Laat ik dit vooropstellen (vorausschicken): ik ben ontzettend graag in België en ik kom er al sinds mijn vroegste jeugd. En omdat de Nederlandse taal nu eenmaal mijn vak is, heb ik een warm oor voor taalvariatie, en een scherp oog voor verschillen in het Europese Nederlandse taalgebied.
Met mijn ouders maakte ik vroeger wel eens een uitstap naar „Belsj“ (dat is Limburgs voor België) en mijn vader zat hoofdschuddend achter het stuur: „Ze höbbe hie gein sjoonheitskemissie“. Daarmee verwees hij naar de gemeentelijke (kommunale) commissies die in Nederland bepalen hoe een om-, uit- of aanbouw van je woonst (B-variant voor woning/huis) eruit dient te zien, hoe groot het reclamebord op het dak van een assurantiekantoor mag zijn. Nederlandse regelgeving ten top opdat het allemaal mooi en regelmatig oogt (aussieht).
Kortom, wij hadden geen grenspaal nodig, wij zagen waar België begon: lintbebouwing (Straßendörfer), een andere architectuur, kasseien (Kopfsteinpflaster) …
En op de terugweg: frietjes in Maaseik, de stad van de Vlaamse Primitieven Jan en Hubert van Eyck (later werd me verteld dat die primitieven niet primitief waren maar „de eersten“).
In die tijd hóórde ik ook al het verschil: ik keek namelijk naar nonkel Bob en tante Ria (een Vlaams kinderprogramma). Ik had geen nonkels, ik had ooms. En omdat we thuis ook naar de „Pruusj“ (Duitsland) keken, kreeg ik al vroeg een gevoel voor taalverwantschap (Onkel-Oheim).
Als studente met een Belgische reisgids bij de zuiderburen op bezoek, las ik dat in dit of dat dorp een merkwaardige kerk, een merkwaardig kasteel te bezichtigen was. Bij nader inzien was het beschreven bouwwerk geenszins merkwaardig; het was opmerkelijk! (nicht merkwürdig sondern bemerkenswert) Zo leerde ik dat de connotatie van gewone Nederlandse woorden in noord en zuid wel eens wil verschillen.
In Berlijn was het collega Janneke Diepeveen (Nederbelg) – zij corrigeerde mijn bijdrages voor Mooi meegenomen – die mij leerde dat wellicht bij de zuiderburen waarschijnlijk betekent. In Nederland betekent wellicht daarentegen misschien. Een cruciaal verschil wanneer het bijvoorbeeld om het weerbericht gaat!
Onder taalvariatie vindt u talloze andere voorbeelden.
Geert van Istendael leerde me dat met een koterij (vergl. het kot = studentenwoning) de zelf ontworpen bijgebouwtjes naast of achter een huis bedoeld wordt. De Dikke noemt het ook een verzameling onaanzienlijke huisjes.
Hoe dan ook (wie auch immer), wellicht (vielleicht/wahrscheinlich) is België een merkwaardig (merkwürdig/bemerkenswert) landje… DIT is België ten voeten uit (so kennen und lieben wir es) – dat gaf zelfs mijn Vlaamse collega Truus De Wilde toe.
En herinnert u zich de bijzondere garage van Eugène? Hij is onlangs overleden.
De creatieve Oost-Vlaming Eric (zonder ondertitels ook voor mij moeilijk te volgen)?
De Antwerpenaar François niet te vergeten (ik versta hem ook niet) die een GAS-boete riskeerde: een gemeentelijke administratieve sanctie (geldboete voor een overtreding van het gemeentelijk politiereglement)?
Ik nam ooit in ´t stad (Antwerpen) een taxi; de chauffeur praatte in z’n Aantwaarps honderduit (endlos) – „Meneer, ik versta u niet!“ Zijn hooglijk verbaasde (höchst erstaunt) reactie: „Bent u dan geen Nederlandse?“
Belgen zijn creatief (,) gezagsondermijnend (die Autorität untergrabend) én hebben een merkwaardig/opmerkelijk gevoel voor humor!
Het laatste woord heeft Raymond van het Groenewoud: VLAANDEREN BOVEN!
(tekst)
Tags: Belgien