Mokum is een Jiddisch woord (mokem), afgeleid van het Hebreeuwse māqōm en het betekent stad. Mokum is Amsterdam. Deze niet-officiële benaming van de Nederlandse hoofdstad is nog steeds in gebruik.
En u weet al (jatten) dat dit niet het enige Jiddische woord is dat zijn weg in de Nederlandse taal heeft gevonden. De bajes (gevangenis), de smeris (de politieagent), kapsones hebben (Wichtigtuerei). Het zijn er te veel om op te noemen.
Toch nog even goed kijken naar het het substantief „smoes“. Dit is afgeleid van het Jiddische sjmoeës (praatje, vertelling, grap) en ontleend aan het Hebreeuws šəmuʿoth (berichten, geruchten, nieuws). In het hedendaagse Nederlands betekent een smoes of een smoesje: Ausrede.
Wanneer een Nederlands stelletje of een Vlaams koppel zit te smoezen, dan zijn ze aan het tuscheln. Het Duitse schmusen betekent daarentegen: liefkozen, vrijen!
Kijk ook eens naar Mokums mooiste woord: achenebbisj!
En poen (geld)? De Etymologiebank leert: mogelijk ontleend aan Jiddisch ponem ‘gezicht’, en dan een verwijzing naar de afbeelding van de vorst(in) op munten.
De titel van dit blog is de slotsom (conclusie) van „Geef mij maar Amsterdam“ – equivalent van de Berliner Luft, Luft, Luft. Desondanks nieuwsgierig? Dan hier de tekst.
Tags: jüdisch