Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Kraan, kraan en kraan

Enkele dagen geleden zweefden er boven de FU tientallen kranen. Goed zo, zou je kunnen denken: het dak van onze bibliotheek lekt nog steeds. Maar deze kranen hadden niets met de (ongetwijfeld noodzakelijke) reparatie te maken. Het waren geen metalen kranen maar kranen met veren en snavels. De regio rondom Berlijn is elk jaar een belangrijke rustplaats voor kraanvogels op hun weg van het noorden naar Spanje en Afrika.

Kraan. (Enslin, CC-BY-SA-3.0)

De kraanvogel heet(te) in het Nederlands ook gewoon kraan en gaf zijn naam door aan verschillende instrumenten die een vergelijkbare vorm hadden – niet alleen de hijskraan maar ook de waterkraan: allemaal dingen met een slanke vorm en een lange nek. Als de kraan in je badkamer lekt, heb je voor de reparatie misschien een loodgieter (Du. Klempner) nodig, maar zeker geen kraan. Tegenwoordig hebben we vaker met een kraan in de badkamer te maken dan met trekvogels, en juist daarom heeft men in het Nederlands de -vogel aan de kraan toegevoegd.

Kraan. (M. Szczepanek, CC-BY-SA-3.0)

De analogie tussen deze majestueuze vogel en een aantal nogal profane voorwerpen is blijkbaar het eerst in het Nederlands onstaan en later overgenomen in andere talen, onder meer het Pools en ook, door leenbetekenis, het Frans. Het Duits doet een beetje mee, maar niet zonder de betekenisverschillen te markeren. Een kraan is een kraan is een kraan – dat geldt alleen voor het Nederlands. Een kraanvogel is een Kranich, een hijskraan is een (Bau)Kran en een waterkraan is een Wasserhahn. In het westen van het Duitse taalgebied kennen ze zelfs een Wasserkran – zeker niet toevallig vooral langs de Nederlandse grens, maar ook verder naar het zuiden). Het maakt misschien niet uit of we nu een kraanvogel of een haan kiezen om de vorm van een wateruitlaat aan te duiden, maar de Nederlandse metafoor lijkt dan toch iets eleganter.

Kranich en kraan(vogel) hebben kennelijk dezelfde Indo-Europese wortel.

Kraan. (S. Schmidt, CC-BY-SA-3.0)

De kranen lieten het duidelijk horen toen ze over onze universiteit vlogen: het zijn gewoon ”schreeuwvogels”. Om dit te herkennen hoef je geen kraan te zijn. Een kraan is – in tegenstelling tot een kraan, een kraan of een kraan – een bijzonder knap of behendig mens. Blijkbaar heeft er een etymologische uitwisseling plaats gevonden. Het Frans heeft de betekenis van kraan overgenomen om het hijstoestel net als de trekvogels grue te noemen. Omgekeerd heeft het Nederlands de crâne (Nl. schedel) uit het Frans ontleend om iemand met buitengewone vaardigheden te beschrijven.

Vader en zoon Kraan waren trouwens architekten en ontwierpen allebei bijzonder graag kerken. Niet gek: om een kerk te bouwen heb je uiteraard een K/kraan nodig.

Der Beitrag wurde am Sonntag, den 29. November 2015 um 13:58 Uhr von Philipp Krämer veröffentlicht und wurde unter Etymologie, Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert