Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Majesteitsschennis

Dit woord (Majestätsbeleidigung) spookt momenteel door de pers. Een heuse majesteit hebben ze in Duitsland noch in de meeste andere landen, maar ook een staatshoofd kan beledigd worden, schijnt het.

Als eerste schiet me daarbij te binnen de lafhartige (feige) houding van de Nederlandse regering in de jaren dertig tegenover vluchtelingen uit Duitsland: Hitler, bevriend staatshoofd [sic], zou een hartelijk welkom als belediging kunnen opvatten.

Maar laten we even stilstaan bij het woord schennis.
Woorden die op -nis (-enis of -tenis) eindigen, hebben als basiswoord een adjectief of werkwoord; ze zeggen iets over de hoedanigheid (Beschaffenheit, Eigenheit) te zijn of te doen wat het grondwoord aanduidt – en ze zijn veelal (meistens) vrouwelijk. Deze uitgang is niet meer productief, wat wil zeggen dat het niet mogelijk is zomaar een nieuw woord met de uitgang -nis te vormen.

Schennis is afgeleid van schennen (archaïsch), van schenden: overduidelijk verwant met het Duitse schänden en het betekent hetzelfde – maar ook: entehren, verletzen: de mensenrechten of het beroepsgeheim schenden (verletzen).

Woorden die een adjectief als basiswoord hebben, zijn bijvoorbeeld de/het vuilnis (Abfall) en de duisternis (Finsternis).

Ja, het zijn duistere tijden, denken mijn kennissen (!) en ik wel eens: gebeurtenissen (!) waarbij je de haren te berge rijzen (es sträuben sich die Haare). Je kunt wegens van alles en nog wat aangeklaagd worden en dan wordt er een vonnis (Urteil) geveld. Vonnis is afgeleid van vinden in de betekenis oordelen.

Beatrix in de Gouden Koets (Roel, CC-BY-2.0)

Ik herinner me nog een vonnis – ik heb het niet op internet kunnen vinden, maar het heeft indertijd (damals) kennelijk een onuitwisbare (unauslöschlichen) indruk op me gemaakt…

Een Nederlands staatsburger riep, toen koningin Beatrix langskoetste: „kutwijf!“ (of iets dergelijks). Duitse vertaling: Blöde Fotze. Deze brutale (unverschämt) onderdaan werd aangeklaagd wegens majesteitsschennis.
De rechter, een bijna on-Nederlands verstandige landgenoot, vonniste (herkent u de impliciete transpositie? – het substantief wordt werkwoord): vrijspraak!

Een majesteit kan slechts beledigd worden als ze begrijpt wat er gezegd wordt; dit woord kent Hare Majesteit niet.

Tags:

Der Beitrag wurde am Freitag, den 22. April 2016 um 19:15 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Allgemein, Wortbildung, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Eine Reaktion zu “Majesteitsschennis”

  1. Klaus Hense

    Geachte Mevrouw Ridderbeekx,

    deze tekst over majesteitsschennis heeft mijn hart verheugt. Het intellect sowiezo. Bedankt!

    Klaus Hense