Bescheidenheit ist eine Zier, weiter kommt man ohne ihr. So sagt es der Volksmund, ohne Rücksicht auf Verluste im Kasussystem. Ganz unbescheiden darf ich ein Kompliment zitieren, das meine Blog-Kolleg/inn/en und mich sehr gefreut hat. Ein Kollege aus den Niederlanden schrieb in einer Mail:
Wat een leuke stukjes zetten jullie toch op jullie website!
Liest man den Satz mit deutscher Grammatik im Hinterkopf, zuckt man erst einmal zusammen und denkt sich: Da stimmt etwas nicht. Muss ein Versehen sein, vielleicht ein Verschreiber. Eigentlich passt wat een nicht zusammen mit einem Plural (stukjes).
Auf Deutsch gibt es natürlich eine entsprechende Formulierung:
Was für schöne Beiträge habt ihr da auf eurer Website!
Unmöglich ist aber die Konstruktion, die das Niederländische hat:
*Was für ein schöne Beiträge habt ihr da auf eurer Website!
Der Ausdruck wat een + Plural ist im Niederländischen absolut gängig. Man findet beispielsweise auf Google jede Menge Belege für Sätze wie
Wat een mooie foto’s!
*Was für ein schöne Fotos!
Im Deutschen müssen was für ein und die darauf folgende Nominalphrase im Numerus immer übereinstimmen, im Niederländischen anscheinend nicht. Ein weiterer Unterschied liegt im Wörtchen für. Auf Deutsch sind Formulierungen ohne für seltener, weniger standardsprachlich oder in manchen Fällen (vor allem beim Plural) ganz ausgeschlossen:
Was für ein schönes Foto!
?Was ein schönes Foto!
Was für schöne Fotos!
*Was schöne Fotos!
Auf Niederländisch gibt es den Ausdruck zwar auch mit einem zusätzlichen voor, aber die Variante ohne diesen Zusatz ist mindestens genauso gängig. Ob die Sätze mit voor tatsächlich möglich und wohlgeformt sind, da widersprechen sich die Urteile unserer Muttersprachlerinnen im Arbeitsbereich. Man findet jedenfalls entsprechende Beispiele im Internet, in denen wat voor (een) benutzt wird. Vielleicht hängt es von der Region oder vom stilistischen Empfinden ab, ob man diese Formulierungen akzeptiert oder nicht.
Wat een mooie foto!
Wat een mooie foto’s!
?Wat voor een mooie foto!
?Wat voor een mooie foto’s!
?Wat voor mooie foto’s!
Um es noch einmal zu sortieren, kann man für jede Sprache eine kleine Tabelle machen:
NL | Singular | Plural |
Wat een… | OK | OK |
Wat voor een… | ? | ? |
Wat voor… | X | ? |
DE | Singular | Plural |
Was ein… | ? | X |
Was für ein… | OK | X |
Was für… | X | OK |
Die Preisfrage lautet: Wie kommt das? Wir haben einerseits im Niederländischen die Möglichkeit einer (vermeintlichen oder tatsächlichen) Inkongruenz zwischen dem Artikel und dem zugehörigen Substantiv. Und wir haben andererseits die Präposition für, die eigene Regeln schafft.
Ein Grund dafür ist vermutlich die Tatsache, dass die gesamte Konstruktion was (für) ein in beiden Sprachen etymologisch nicht mehr transparent ist. Es handelt sich trotz der Einleitung mit Was nicht um eine Frage, vielleicht noch nicht einmal um eine rhetorische. Auch die intuitiv naheliegende Wortbedeutung von für bzw. voor im Sinne von ‚zugunsten von‘ oder ‚anstelle von‘ ist hier nicht direkt durchsichtig. Das gilt zwar in beiden Sprachen, aber das Niederländische hat sich diese Intransparenz schon etwas produktiver zunutze gemacht. Hier wird wat een einfach zu einer Art von Partikel, die emotionale Intensität ausdrückt, weil ein bestimmtes Phänomen unter allen gleichartigen Phänomenen besonders heraussticht – sei es positiv oder negativ:
Wat een geweldige roman! (Das Buch ist viel besser als die meisten anderen Romane.)
Wat een afschuwelijke politici! (Die Politiker sind noch viel widerwärtiger als die meisten anderen.)
Was für ein spannende Entdeckungen man in einer einfachen, netten E-Mail von einem Kollegen doch macht!
Tags: Auf Deutsch, Präpositionen
Am 6. Januar 2017 um 13:57 Uhr
Mijn VLAAMS taalgevoelen zegt mij dat de Duitse grammatikale konstruktie: was fûr ein + subst. sing. en was für + subst. plur. in al haar grammatikale logika volledig overeenstemt met de (korrekte) Nederlandse grammatikale konstruktie: wat voor een + subst. enk. en wat voor + subst. mv.
Er is echter een klein verschil: in de konstruktie ‚wat voor een + subst. enk.‘ kan het woordje ‚voor‘ desgevallend en zelfs bij voorkeur worden weggelaten. Dit kan / mag blijkbaar niet in de Duitse konstruktie ‚was fûr ein + subst. sing.‘
Bv. ‚Wat voor een lief kind!‘ of ‚Wat een lief kind!‘ – ‚Wat voor een leuk stukje staat er op deze webstek!‘ of ‚Wat een leuk stukje staat er op deze webstek!‘
Wat (= dat wat) echter in het Nederlands (en mijns inziens ook in het Duits) NIET kan, is het weglaten van het woordje ‚voor‘ in de grammatikale konstruktie ‚wat voor + subst. mv.‘.
Een zinnetje als ‚Wat leuke stukjes zetten jullie…‘ is grammatikaal niet korrekt en moet dus worden: ‚wat voor leuke stukjes zetten jullie…‘
Een konstruktie als ‚wat een leuke stukjes zetten jullie…‘ gaat – strikt grammatikaal gezien – dubbel in de ‚fout‘ of dan toch de grammatikale mist in! Ze is immers zowel in strijd met de korrekte grammatikale konstruktie ‚wat (voor) een + subst. enk.‘ als met de korrekte grammatikale konstruktie ‚wat voor + subst. mv.‘. Er is hier dus duidelijk sprake van een grammatikale ‚wederzijdse besmetting‘ in het zinnetje: ‚wat een leuke stukjes zetten jullie…‘.
Grammatikaal korrekt is dus: ‚wat voor leuke stukjes zetten jullie…‘ of – als alternatief – ook nog: ‘welke leuke stukjes (toch) zetten jullie…’
Hierbij evenwel nog een voorbeeldje van een Nederlandse zin die op het eerste gezicht lijkt te botsen met de grammatikaal korrekte konstruktie ‚wat (voor) een + subst. enk.‘ :
‚Wat een mooie kleuren…!!‘
Het hier in de meervoudsvorm gebezigde woord ‚kleuren‘ heeft hier echter duidelijk de funktie van een substantief enkelvoud omdat het zonder enig probleem kan worden gezien en aangevoeld als een soort ‚deel voor het geheel‘.
Het woorddeel ‚kleuren‘ staat hierbij dan voor het geheel van een (verondersteld) samengesteld substantief enkelvoud, zoals ‚kleurenpracht‘, ‚kleurenkombinatie‘ (‚kleurenspel‘,’kleurenfestijn‘, zij het dat deze onzijdige substantieven grammatikaal niet te verenigen met het verbogen adjektief ‚mooi-e‘ in de zin ‚wat een mooie kleuren‘)…
Zo iets is evenwel semantisch ondenkbaar en (naar de woordbetekenis) grammatikaal niet mogelijk met het woord ’stukjes‘ in een zinnetje als: ‚wat een leuke stukjes…!!‘
Men kan over dit alles nu wel gaan (taal)filosoferen zoveel en zover men wille maar een Nederlandse zin als ‚wat een leuke stukjes zetten jullie…‘ is ten gronde in strijd met de (logische) regels van de grammatika van de Nederlandse taal, vooropstellende dat het woordje ‚een‘ hier wel degelijk funktioneert als lidwoord (Artikel) en dat het woordje ’stukjes‘ hier (in voormeld zinnetje) wel degelijk funktioneert en ook niet anders kan funktioneren dan als meervoudsvorm van het substantief-diminutief enkelvoud ’stukje‘.
Ik besef heel goed dat ‚taal‘ en taalkommunikatie verder reikt dan de woorden en de zinnen die men hoort (zegt) en ziet (schrijft of leest) en ik wil de laatste zijn om over een taalgebruiker te oordelen, laat staan hem te veroordelen, maar zeker is dat een ‘korrekte emotionele grammatika‘ vooralsnog niet aan de orde is, althans niet in de Nederlandse standaardtaal en – naar ik met een onbezwaard gemoed moge aannemen – alvast ook niet in de Duitse standaardtaal.
Ik werpe hier nochtans zijdelings op dat de ‚emotionaliteit‘ waarmee de aankomende nieuwe President van de Nederlandse Taalunie – bijna als een soort Weder Opgestane Caesar die zich in gedachte voorbereidt op een trans-Alpijnse veldtocht – onze (standaard)taal aanschouwt en bekijkt en hierbij zowel ’spelling‘ als sommige onderdelen van de Nederlandse grammatika nu al in zijn wiebelende weegschaal legt tegenover het veronderstelde gewicht van het persoonlijke ‚plezier‘ dat elke taalgebruiker verondersteld wordt te kunnen beleven aan het gebruiken van onze taal, dan hou ik mijn taalhart vast en ben ik niet meer zo zeker dat……..de rijzende nieuwe President wel degelijk goed beseffe dat hij in zijn nieuwe funktie als eerste opdracht heeft om onze ’standaardtaal‘ te behoeden en bovendien als ’standaard‘, als kollektieve interkommunikatieve norm verder te ontwikkelen, in kracht en bruikbaarheid te verbeteren en te verstevigen in het hele Nederlandse taalgebied?
[deze laatste, op stevige klassieke Latijnse leest geschoeide volzin, is uiteraard in de eerste plaats bedoeld voor het Nederlandstalige ‚thuisfront‘ en meer specifiek voor de lezers van de webstek ‚Neerlandistiek‘ waarop deze kommentaar eveneens werd geplaatst als reactie op dezelfde blogpost]