een betekenisverschil is. Dat toont dan weer dat er ook in het Nederlandstalige gebied niet altijd een consensus is. Een mooi voorbeeld dat -nog maar eens – toont dat de regel („elk substantief heeft één lidwoord“) een vereenvoudiging is van de werkelijkheid.
Voor ik begin mee te springen, verbeter ik mijn kind. En probeer zelf te onthouden dat het in het Duits blijkbaar das Trampolin is.
Ik wil ook op de trampoline!