Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Blind date

Geen flauw idee hoe jong de lezers van deze blog zijn… Kennen ze Konrad Adenauer nog?

Gedenkmedaille K. Adenauer, Deutsche Krebshilfe (Foto: Bundesarchiv, B 145 Bild-F093156-0014 / Arne Schambeck, CC-BY-SA)

U zult het fotootje rechts moeten aanklikken om de gelijkenis te zien. Max Adenauer lijkt als twee druppels water (wie ein Ei dem andern) op vader Konrad. Nog mooier vond ik deze foto van Max met Philippe de Gaulle, de zoon van Charles!

Vincent van Gogh, Sterrennacht (PD)

Lijken op iemand/iets betekent: ähnlich sehen, aussehen wie… Onthoud dat even!

Bij Vincent van Gogh twijfel ik niet: die kent u. U kent zijn Aardappeleters, zijn Bruggetje van Arles en waarschijnlijk ook zijn Sterrennacht (links). De maan schijnt en de sterren fonkelen. Natuurlijk schijnt op Van Goghs schilderijen ook vaak de zon en werpt een lange schaduw (Schatten).

Lijken en schijnen zijn in de zinnen hierboven zelfstandige werkwoorden. Ze kunnen echter ook als koppelwerkwoord (Kopula) gebruikt worden; dan verbinden ze een naamwoord (nomen – het kan ook een adjectief zijn) met het subject (onderwerp) en duiden een eigenschap aan.

Vincent lijkt een beetje depressief. Max schijnt geen groot schilder.

In beide gevallen is de vertaling „scheint“ op zijn plaats. Maar … er is een klein betekenisverschil: bij lijken speelt eruitzien meestal een rol en bij schijnen is vaak sprake van horen zeggen. Het werkwoord lijken komt in het Nederlands veel vaker voor dan schijnen. Vertaald wordt lijken met aussehen of scheinen. Dus: hij lijkt wel ziek (hij ziet er zo uit); hij schijnt ziek (heb ik gehoord).

Blijken – dat is een ander paar mouwen, zouden de Belgen zeggen (das steht auf einem anderen Blatt). Het betekent: sich herausstellen, sich zeigen.

Uit onderzoek blijkt dat nachtelijke fietsers bijna altijd dronken zijn.

Niks met alsof (het lijkt alsof…, het schijnt alsof…), het gaat om feiten: het blijkt dat
Wat schijnbaar is, weet u. Blijkbaar betekent offensichtlich!

En nu het koppelwerkwoord.

C. Troost: de wanhebbelijke liefde PD)

Dronken fietsers blijken ’s nachts een gevaar op de weg.
Zij blijkt tot over haar oren verliefd want hij bleek een charmant causeur (Redner).
Max en Philippe bleken al jaren een paar.
Daar zwemt een kleine, toch nog dapper gebleken knaap.

In deze zinnen klinkt altijd door: es hat sich herausgestellt, dass… Ze kunnen ook zo vertaald worden, maar soms is het (blijkt het) beter een ander werkwoord te nemen: sie sind.., sie ist.., er war.., sie waren..; en een kleine, dappere knaap.

Ja, ik heb het na lang aarzelen (zögern) gedurfd (gewagt): een blind date en – stel je voor, hou je vast – die „flink gebouwde weduwnaar“ (Wittwer) bleek mijn buurman!
Nondeju!

Der Beitrag wurde am Dienstag, den 25. November 2014 um 10:00 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Grammatik, Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert