Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Rente

Dag allemaal, daar ben ik weer!

www.elbpresse.de – CC-BY-SA-4.0

Weliswaar in Rente – zoals de Duitser pleegt te zeggen – maar nog niet met pensioen.

Laten we het eerst maar eens hebben over Beamte (ambtenaren) en Angestellte. Dat verschil wordt in Nederland niet gemaakt. Ben je in Nederlandse overheidsdienst, ben je ambtenaar (vast aangesteld of niet), dan krijg je vanaf je 66e pensioen, een uitkering van het ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds).

Daarnaast kent Nederland de AOW (Al­ge­me­ne Ou­der­doms­wetgesetzliche Altersrente in den Niederlanden), een basispensioen (Grundrente) dat uitgekeerd wordt voor de jaren die men in NL doorgebracht heeft.

Ik zie de de vraagtekens in uw ogen.
Ja! Iedereen, of hij/zij gewerkt heeft – met arbeidscontract of als huisvrouw/huisman en moeder/vader met enkel een huwelijks- of samenlevingscontract – of überhaupt niet – krijgt deze uitkering.
Daar kan de Bondsrepubliek nog wat van opsteken (sich ein Beispiel nehmen)!

RENTE in het Nederlands zijn de Zinsen op je kapitaaltje. Heeft u ook nog een restje staan op een bank die 0,2 % rente (Zinsen) geeft?

Etymologisch is dit woord afgeleid van het Latijnse reddere (teruggeven, ter vergelding geven).
Problematisch wordt het bij „interest“ – in het Duits Zins (NL: rente). Dat lijkt verdomd veel op het Franse intérêt dat zowel rente (Zins) betekent als interesse, belangstelling… (en ook belang). Voor interesse, in de betekenis van zakelijk belang, geeft de NL etymologiebank volgende verklaring:

latijn interesse [zijn tussen, deelnemen aan], interest [er is aan gelegen, het is van belang], van inter [tussen, speciaal] + esse [zijn]

 

das Rentier (Mfiskum, CC-BY-3.0)

der Rentier (CC-BY-SA-2.0)

Een rentenier is in het NL iemand die van zijn rente (Zinsen) kan leven. Zo iemand renteniert dus.

Nee, ik niet.

In het Duits onderscheiden we tussen Rentier [rɛnˈti̯eː] (rechts) en Rentier (links).

Nog twee idiomatische uitdrukkingen voor wie NL leert:

* Wohltun bringt Zinsen: ± wie goed doet, goed ontmoet
* iets van zins zijn: gesonnen/gewillt sein, vorhaben   –   grapje!

Tags:

Der Beitrag wurde am Montag, den 16. Juli 2018 um 10:21 Uhr von Johanna Ridderbeekx veröffentlicht und wurde unter Etymologie, Niederlande, Sprachvergleich, Wortschatz abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert