Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Winnen

Tussen talen – Scènes uit het courante* leven

Moeder en zoon rennen samen, zomaar. Hij is als eerste bij het muurtje en roept triomfantelijk:Ik gewin!“

Lauwerkrans (A. Praefcke, PD-self)

Het klopt, hij wint. En in het Duits gewinnt er.

Het verschil tussen de Duitse en Nederlandse, en bij uitbreiding ook de Engelse, vorm is klein. Maar wat was er eerst, de vorm met ge- of die zonder? Kwam er een ge- bij of viel de ge- net weg? De taalkundige in de moeder die ik ben, wordt wakker.

Wat blijkt? De etymologie maakt duidelijk dat de vraag niet helemaal juist is: de twee vormen bestonden naast elkaar, met een licht afwijkende betekenis. In het Nederlands en het Engels is de vorm zonder ge- standaardtaal geworden, in het Duits die met ge-.

Winnen (met imperfectum won, en voltooid deelwoord gewonnen) is een sterk werkwoord, met Ablaut, net zoals het Engels (win, won, won), en het Duits (dat een -a- in het imperfectum heeft, gewinnen, gewann, gewonnen).

Gewinnen bestaat ook in het Nederlands, het betekent „verwerven“. Het is erg archaïsch, ik associeer het met de Bijbel. Op bijbelsdigitaal kan je makkelijk verschillende versies van de Bijbel vergelijken en doorzoeken. Zo vind je „gewinnen“ in de Statenvertaling van 1637 maar ook nog in de editie van 1977.

Filippenzen 3:8
8 Ia gewisselick ick achte oock alle dingen schade te zijn, om de uytnemenheyt der kennisse Christi Iesu mijns Heeren: om wiens wille ick alle die dingen schade gerekent hebbe, ende achte die dreck te zijn, op dat ick Christum moge gewinnen,
Filippenzen 3:8
8 Ja, gewis, ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb, en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen,
In dit fragmentje van de Statenvertaling (1637) zie je dat winnen toen ook al bestond:
Sirach 34:25
25 Als de eene bouwt ende de ander afbreeckt, wat winnen sy meer dan moeyte?

Wie wint, is een winnaar, geen verliezer. Ook geen verliezaar, voorlopig toch niet. Oh, en als je wint, heb je vrienden.

Ik win!


* Courant betekent „regelmatig“, tenminste, dat betekent het in België. In Nederland is het woord alleen gebruikelijk in de betekenis „lopend, geldig“, zoals bijvoorbeeld in rekening-courant (in België zichtrekening) of courante woorden („gebruikelijk“)

Der Beitrag wurde am Sonntag, den 17. April 2016 um 09:05 Uhr von Truus De Wilde veröffentlicht und wurde unter Etymologie, Sprachvariation, Sprachvergleich abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert