Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Is „in“ alweer out?

Onze collega’s van de Radboud Universiteit in Nijmegen bieden in augustus een zomercursus „Duitsland en zijn buurlanden“ aan. Een mooi initiatief waaraan iedereen met belangstelling voor de Duits-Nederlandse betrekkingen zou moeten deelnemen. Op een reclameflyer voor de zomercursus staat een onweerstaanbare slogan:

Doe mee en leer alle ‚ins en outs‘ van interculturele communicatie kennen!

Toen ik dit las, dacht ik: moet kunnen, het is bedoeld voor jongere mensen. Daarna dacht ik: is dit eigenlijk nog progressief taalgebruik, of komt het misschien al een beetje kunstmatig over? Is in nog in?

In behoort tot de woorden die wel predicatief maar niet attributief gebruikt kunnen worden. We kunnen in ongeveer vervangen door modern of actueel, bijvoorbeeld in deze zinnen:

Deze muziek is in.

Deze muziek is modern.

Deze muziek is actueel.

We kunnen de tweede en derde zin ook in een attributieve constructie veranderen, maar de eerste niet:

*de inne muziek

de moderne muziek

de actuele muziek

Dit verschil is op zich niet spectaculair want andere woordgroepen tonen hetzelfde fenomeen. In heeft inmiddels een verdere ontwikkeling doorgemaakt en kan nu ook een zelfstandig naamwoord zijn, zoals in de slagzin boven. Dit naamwoord komt alleen in het meervoud voor. Leer de in en out van interculturele communicatie kennen! – dit is ten eerste een slechte slogan (de bezoekers verwachten meer output dan kennis van één in en één out). Ten tweede is hij ongrammaticaal.

Shutter shades: nog „in“ of al „out“? In ieder geval „too much“. (antjeverene, CC-BY-SA-2.0)

Het Duits laat in ook in samenstellingen toe:

Neuer In-Club: In „Deine Mudda“ feiert die Szene

De bron van deze krantenkop toont heel duidelijk aan dat ook deze constructie tot een vrij speciaal onderdeel van taalgebruik behoort. De samenstelling In-Club lijkt een verbinding van bijvoeglijk + zelfstandig naamwoord. In het Nederlands is reclame voor een nieuwe in-club (nog) niet aanvaardbaar.

Het blijkt dat het gebruik van in in het Nederlands erg beperkt is, en ook in het Duits is het nog niet universeel inzetbaar. Het succes van in ligt misschien in het feit dat de Engelse afkomst niet meteen zichtbaar is. In is een voorzetsel dat het Nederlands met de andere Germaanse talen gemeen heeft. Alleen in combinatie met out wordt duidelijk dat het in de betekenis van modern, innovatief, nieuw of trendy opnieuw uit het Engels is overgenomen. Een woord wordt vlug ongeloofwaardig als het zelf de betekenis van modern heeft en bovendien door zijn Engelse afkomst het idee van moderniteit moet uitdrukken. Met andere woorden: het is vaak too much.

Zoals alle leenwoorden heeft in een beetje tijd nodig om zich in zijn nieuwe talige omgeving te ontplooien. Het heeft dus al een meervoudsmorfologie, maar nog geen morfologie voor attributieve constructies. Verdere ontwikkelingen zijn onder meer afhankelijk van het toekomstig gebruik. Als in nu al niet meer in is, zal het deze mogelijkheden misschien niet meer ontwikkelen.

Interculturele communicatie is uiteraard nog steeds in. Bij de zomercursus in Nijmegen valt er beslist niet alleen iets over ins en outs maar ook over de do’s en don’ts van interculturele communicatie te leren.

Der Beitrag wurde am Donnerstag, den 2. Juli 2015 um 09:15 Uhr von Philipp Krämer veröffentlicht und wurde unter Grammatik, Sprachwandel abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert