Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Billenkoek

Brazilië kreeg in de halve finale billenkoek van Duitsland, schreef Sporza.be gisteravond in een artikel over de indrukwekkende 7-1 overwinning van het Duitse elftal.

Billenkoek – Giorgio Conrad Strafe (Foto: Giorgio Conrad (1827-1889) – Kiefer Auktionen, PD)

Billenkoek? Een Nederlandse collega had er nog nooit van gehoord. Nochtans komt het woord volgens Prisma Handwoordenboek voornamelijk in Nederland voor – maar misschien niet in alle regio’s. De meeste Belgen waar ik het aan vroeg kennen het woord billenkoek, maar ze gebruiken het zelf niet. In billenkoek herkent u billen, waarover ik al eens een bijdrage heb geschreven. Nederlanders zeggen vaak billen of bips (Du. Popo) tegen het achterwerk (Du. Gesäß). Wat koek is, hoef ik u niet te vertellen (denk maar aan pannenkoeken en eierkoeken), al is er in de samenstelling billenkoek wel een bijzondere betekenis mee verbonden. Billenkoek is een schertsende benaming voor ‚een pak slaag voor de billen‘ (Du. eine Tracht Prügel). (Conservatieve?) ouders dreigen met billenkoek als zoon- of dochterlief zich misdraagt of ongehoorzaam is. Door de liefhebbers wordt billenkoek ook uitgedeeld in de slaapkamer. Helaas is billenkoek een serieus te nemen zaak in bepaalde culturen waar nog lijfstraffen worden opgelegd (zie bv. op Wikipedia).

In andere contexten, zoals het WK voetbal, behoeft billenkoek (gelukkig) geen letterlijke interpretatie. Het woord drukt dan vooral de vernedering uit (vernederen = Du. erniedrigen) die een elftal moet ondergaan, bijvoorbeeld als de tegenstander het ene doelpunt na het andere scoort. De titel van het hierboven genoemde artikel op Sporza.be luidde dan ook: Duitsland trakteert Brazilië op de ultieme vernedering.

Tijdens dit WK is billenkoek al een paar keer aan de orde geweest. Zo kreeg Zwitserland ermee te maken: De nummer zes van de wereld kreeg billenkoek van Frankrijk, dat met liefst 5-2 won (Voetbalprimeur.nl, 21 juni).

Wij zijn alvast benieuwd of het Nederlands elftal vanavond billenkoek zal geven aan de Argentijnen – of zelf billenkoek zal krijgen.

Tags: ,

Der Beitrag wurde am Mittwoch, den 9. Juli 2014 um 13:40 Uhr von Janneke Diepeveen veröffentlicht und wurde unter Idiom, Niederlande, Sprachvergleich abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

2 Reaktionen zu “Billenkoek”

  1. Truus De Wilde

    Zoveel billenkoek dat het „Brazielig“ was.
    https://www.taalbank.nl/index.php/woord-van-de-dag/item/brazielig

  2. Frits de Vries

    U schrijft dat u een Nederlandse collega heeft die het woord ‚billenkoek‘ niet kent. Dat moet dan wel iemand zijn die niet uit Nederland komt en ook de taal niet spreekt, verder kent elke Nederlander ouder dan 4 jaar het woord billenkoek.