U weet intussen dat ik een zwak heb voor lekker eten. In een leuk opiniestuk op deredactie.be lees ik over de brasseriekeuken, en welke gerechten je daar voorgeschoteld krijgt. Met mijn voelsprieten voor deze blog op scherp scan ik de tekst grondig, en ja hoor, veel interessant materiaal. Ik zou iets kunnen schrijven over waterzooi, over een coupe brésilienne of over palingen en alen. Maar eerst is er een ander woord dat onze aandacht trekt: de klassieker.
Van het voorgerecht over het hoofdgerecht tot het nagerecht, in de brasseriekeuken vind je veel klassieke gerechten:
Een echte klassieker is de onverwoestbare tomaat-garnaal.
Nog een klassieker is de Vlaamse stoverij (stoofvlees), of het hammetje met mosterdsaus.
Zes klassiekers geven we u nog mee, we sommen ze op met de ogen toe: crème brûlée, coupe Brésilienne, Dame Blanche, Banana Split, tiramisu en warme appeltaart met ijs.
Een klassieker is in Nederland vooral bekend als een wielerwedstrijd. Prisma specificeert: klassiekers zijn eendaagse wielerwedstrijden op de weg, dus wel Luik-Bastenaken-Luik (of: Liège – Bastogne – Liège) maar niet de Ronde van Frankrijk, en ook geen veldrijden. Ja, wielrennen is een serieuze zaak in de Lage Landen. Het is zelfs literatuur, vraag maar aan Tim Krabbé (net een nieuw boek uit!) of aan Ann De Craemer (binnenkort in Berlijn!). In deze betekenis wordt klassieker nu ook in het wielrennen in Nederland gebruikt.
In andere contexten kiest men in Nederland vooral voor klassieken: een veelgelezen of algemeen bekend boek of schrijver (bv. de Russische klassieken Tolstoj en Dostojewski).
In België wordt klassiekers gebruikt in veel contexten waar het gaat om iets met een lange traditie, iets dat als typisch en authentiek geldt (bv. de Russische klassiekers en, in de voorbeelden hierboven, Belgische culinaire klassiekers).
Is het ene juist, en het andere fout? Nee. Het is anders, meer niet. Het was wel lange tijd fout: bij Onze Taal kan je lezen dat klassieker pas sinds 1984 zonder label in Van Dale staat. Daarvoor werd het als germanisme beschouwd, overgenomen dus uit het Duits (der Klassiker). Het lijkt er wel op dat de klassieker uit de wielerwedstrijden de wegbereider was voor meer klassiekers in Nederland.
En als ooit een classicus uw pad kruist, denk dan niet dat u met een sportman te maken heeft: de brave man kent de Olympus waarschijnlijk beter dan de Mont Ventoux . Een classicus (vrouwelijk vorm de classica) bestudeert de klassieke talen Latijn en Grieks (D. Altphilologe/in).
Tags: Belgien, kulinarisch
Am 10. Juni 2015 um 09:01 Uhr
De foto is Eddy niet in de Ronde van Vlaanderen, wel op het wereldkampioenschap 1966 op de Nürburgring: https://nl.wikipedia.org/wiki/Wereldkampioenschappen_wielrennen_1966
Wielrennen is inderdaad een serieuze zaak 😉
Am 10. Juni 2015 um 09:54 Uhr
Oeps! Ik geloof dat ik meer weet over taal dan over wielrennen 😉