Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Ekster

Een paar dagen geleden zat ik heerlijk op het balkon bij een Nederlandse vriendin die in het groene zuidwesten van Berlijn woont. Terwijl we daar zaten, kwam een roodborstje (Du. Rotkehlchen) nieuwsgierig bij ons kijken. Even later werd het verjaagd door een voorbijvliegende zwart-witte vogel. „Ekster in het Nederlands, Elster in het Duits. Dat moet toch een vergissing in het alfabet zijn!“, zei mijn vriendin. Dat verschil is inderdaad merkwaardig en daarom wil ik hier eens een blik werpen op de etymologie van de naam van deze vogel, die wetenschappelijk Pica pica heet.

Ekster (Foto: Arpingstone, PD)

De etymologische woordenboeken suggereren dat de ekster genoemd is naar zijn scherpe snavel of spitse staart. Het eerste deel van de naam is waarschijnlijk gevormd uit het Proto-Germaanse element *agi-/aga- dat ‚puntig‘ (Du. spitz, scharf) betekent. Het tweede deel zou terug kunnen gaan op het Proto-Germaanse element *-str-. In middeleeuwse Nederlandse teksten zijn bijvoorbeeld de vormen egestre, aecstren en aexter aangetroffen, waarin we de hedendaagse Nederlandse naam ekster herkennen. In het Duits daarentegen is er blijkbaar al in een vroeg stadium een -l- ingevoegd. In Oudhoogduits materiaal (vóór 1100) is de vorm agalstra aangetroffen. Daarop gaat (via verdere ontwikkelingen) het moderne Duitse Elster terug.

Bijna nog interessanter is de Engelse naam magpie voor deze zwart-witte vogel. Volgens een etymologisch woordenboek gaat het pie-gedeelte (via het Oudfrans) terug op de Latijnse naam pica. Dan zijn we weer bij de wetenschappelijke naam Pica pica en die heeft, net als ekster, etymologisch iets met ‚puntig‘ te maken. Mag is afgeleid van de vrouwennaam Margaret, die spreekwoordelijk gebruikt wordt voor een eigenschap die vooral aan vrouwen wordt toegeschreven: veel babbelen (Du. schwatzen). De ekster staat inderdaad bekend als een vogelsoort die gemakkelijk kan leren praten.

De eigenschap van ‚babbelen‘ komt trouwens ook terug in allerlei Nederlandse dialectbenamingen voor de ekster, zoals een kalle of een Anneke. Babbelen, een typisch vrouwelijke eigenschap? Die middag op het balkon hebben m’n vriendin en ik in ieder geval het cliché bevestigd.

Tags:

Der Beitrag wurde am Freitag, den 1. August 2014 um 10:00 Uhr von Janneke Diepeveen veröffentlicht und wurde unter Etymologie, Sprachvariation, Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Eine Reaktion zu “Ekster”

  1. Truus De Wilde

    Meer dan een vogel: ELSTER is ook het acroniem voor de ELektronische STeuerERklärung, de elektronische belastingaangifte in Duitsland.