Het adjectief spannend wordt in het Nederlands en in het Duits gebruikt. Wat Nederlandstaligen en Duitstaligen allemaal terecht spannend vinden, zijn detectives (Du. Krimis) en (finales van) wedstrijden. Maar ik stel hier op de afdeling sinds jaren vast dat Duitstalige studenten of collega’s het woord spannend in het Nederlands gebruiken in contexten waarin ik als moedertaalspreker dat niet zou doen. Bijvoorbeeld: ‚Berlijn is een spannende stad‘ of ‚ik vind taalkunde erg spannend‘. In die gevallen zou ik kiezen voor de alternatieven boeiend, interessant of fascinerend. Maar wat blijkt? Via Google vind ik wel degelijk treffers voor ‚een spannende stad‘ op Nederlandse websites: niet alleen New York en Tokio, maar ook Arnhem en ’s Hertogenbosch blijken bijzonder spannend te zijn. En dat taalkunde spannend is, heeft ook een zekere professor Roberta D’Alessandro op de Universiteit Leiden ontdekt.
Ligt het aan mij? Reageer ik hier in de Duitse neerlandistiek overgevoelig op Nederlands-Duitse contrasten en subtiliteiten? Mogelijk. Maar er zou wel eens iets heel anders aan de hand kunnen zijn. Het gebruik van het Nederlandse woord spannend is aan het verschuiven. Dat signaleert Marc van Oostendorp in Neder-L. Hij noemt twee centrale betekeniscomponenten van spannend, ‚verhoogde aandacht‘ en ‚onzekerheid over de afloop‘, en stelt vast dat die in de nieuwe gebruikscontexten sterk zijn afgezwakt. Zo sterk dat spannend in sommige contexten bijna synoniem is geworden met leuk (bv.: ‚Persoonlijk bloggen is soms best wel spannend‚). En dat werpt een heel ander licht op mijn overpeinzingen hier in Berlijn. Misschien klopt het helemaal niet dat veel Duitstaligen per ongeluk Duitse betekenissen op het Nederlandse spannend overdragen. Misschien doen zij mee met recente ontwikkelingen in de Nederlandse taal die ik, moedertaalspreker ver weg van het moederland, nog helemaal niet had opgemerkt.
Dat is natuurlijk allemaal heel erg boeiend, interessant en fascinerend. Maar ik hoop dat sprekers met Duits als moedertaal én moedertaalsprekers Nederlands ook eens over de alternatieven nadenken voordat ze weer eens iets spannend vinden.