Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Tintenkillers en ander schrijfgerief

Schooltassen in Duitsland (Foto: Alfred Sternjakob/Immanuel Giel, CC BY-SA 3.0)

Het duurt nog even voor in Berlijn de school weer begint, maar toch zie ik overal al schoolspullen in de winkels (mogen de kinderen niet eerst van hun vakantie genieten?). Even denk ik dan aan mijn eigen schooltijd, die op talig vlak een uitdaging was – zeker in het begin. Mijn Nederlandse ouders gaven mij een schooltas (Du. Schulranzen) mee voor mijn mappen en een etui (Du. Federmäppchen) voor mijn schrijfgerei (Du. Schreibzeug). Maar mijn Belgische klasgenootjes kwamen naar school met een boekentas vol kaften en zij bewaarden hun schrijfgerief in een pennenzak. En terwijl ik voor de gymles (Du. Schulsport) mijn gymspullen had meegekregen, kwamen zij met turngerief naar de turnles (turnsloefen niet vergeten!).

Tijdens de eerste schooljaren schreven we met potlood (Du. Bleistift) of een vulpen (Du. Füllfederhalter). In de Belgische pennenzak zat geen gum (Du. Radiergummi) maar een gom. Dat zijn in het Nederlandse taalgebied vormvarianten, zo ook kauwgom/kauwgum (al kauwden wij in de regio Antwerpen liever tuttefrut). Voor de potloden was er een (punten)slijper (Du. Anspitzer), die bij ons ook scherper werd genoemd. Voor de vulpen hadden we natuurlijk vullingen nodig, die bij mijn Nederlandse moeder patronen heetten.

Tintenkiller (Foto: Eusebius (Guillaume Piolle), CC BY 3.0)

Essentieel tijdens de hele schooltijd was de tintenkiller (Du. ook Tintenlöscher), waarmee je blauwe inkt (Du. Tinte) kon wissen (Du. löschen) en er met de geïntegreerde viltstift overheen schrijven. Tintenkiller is de merknaam waaronder het Duitse bedrijf Kreuzer deze stift op de markt bracht. Het is in België en Duitsland een soortnaam (Du. Gattungsname) geworden, zoals (vermoedelijk in half Europa) Tipp-Ex dat is voor correctievloeistof. Een ander, in België gebruikt eponiem is de bic, een spreektaalwoord voor balpen (Du. Kuli), genoemd naar de Franse producent BIC.

De ‚Belgische‘ woorden voor schrijfgerei bracht ik als schoolmeisje mee naar huis en zo was taalvariatie in ons gezin al vroeg een thema. En het blijft me fascineren. Ik heb bijvoorbeeld al die jaren nooit geleerd hoe een tintenkiller in Nederland heet (toen hij op de markt kwam, waren mijn Nederlandse ouders al lang van school af – net als m’n Nederlandse collega-blogger). Is het een inktwisser? Een wisstift?

Tags:

Der Beitrag wurde am Donnerstag, den 3. Juli 2014 um 11:38 Uhr von Janneke Diepeveen veröffentlicht und wurde unter Niederlande, Sprachvariation, Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert