Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Rotjeknor

Deze bijdrage over Mokum Alef (Stad A) en Mokum Reisj (Stad R) werd in Mokum Beis (Stad B) geschreven. Het was een joodse gewoonte steden te benoemen als Mokum (stad) + de eerste letter van de naam van deze stad. Alleen in Amsterdam (Mokum Alef) heeft het woord Mokum overleefd. Wat heet! Mokum ís Amsterdam!

In Mokum Beis (Stad B), ook een heel bijzondere stad die zonder joodse inbreng (literatuur, kunst, politiek) niet denkbaar is, kent men die benaming niet meer. Het was lang die Viersektorenstadt, de inwoners werden wel Insulaner genoemd; overgebleven is Balkonien (vooral gebruikt als antwoord op de vraag van een buurman waar je je vakantie doorbrengt) of gewoon in de plaatselijke tongval (Mundart) Bah-lin.
Mokum Reisj (Stad R) ten slotte wordt tegenwoordig door de bewoners liefdevol Rotjeknor genoemd.

De rivaliteit tussen Rotjeknor en Mokum is oud. Rotterdam (platgebombardeerd op 14 mei 1940) dreigde de hoofdstad voorbij te streven: moderne architectuur (ze hadden daar sinds het bombardement plaats genoeg) en ook nog een metro: dat kon Amsterdam niet op zich laten zitten en dus kwam er ook daar een metro. Bewoners van deze steden duiden elkaars stad aan met het netnummer (Vorwahl): Rotterdam is 010 (nul-tien) en 020 (nul-twintig) is de hoofdstad.

Tekst van Jules Deelder op een flat op de Nieuwe Binnenweg, R’dam (Henk Bezemer, CC-BY-SA-3.0)

Kent u de Rotterdamse variant van het Nederlands? Voor beginnelingen een gedicht van Kees Stip:

“Er was te Rotterdam een kreeft
die steeds “ik hebt” zei voor “ik heeft”
“En dit”, zo zei een Amsterdammer,
“is daarom zo bijzonder jammer
omdat het toont welk wanbegrip
men daar van werkwoordsvormen hib.”

Meer over het Rotterdams op NEON. En voor héél erg vergevorderden: Jules Deelder, de nachtburgemeester van Rotterdam!

De rivaliteit tussen de beide voetbalclubs (Feyenoord en Ajax) neemt soms zulke smakeloze vormen aan, dat ik daaraan geen woorden ga vuilmaken (kein Wort über etwas verlieren).

In één opzicht overtreft de moderne havenstad Rotterdam de historische wereldhaven Amsterdam: Roterdammers zijn taalkunstenaars! Niet alleen dat ze over hun eigen stad als Rotjeknor spreken, er is nauwelijks een stuk moderne architectuur te noemen dat ze niet van een eigen naam hebben voorzien. Daarover hebben we ook al eerder geschreven: het Potlood, de Hoerenloper, de Koopgoot, Jan Gat en zo…

Rotterdam CS (Hein56didden, CC-BY-SA-3.0)

Er staat sinds een tijdje een nieuw centraal station in de Maasstad en dat moest natuurlijk ook een naam krijgen: het werd Station Kapsalon.

Waarom? Niet omdat het lijkt op een Friseursalon! Nee, het station lijkt op een patatje kapsalon. Wat dat is kunt u bij Buurtaal lezen. Waar die vreemde benaming vandaan komt, dat leest u hier: een Rotterdamse kapper bestelde dagelijks een goede snack voor de middagpauze en die speciale samenstelling van allerlei lekkers werd dus het patatje (of friet) kapsalon en dat vond zijn weg in Rotjeknor en ver daarbuiten (darüberhinaus)!

Kortom: het futuristische dak van Rotterdam CS ziet eruit als een omgekeerd aluminium schaaltje waarin die overheerlijke snack geserveerd wordt. Klik hier maar eens!

Tags: ,

Der Beitrag wurde am Sonntag, den 13. März 2016 um 08:45 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Niederlande, Sprachvariation, Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

2 Reaktionen zu “Rotjeknor”

  1. Johanna Ridderbeekx

    Amsterdam had onlangs – naar aanleiding van 5 mei (bevrijdingsdag) – weer even zijn hongerbrug. Rotterdam pakt het toch weer een tikkeltje grootser aan: onder het motto Rotterdam viert de stad gedenkt Rotjeknor 75 jaar wederopbouw met als voorlopig laatste hoogtepunt De Trap!

  2. Johanna Ridderbeekx

    Geen IJslandse wereldbollen voor het stationsplein in Rotterdam: Pleurt op met je ballen. Dan liever weer een trap, een Zweedse muzikale trap!