Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Dat bekt lekker!

In de blogs Kritiek en Boycotten heeft Matthias Hüning op het verschijnsel ‘impliciete transpositie’ gewezen. Het substantief politiek kan adjectief worden: de politieke partij. Van het substantief boycot wordt het werkwoord boycotten gevormd.

Ik voeg daar vandaag een paar lichaamsdelen aan toe.

Het werkwoord ogen betekent eruitzien: dat oogt mooi!
Neuzen
(sich umschauen, schnüffeln, stöbern): Hij zit altijd in boeken te neuzen. En als iemand naar huis beent, dan gebruikt hij zijn benen en gaat met ferme tred huiswaarts. De pols is zowel das Handgelenk als der Puls. Polsen betekent vorfühlen, nachfragen.

Kent u het werkwoord jatten? Mijn fiets is gejat (geklaut). In het Duits is meteen duidelijk dat het werkwoord van het substantief Klaue is afgeleid. Jatten zijn in het Nederlands ook handen: Blijf met je jatten van me af! (Hände weg!) Jat is ontleend aan het Jiddische jad, dat weer uit het Hebreeuws komt.

Ein eine in den Wolken schwebende Frau zärtlich küssender Putto (Foto: Dr. Fischer Kunstauktionen, PD Art)

De bek (Schnabel, Maul, Schnauze) wordt ook als synoniem voor mond gebruikt: Hou je bek! Hij viel op zijn bek.

Het werkwoord bekken betekent dat iets lekker in de mond ligt: Dat bekt goed! (een mooie reclametekst bijvoorbeeld; of zo’n tedere kus van een putto – rechts)
In het Duits kan men van Maul een werkwoord maken maar dat Duitse maulen (mopperen) bekt niet zo lekker. Iemand die goed gebekt is, is goed van de tongriem gesneden (zungenfertig).

Een vogel zingt zoals hij gebekt is.
Waarom eigenlijk niet: er singt wie er geschnabelt ist?

Tags:

Der Beitrag wurde am Sonntag, den 27. April 2014 um 18:07 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Idiom, Sprachvergleich, Wortbildung, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

3 Reaktionen zu “Dat bekt lekker!”

  1. Albrecht

    In Bezug auf den vorletzten Absatz wäre vielleicht noch erwähnenswert, dass es analog zu „bekken“ im Deustchen auch „munden“ gibt, was ja im Prinzip das gleiche bedeutet, allerdings im Passiv gebraucht wird („Etwas mundet mir.“).

  2. Johanna Ridderbeekx

    Het Duitse „munden“ (monden bestaat in het Nederlands ook) heeft betrekking op de smaak. „Hat´s gemundet?“ (Heeft het gesmaakt?) In die betekenis kan „bekken“ niet worden gebruikt. Je zou kunnen zeggen dat „bekken“ betrekking heeft op de activeit van mond, lippen en tong.

  3. Albrecht

    Stimmt! Da hatte ich im Blog-Eintrag wohl gelesen, was ich lesen wollte 😉 Danke für die Richtigstellung!