Onze zomergast van vorig jaar reageerde als eerste. De debuutroman van J.J. Voskuil Bij nader inzien is voor hem.
Tussen Vincent van Gogh en (naar ik meen) Aletta Jacobs staan twee markante hoofden. Kalend, verzorgde baard, een brilletje: het kan niet anders dan dat Hergé deze portretten voor ogen had als hij in zijn Kuifje-albums een verstrooide geleerde ten tonele wilde voeren (misschien met uitzondering van Trifonius Zonnebloem zelf). En inderdaad, professoren waren het, Nobelprijslaureaten zelfs. De eerste is Johannes Diderik van der Waals, de tweede – en over hem wil ik het even hebben – Hendrik Antoon Lorentz.
Zijn betekenis voor de theoretische natuurkunde is moeilijk te onderschatten en in zekere zin plaveide hij de weg voor de (speciale) relativiteitstheorie die door Einstein volledig tot wasdom werd gebracht, alhoewel Lorentz bescheiden genoeg was om de credits daarvoor geheel aan zijn vermaarde collega te geven. De twee kenden elkaar goed en correspondeerden uitgebreid (Lorentz’ Duits was uitstekend). “Ich bewundere diesen Mann wie keinen anderen, ich möchte sagen, ich liebe ihn,“ zou Einstein hebben gezegd.
Lorentz was geen pure theoreticus. Zo was hij betrokken bij de constructie van de Afsluitdijk en waren zijn wiskundige modellen essentieel om die waterkering sterk genoeg te maken. Toen hij in 1928 onder enorme belangstelling werd begraven, werden de Nederlandse telefoon- en telegraafdiensten uit eerbetoon drie minuten stilgelegd. Kom daar nu nog maar eens om.
Ed Ridderbeekx
De foto’s van de twee geleerden (Lorentz en Van der Waals) deden mij aan Jansen en Janssen denken. – JR
Tags: Gastbeitrag, Geschichte, wie is wie?
Am 11. Mai 2017 um 10:39 Uhr
Op 17 mei opent de koning het lab van Lorentz, Einsteins Nederlandse held.