Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

IJsberen

Mooi plaatje nietwaar, deze ijsbeer met jongen? (JongenS of meisjes? Dat weten we niet)

IJsbeer met jongen (Foto: Steve Amstrup, CC BY-SA 3.0)

Maar heeft u al eens iemand zien ijsberen?
Vast wel!

Een studente wacht op de uitslag van haar mondeling examen en ijsbeert door de gang. Een aanstaande vader ijsbeert over de kraamafdeling (Entbindungsstation): ze lopen allebei rusteloos op en neer. Ik geloof niet dat Willem Barents deze uitdrukking van Nova Zembla heeft meegebracht. Waarschijnlijk zijn het de ijsberen in Artis of van de Zoo Antwerpen die de zenuwachtigen (den Nervösen) ten voorbeeld dienen.

In de verleden tijd: ik ijsbeerde – ik heb geijsbeerd;
Zij liep te ijsberen en hij heeft toen (damals) lopen ijsberen.

Tags:

Der Beitrag wurde am Freitag, den 28. Februar 2014 um 10:02 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

2 Reaktionen zu “IJsberen”

  1. Susann

    Ich vermute, dass uns ‚eisbären‘ zu kalt ist, denn wir tigern hin und her 😉

  2. Matthias Hüning

    Ja, stimmt – habe ich gleich in unserem Wörterbuch als Übersetzung hinzugefügt.