Het gebeurt niet vaak dat je als gewone taalwetenschapper in contact komt met politici. Het gebeurt nog minder vaak dat politici zelf contact met taalwetenschappers zoeken. Tijdens een conferentie over creooltalen gebeurde het wel. Onlangs kwam ik daar Apryl Foole tegen, de minister voor onderwijs en cultuur van de Amerikaanse Maagdeneilanden.
Zij was geïnteresseerd geraakt in de taalgeschiedenis van haar land, in het bijzonder in de Nederlandse creooltaal die daar ooit werd gesproken (het Virgin Islands Dutch Creole of – zoals wij graag zeggen – cariools). Vooral de collega’s uit Nederland en Denemarken wisten veel te vertellen over de achtergronden van die taal. Het resultaat van de samenkomst was enigszins onverwacht. Een interview met de minister van het autonome gebied van de VS zal morgen op het plaatselijke radiokanaal WTF uitgezonden worden, maar enkele citaten worden in de taalwetenschappelijke community van de Caraïbische eilanden al op Facebook geshared: “We would like to get in touch with our cultural and linguistic heritage, find new contacts and friends across the Atlantic and diversify our economy” zegt Foole in het interview. Om dit te doen wil de regering van de US Virgin Islands nu graag lid worden van de Taalunie.
Bij ons staat deze kleine Caraïbische archipel vooral bekend als belastingparadijs, maar de gouverneur van het land vindt dit economisch model niet onverantwoord als de winsten worden geïnvesteerd in filantropische projecten, in het cultuurleven of het onderwijs.
De Maagdeneilanden zijn nu bereid om met hun bijdragen de begroting van de Taalunie te steunen en de drastische consequenties van de bezuinigingen in de afgelopen jaren een beetje te verminderen. In ruil daarvoor hoopt de regering op hulp, o.a. van het Meertens Instituut, bij de start van een kleine vakgroep neerlandistiek aan de universiteit in Charlotte Amalie.
De nieuwe collega’s krijgen een concrete taak: ze gaan in opdracht van de regering maatregelen ontwikkelen voor de revitalisering van de Nederlandse creooltaal zoals dat al eerder met het Hebreeuws en het Cornisch is gebeurd. Op lange termijn hopen de Virgin Islands ook op groei in het toerisme, vooral uit Nederland: een uur minder reistijd dan naar de ABC-eilanden en een bevolking die het Nederlands minder als taal van koloniale onderdrukking ervaart.
Naast economische redenen heeft het project ook een politieke dimensie, zegt de minister: “We want to be a better society than the one President Trump stands for, a multilingual society with a multicultural population. Our Creole history can help us to make this quality more visible, it can help us foster our own identity, an inclusive one rather than one that builds walls and fences.”
De Taalunie heeft tot nu toe nog geen officiële aanvraag van de Maagdeneilanden ontvangen. Het is vooral onduidelijk of de eilanden volwaardig lid kunnen worden (omdat zij geen zelfstandig land zijn) – misschien is alleen een geassocieerd lidmaatschap mogelijk. Wij zijn in elk geval benieuwd naar de ontwikkelingen! Misschien zal de taal dan ook eindelijk een definitieve naam krijgen…
Tags: Nederlands in de wereld, Politik, Sprachpolitik