Ik was even een paar dagen in de heimat omdat ik de late Rembrandt wilde zien en ook de mooie tentoonstelling Joden in de Cariben in het Joods Historisch Museum. Zeer de moeite waard! Bovendien was het Boekenweek.
Is u opgevallen dat ik het woord heimat hierboven niet gecursiveerd en met een kleine letter geschreven heb? Het staat in de Dikke Van Dale. Blijkbaar hebben Nederlanders geen eigen woord dat hetzelfde uitdrukt. Een ander Duits woord dat ik tegenkwam en dat ik tot mijn verbazing ook in de Van Dale én in het NRC Stijlboek vond, was unverfroren. Waarom de Nederlandse woorden brutaalweg of onbeschaamd niet voldoen, weet ik niet. In de NRC kwam de zin voor: „Daags na de onthulling in Nieuwsuur meldde het ministerie van Opstelten nog unverfroren dat het programma helemaal fout zat.“ En op bladzijde 44 van Magdalena, het nieuwe boek van Maarten ’t Hart, stappen zijn broertje en zusje „unverfroren“ in de auto van een vreemde meneer.
De woorden gründlichkeit (grondigheid) en schadenfreude (leedvermaak), die in een vorige bijdrage voorkwamen, staan overigens ook in de Dikke (met de toevoeging: ontleend aan het Duits).
Niet dat u nou denkt dat ik dat allemaal unheimisch vind: moet kunnen! Toch? Maar….
De Dikke schrijft bij unheimlich: beklemmend, naargeestig, onheilspellend, unheimisch. Valt u iets op? Unheimisch als verklaring voor unheimlich!
Unheimisch is een in ongebruik geraakt Duits woord (het staat niet in de Duden) dat het tegendeel van heimisch (thuis, inheems) uitdrukte. Prof. Ton Naaijkens heeft er een artikel aan gewijd. En hoewel het zowel in de Dikke als in het NRC Stijlboek (in beide met de uitleg: een Nederlandse vorming, gebruikt voor Duits unheimlich) te vinden is, heb ik er moeite mee: het is te zeer in strijd met mijn Duitse taalgevoel. Hetzelfde unheimliche gevoel bekruipt me trouwens wanneer ik in een Nederlandse tekst het Potsdamer Platz of de Brandenburger Tor lees.
Nog iets: in het Financieel Dagblad van zaterdag 14 maart 2015 stond een artikel met de titel De kunst van het verschlimmbessern. Dit werkwoord vind ik niet in de Dikke maar wel het substantief verschlimmbesserung: ontleend aan het Duits, iets dat als een verbetering is bedoeld maar in feite een verslechtering is. Accepteren we verschlimmbessern als werkwoord, dan zijn de stamtijden: verschlimmbesserde – heb verschlimmbesserd.
Kijk, daar heb ik nou begrip voor: dat mooie woord ontbreekt in het Nederlands, dan maar leentjebuur spelen (etwas borgen).