Nee, Bantoestan is geen nieuw land op de wereldkaart. We kunnen veeleer zeggen dat met het einde van de apartheid de bantoestans van de wereldkaart verdwenen zijn.
Een bantoestan is een homeland, in het Nederlands een thuisland, ten tijde van de apartheid in Zuid-Afrika. Zwarte Zuid-Afrikanen zonder werkvergunning voor het blanke (witte) gedeelte, mochten alleen in hun zogenaamde thuisland verblijven. Onnodig erop te wijzen dat de bantoestans niet de vruchtbaarste gebieden van het rijke Zuid-Afrika waren. En zie eens hoe deze thuislanden versnipperd waren!
Zoekt u het woord thuisland op in de Dikke Van Dale, dan staat daar ook de betekenis: vaderland. Limburg is dus mijn thuisland.
Grapjassen (Witzbolde) noemen deze provincie, die appendix (dat wormvormige aanhangsel) van Nederland, dat gebiedje waarvan de bewoners na de Belgische opstand (1830) het liefst bij de katholieke Belgen gebleven waren, ook wel Limbabwe. Limbabwe is dus mijn homeland, mijn bantoestan.
Nederlandstaligen die, zoals ik, de jaren vóór 1994 – in dat jaar werd Nelson Mandela president van Zuid-Afrika – bewust hebben meegemaakt, zullen bij het woord thuisland ook aan de historische betekenis bantoestan denken. Hou daar rekening mee!
Apartheid is een van de meest onzalige (unglückselige) Nederlandse woorden die ingang gevonden hebben in talrijke andere talen. Met de betekenis van het woord Boeren (Buren) – vroeger ook Afrikaanders genoemd – zullen Noord-Duitsers geen probleem hebben: Bur (Bauer) is een Nederduits woord. De Zuid-Afrikaanse Boeren waren oorspronkelijk o.a. uit Nederland afkomstige Bauern.
En omdat ik het nu toch heb over Nederlandse woorden die hun weg over de hele wereld gevonden hebben: kijk eens op de etymologiebank naar wat Nicoline van der Sijs over baas schrijft!