Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Slecht weer

In het college „Sprachliche Variation und sprachlicher Wandel“ is „Woorden op reis“ een van de thema’s. De studenten schrijven voor u een gastblogpost over Nederlandse woorden die het gemaakt hebben in de wereld. Vandaag deel 6, door onze gastauteur Nina Untch.

Laten we met iets makkelijks beginnen. Stormen ofwel Stürme zijn winden met windkracht van minstens 9 op de schaal van Beaufort, deze twee begrippen zijn dus zowel etymologisch als semantisch verwant. Maar dit geldt niet voor álle woorden die bij slecht weer horen.

Bijvoorbeeld een onweer. In het Nederlands is dit een “storing in de dampkring met donder en bliksem” (Van Dale). Hoewel het woord klinkt als das Unwetter, betekent het iets anders, namelijk das Gewitter. Ook de bui heeft een andere vertaling dan je vanuit het Duits misschien zou verwachten: niet die Böe, maar der Schauer. Valse vrienden, die ons het leven alleen makkelijker lijken te maken.

Sir Francis Beaufort (Stephen Pearce, CC-PD-Mark)

Wat heeft dat nu met woorden op reis te maken?

Tot nu toe nog niets, maar er is ook het duo de orkaan/der Orkan. Ook die woorden lijken op elkaar. De betekenis is ongeveer dezelfde, het gaat om erg krachtige stormwinden (vanaf 12 of meer op de schaal van Beaufort) die in onze contreien eerder weinig voorkomen. Ook in het Deens en Zweeds, twee andere Germaanse talen, en in het Pools en Russisch, twee Slavische talen, bestaat het als “orkan”. Op deze kaart kan je zien welke talen het woord rechtstreeks uit het Nederlands ontleenden. Uit het Nederlands? Orkaan?

Beginnen we bij het begin.

“Huracan” – de godheid met één been – was de naam van de god van de wind en vernietiging in de taal van de Maya’s. In Midden-Amerika, waar de Maya’s leefden, heeft het sterrenbeeld van de Grote Beer een steel die naar beneden wijst, dus noemden ze dit sterrenbeeld ook naar Huracan.

Nu is het zo dat op de Antillen vaak in dit sterrenteken zware stormen voorkomen, en deze worden dus aan de god Huracan toegeschreven. In het Taino, een taal uit het Caribisch gebied, werd dan hurakán de naam voor de typische tropische stormen. Tegenwoordig worden tropische cyclonen in Amerika nog steeds hurricane genoemd, en in het Duits Hurrikan. De aandachtige lezer denkt aan Fred, en weet dat we daarover al eens geschreven hebben.

Van het Taino hebben de Spanjaarden het woord als huracán in de zestiende eeuw overgenomen. Het Nederlands nam het over van het Spaans, en gaf het als orkaan door aan weer andere talen. Daarbij veranderde de betekenis (van tropische storm naar erg krachtige storm) en de vorm: huracan (met h) is orkaan (zonder h) geworden.

Waar is de /h/? Dat hangt samen met het fenomeen dat h-deletie wordt genoemd. Dit is het laten vallen van een /h/ op een plaats waar die oorspronkelijk wel was.

Denk bijvoorbeeld aan het Frans, dat de /h/ wel nog schrijft, maar niet meer uitspreekt (als het een zogenaamde h muet is) bijvoorbeeld in de achternaam van Isabelle Hupert, of aan de uitspraak van haute couture, ook in het Nederlands. Maar denk ook aan veel Vlaamse dialecten of aan tussentaal, waarin de /h/ (bijna) altijd verdwijnt.

Vroeger was /h/ meestal een sterkere klank dan nu, die vaak als [χ] klonk. Nu is /h/ een nauwelijks waarneembare klank, een lichte aspiratie.  Aan het begin van een woord kan de /h/ makkelijk verdwijnen, zeker als het woord ervoor op een medeklinker eindigt.

Overigens is orkaan niet het enige erfgoed van de Tainos: dit volk heeft ook de hangmat (hamaca) uitgevonden. Die werd dan door de Spanjaarden op de hele wereld verbreid, maar dit is materiaal voor een ander bericht.

Woorden op reis deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5

Tags: , ,

Der Beitrag wurde am Montag, den 25. Januar 2016 um 11:04 Uhr von Truus De Wilde veröffentlicht und wurde unter Etymologie, Sprachvergleich, Wortbildung, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert