Van tijd tot tijd wordt ons gevraagd om voor een ander medium te schrijven. We laten onze bloglezers graag de tekst lezen die in het Infobulletin van Anela verscheen.
Truus De Wilde is docent Nederlands aan de Freie Universität Berlin. Ze woont sinds 2010 met haar gezin in de stad, en promoveerde in 2018 bij Matthias Hüning op een sociolinguïstisch thema. Een thema dat alle medewerkers aan het Institut für deutsche und niederländische Philologie verbindt, is het opleiden van studenten tot kritische geesteswetenschappers. Dat doen we onder meer door het integreren van recent eigen onderzoek in het onderwijs.
Nieuwsgierig onderzoeken
Niets zo ingewikkeld, of door onderzoek kan het tot klaarheid worden gebracht, zo liet de Romeinse dichter Terentius al optekenen. Voor mij is de kloof tussen lesgeven en onderzoeken onbestaande. Net de nieuwsgierigheid van de onderzoeker moet je de studenten meegeven, het voortdurende ontdekken, het steeds opnieuw zekerheden in vraag stellen.
Dat de neerlandistiek daar een heel belangrijke rol op zich neemt, is niet onlogisch, omdat het Nederlands bij uitstek een taal is die er zich in het midden van Europa, in het midden van de Germaanse talen toe leent om samenhang en structuren te ontdekken. Studenten, zeker zij die ook goed Duits spreken, moeten niet ongereflecteerd regels leren, maar ontdekken waar een regel vandaan komt.
Terwijl de neerlandistiek in haar eigen taalgebied geleidelijk aan implodeert, omwille van absurde mercantiele argumenten, staat ze extra muros haar mannetje. Hier wordt het Nederlands absoluut niet beschouwd als een kleine taal, maar als een werktuig: taal als een zich steeds ontwikkelende bepalende factor in de samenleving, taal om te gebruiken om gereflecteerd plannen te maken voor de toekomst. Of het nu om mijn onderzoeksgebied ideologie & variatie, om morfologie of om pragmatiek gaat, het kadert allemaal in het grotere geheel van taal in de maatschappij.
Van nationale filologie naar transnationale benaderingen
Daarom ben ik ook heel trots om mee aan de wieg te staan van de nieuwe studierichting “Sprache & Gesellschaft” aan de Freie Universität. Het gaat daarin niet alleen om het begrijpen van de samenleving op basis van taal, maar ook om het actieve argumenteren tegen een gevaarlijk nationalistisch denken dat in het laatste decennium steeds sterker de kop opstak. De universiteit moet de plaats blijven waar men zich niet terugplooit op zichzelf, maar de transnationale effecten ziet. Als Theresa May de tijdsgeest verwoordt als: ‘a citizen of the world is a citizen of nowhere’, moet een hele generatie studenten kunnen counteren. De idee dat er ooit monoculturaliteit was, waar we nu romantisch aan kunnen terugdenken, is een illusie. Voorbeelden zat in de Europese kunst – en literatuurgeschiedenis, en in talen overal ter wereld. Maar ook hier geldt de wijsheid van Johan Cruijff: Je gaat het pas zien als je het door hebt. Ook de idee dat de taal bevrijd moet worden van vreemde invloeden, is tenslotte niet nieuw.
In de klassen van mijn kinderen is meertaligheid de norm en ik merk elke dag hoe dat ons leven rijker maakt, hoe zij leren verbanden te leggen en analytisch te denken, hoe zij ervan uitgaan dat er ook een wereld is buiten hun eigen bubbel. Ik weet dat ik bevoorrecht ben om te mogen onderzoeken en doceren in Berlijn, de stad die echt multicultureel en meertalig is. Zoals in veel grootsteden kan het wel eens botsen, maar omdat heel de wereld naar hier komt, komen ook al die achtergronden mee. Wat normaal is of gebruikelijk, wordt steeds opnieuw tegen het licht gehouden, en maakt ook regelmatig plaats voor een nieuwe, andere visie.
Taalbewustzijn en taalvariatie
Een Vlaamse slaviste in de Berlijnse neerlandistiek – ik timmer aan een ongebruikelijke weg binnen de academische wereld. Het brengt een eigen perspectief mee dat ook door de collega’s steeds als een verrijking geduid wordt. Voor mijn promotieonderzoek heb ik taalideologieën van docenten Nederlands aan Europese universiteiten in kaart gebracht. Het is een etnografisch onderzoek dat ons leert dat de ideeën over taal een belangrijk rol spelen in de manier waarop we taalverwervingslessen organiseren, én dat duidelijk maakt dat de taalklas een plaats is waar taalideologieën aan een volgende generatie doorgegeven worden. In de loop van het jaar verschijnt mijn boek “Over taalbewustzijn & taalvariatie” in de reeks Lage Landen Studies.
De conclusie kan ik alvast hier meegeven: als we blijven inzetten op nieuwsgierige, goede onderzoekers en docenten aan de universiteiten, heeft dat een duidelijke multiplicatiefactor. Misschien betekent dat voor de neerlandistiek wel dat we vanuit het buitenland ook de neerlandistiek intra muros nieuw leven in kunnen blazen.
Tags: Belgien, Berührungspunkte, Nederlands in de wereld