Deze koppen las ik in de Nederlandse pers. Het eerste artikel bij de NOS, het tweede bij RTV Rijnmond.
Who the hell is Jan Gat?
In een commentaar bij een vorig blog wees een trouwe lezer erop dat Rotterdammers van alles in hun omgeving graag hernoemen. De Rijnhavenbrug heet in de volksmond De hoerenloper. Dit gebouw wordt Het potlood genoemd. Onder de Coolsingel door loopt een winkelpassage, de Beurstraverse, die de naam Koopgoot kreeg (een goot is eine Rinne).
Klik ook even op het Witte Huis, al is het alleen maar omdat dát een van de twee historische gebouwen is die na het bombardement van 14 mei 1940 nog overeind stonden. Het andere is overigens de Laurenskerk. Hier een foto waar ze allebei op staan.
Op 14 mei 1940 werd het centrum van Rotterdam door de Duitsers platgebombardeerd. Ter herinnering aan deze zwarte dag deed de directie van het warenhuis De Bijenkorf dit beeld van de kunstenaar Ossip Zadkine aan de stad Rotterdam cadeau: een menselijke figuur die de armen ten hemel strekt, met een lege plek (een gat) waar het hart zich zou moeten bevinden. Symbool voor het verdwenen centrum (hartje stad) van de Maasstad.
Het beeld heet De verwoeste stad. Dit is Jan Gat.
Momenteel wordt er druk gediscussieerd over een nieuwe plek voor Jan. Voor het station?
De burger heeft men vergeten te polsen (fragen, vorfühlen). Dat vindt de burger niet leuk!
Hier meer.
Tags: Kultur
Am 30. April 2014 um 18:55 Uhr
Ook het gerenoveerde Centraal Station van Rotterdam, waar Jan mogelijk terecht gaat komen, is inmiddels hernoemd: Station Kapsalon. Waarom dat zo is, is een verhaal op zich.