Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

M’n neus!

Men weet niet of het de gewezen secretaris-generaal van de NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie) Jaap de Hoop Scheffer was of de voetballer Ruud Gullit die de Nederlandse uitdrukking alle neuzen wijzen dezelfde kant op (alle sind sich einig) het eerst in het Engels heeft vertaald. Ik zie ze er allebei voor aan (traue es beiden zu): all the noses in the same direction. Geen taal die een Nederlander niet naar zijn hand weet te zetten (gefügig machen)!

Neusbeentje (Anatomography, CC-BY-SA-2.1-JP)

We gaan nog even door met het woordveld „neus„.
En uw neus? Hebt u een wipneus (Himmelfahrtsnase) of bent u een wijsneus (Besserwisser)? Een feestneus? Nog een snotneus (Rotzbengel) misschien?
Bent u ambtenaar? Die beroepsgroep staat erom bekend uit de neus te eten (popeln, sich langweilen, nichts tun). Dat vindt u niet leuk? Dit soort opmerkingen komt u uw neus uit (zum Halse raus)?
Stil maar, begrijp ik. Dat heb ik langs mijn neus weg (ganz nebenbei) gezegd. Wie zoiets serieus durft te beweren, is geen knip voor zijn neus waard (keinen Schuss Pulver wert sein, zu nichts taugen).

Iemand iets door de neus boren betekent: jemanden um etwas bringen/prellen, jemandem die Freude an etwas verderben. Een Belgische wietteler (Anbauer von Cannabis) ziet 11.000 euro door neus geboord. Een tweede voorbeeld: „Er wordt Albert veel eer door de neus geboord„.
Deze wietteler en Albert keken waarschijnlijk behoorlijk op hun neus (wie ein begossener Pudel dastehen, bedeppert dreinschauen).

M’n neus! Ach was! Larifarie! Quatsch!

Tags:

Der Beitrag wurde am Donnerstag, den 29. Januar 2015 um 09:58 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Idiom, Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert