Johannes Brunner schreef het volgende over Johan Rudolph Thorbecke. Als dank ontvangt hij „De stille kracht“ van Louis Couperus.
De enige BN’er die ik meteen had herkend – behalve de personen die u al had opgenoemd – was Thorbecke. Waarom?
Een paar jaar geleden hebben wij in onze VHS-Nederlands cursus de dramaserie „Wij Alexander“ bekeken. Daardoor werd het duidelijk dat wij erg weinig wisten over de geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden in de 19e eeuw. Daarom heb ik me geoccupeerd met deze periode van de Nederlandse geschiedenis. Natuurlijk stuitte ik op de persoon van Johan Rudolph Thorbecke (1798-1872). In het revolutiejaar 1848 stelde koning Willem II een commissie in die een nieuwe grondwet moest ontwerpen. Thorbecke was de voorzitter van deze commissie die het parlementarisme in Nederland invoerde.
In de tijd daarna was Thorbecke drie keer minister van Binnenlandse Zaken, een positie die tegenwoordig de minister-president is. Hij werd daarom terecht als grote Nederlandse staatsman beschouwd omdat hij als liberale politicus de wetgeving in Nederland sterk heeft beïnvloed.
Ook Aletta Jacobs profiteerde van zijn wetgeving; in 1871 werd ze toegelaten tot de universiteit.
Tags: Gastbeitrag, Geschichte, wie is wie?