Een week voor Kerstmis dacht ik na over wat ik voor mijn gasten zou koken. Voor mijn Duitse vriendinnen wou ik graag een Belgisch gerecht op tafel toveren. Mosselen lust ik niet en stoverij vind ik niet echt feestelijk. Een koninginnenhapje leek me wel wat. Een smakelijk gevuld gebakje van bladerdeeg oogt mooi op de borden.
Toen ik opzocht of je koninginnenhapje inderdaad met een tussen-n schrijft, bemerkte ik het label ‚Belgisch-Nederlands‘ in het woordenboek. Ik raadpleegde meteen een Nederlandse collega. Ze had nog nooit van het koninginnenhapje gehoord (zij kende alleen maar koninginnensoep, wat ik dan weer moest opzoeken: ‘gebonden kippensoep’). In Nederland is het bladerdeeggebakje bekend onder de naam pasteitje en de vulling op basis van kip en champignons wordt ragout genoemd (ontleend aan het Frans).
Het Belgische koninginnenhapje is een vertaling van bouchée à la reine. Het hapje zou zijn uitgevonden door (of voor, dat is niet helemaal duidelijk) de echtgenote van koning Lodewijk XV. Het gerecht is dus van oorsprong niet Belgisch, maar Frans. Ook het synoniem vol-au-vent (Frans voor ‚vlucht in de wind‘) wordt in België vaak voor dit luchtige gebakje gebruikt. In de spreektaal is ook nog de naam vidé (Frans voor ‘schoongemaakt’) gebruikelijk. Mijn Belgische collega kende al deze synoniemen voor koninginnenhapje. Bovendien verklapte ze het recept voor de ‚echte‘ vulling met kip en kalfsgehakt.
Uiteindelijk besloot ik om voor de kerst toch maar coq au vin klaar te maken. Naar het recept van mijn Nederlandse moeder.
Tags: kulinarisch
Am 15. Januar 2014 um 20:51 Uhr
Die heißen im Deutschen gar nicht soviel anders: Königinnenpastete. Es gibt virler Rezepte hierzu im Internet.
Ich kenne sie mit Kalbsragout gefüllt. Auf jeden Fall darf Worcester Sauce nicht fehlen.
Am 15. Januar 2014 um 20:53 Uhr
viele Rezepte
Am 16. Januar 2014 um 10:12 Uhr
Danke für den Hinweis!