Dat stukje over Erasmus‘ lotgevallen zat me toch niet helemaal lekker. Wanneer was dit beeld waar en waarom? Ik heb dus hier en daar wat gesnuffeld en een bevriende kunsthistorica geraadpleegd. De buste is gelijk aan het bovenste gedeelte van een Erasmusbeeld, door Hildo Krop gemaakt voor het Vossiusgymnasium in Amsterdam – en dat dateert van ’30-’34, werd me verteld. De Stichting Culturele Samenwerking (Sticusa) kocht de buste in 1954 als cadeau voor het Cultureel Centrum in Jakarta (E.J. Lagerweij-Polak: Hildo Krop. Beeldhouwer. Den Haag, 1992).
Bedoeld voor het Erasmus Huis in Jakarta werd de buste na het uitroepen van de staat Indonesië teruggestuurd naar Nederland. Vanuit het depot van het Rijksmuseum Amsterdam werd de buste eind jaren ’60 geschonken aan een museum in Paramaribo, waar het na enkele jaren uit de museumtuin werd ontvreemd. De Goudse museumdirecteur Jan Schouten vond de buste terug als vogelverschrikker in de rijstvelden. Dankzij de Stichting Culturele Samenwerking tussen Nederland Suriname en de Nederlandse Antillen kwam de buste terug naar Nederland in de stad van de jeugd van Erasmus, Gouda. Bron
Indonesië was in 1948 officieel onafhankelijk geworden. In 1945 had Soekarno al de onafhankelijkheid van Indonesië uitgeroepen. Daarna volgden de zogenaamde politionele acties, de laatste gewelddadige stuiptrekkingen (Zuckungen) van de koloniale mogendheid Nederland.
Het beeld kan niet in 1954 zijn aangekocht om in 1948 teruggestuurd te worden. Bovendien: het Erasmus Huis werd pas in 1970 opgericht. Mogelijk is het Cultureel Centrum de voorloper van het Erasmus Huis.
E.J. Lagerweij-Polak schrijft over het beeld ook:
[het] kon vanwege de politieke situatie niet geplaatst worden. Het werd doorgezonden naar Paramaribo (Suriname, Cultureel Centrum, Gravenstraat), gestolen, teruggevonden en door J. Schouten (…) meegebracht naar Gouda (…).
Hier ontbreekt het rijstveldavontuur – is voor de kunstwetenschap ook minder relevant.
Enfin, hoe dan ook, onze Desiderius ging van de Oost naar de West. En daar belandde hij met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in de sawa (Maleis: sawah – nat rijstveld), in een padieveld (Maleis: padi – rijst op het veld); in Suriname betekent padie gewoon rijst.
En, ja! Ook daar wordt rijst verbouwd, vooral in het district Nickerie (klemtoon op de tweede lettergreep), voornamelijk door Hindoestanen (nakomelingen van Indiase immigranten) en Javanen.
Het Maleise woord nasi is zowel in Nederland als in de Oost en de West (evenals in Aziatische restaurants in Berlijn): rijst zoals die wordt opgediend (gekookt) – maar niet in de FU-mensa dus: van nasi/bami hebben ze daar nog steeds geen kaas gegeten!
Tags: Geschichte, Kultur