Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

M. Rutte, W.F. Hermans en Zwarte Piet

Het vermoorden van George Floyd en de actuele Black Lives Matter-beweging hebben ook in Nederland weer een discussie over racisme losgemaakt. En in Nederland gaat zon discussie dan uiteraard meteen ook weer over Sinterklaas en Zwarte Piet. Collega Johanna Bundschuh-van Duikeren heeft het daar eerder over gehad in deze blog.

Premier Rutte zei nu tijdens een debat in de Tweede Kamer dat hij de afgelopen paar jaar anders is gaan denken over Zwarte Piet. Nog 2013 vond hij die hele discussie onzin, want Zwarte Piet is nou eenmaal zwart, daar kan ik niets aan veranderen (NOS, 18 oktober 2013), maar ondertussen heeft hij zelf grote veranderingen doorgemaakt over Zwarte Piet (NOS, 5 juni 2020). De druk om af te stappen van deze traditie wordt alsmaar groter, maar Rutte wil niemand iets voorschrijven. Hij verwacht dat er door de maatschappelijke ontwikkelingen over een paar jaar nauwelijks nog Zwarte Pieten zullen zijn. Gelukkig, denken we dan maar. Maar aan de andere kant weten we dat deze discussie nu al minstens vijftig jaar aan de gang is en Zwarte Piet is er nog steeds.

De vraag waarom Sinterklaas nooit zwart is en Zwarte Piet nooit wit speelt al een rol in een boek van W.F. Hermans uit 1969. Hermans publiceerde toen De laatste resten tropisch Nederland, een verslag van zijn reis naar Suriname en de Nederlandse Antillen. Hij heeft deze reis samen met zijn vrouw Emmy Meurs gedaan, die zelf van Surinaamse afkomst was. Het boek is in veel opzichten verbazingwekkend actueel, maar in andere opzichten ook duidelijk een kind van zijn tijd. Zo praat Hermans over negers en het Sranan heet bij hem nog Negerengels. Hij is zich wel degelijk ervan bewust dat deze terminologie ook in zijn tijd al problematisch wordt gevonden, maar neger is voor hem geen scheldwoord in het Nederlands, schrijft hij.

Hij vertelt over een teach-in op Curaçao, waar hij voor was uitgenodigd en waar het onder andere ging over vragen van racisme en discriminatie (hoofdstuk 20). In zijn verslag toont hij zich bewust van het feit dat het n-woord in deze streken wel degelijk een minachtende klank [heeft]. Het is geen neutrale rasaanduiding, zoals in Nederland. Is er zoiets als een neutrale rasaanduiding, vragen wij ons vandaag af, maar deze vraag speelde vijftig jaar geleden nog geen rol, tenminste niet voor Hermans.

In het verslag over de Curaçaose teach-in gaat Hermans dus ook in op de discussie over Zwarte Piet. Want, zo merkt hij enigszins cynisch op, elke zwarte schrijver doet je na enige momenten conversatie [] de bekentenis dat hij een essay over Sinterklaas en Zwarte Piet geschreven heeft. Het ging ook toen al over de vraag of Zwarte Piet racistisch en discriminerend is. Hermans schrijft:

Je [] kunt bij jezelf denken dat de strijd voor rassengelijkheid misschien wel niet gediend wordt met zulke kleinzerigheden. Maar bij langer verblijf op de Antillen, na vernomen te hebben met hoeveel fanatisme sommige mensen (gezagsdragers) dit feest organiseren, begin je je wel af te vragen of in deze landen het Sinterklaasfeest misschien nog een ander aspect heeft, behalve het stimuleren van de kleinhandel, zoals bij ons. Die vraag kan niet ontkennend worden beantwoord. Ik geloof niet dat het allemaal verbeelding is, wanneer de negers denken dat deze folklore in stand gehouden wordt om hen iets te laten voelen. Op zijn minst genomen is het tactloos dat het gebeurt.

Het is dus niet alleen onnozelheid, Hermans veronderstelt wel degelijk ook opzet; het gaat erom de folklore in stand te houden om de zwarten iets te laten voelen.

Het hele hoofdstuk uit De laatste resten tropisch Nederland maakt duidelijk dat deze kwestie toen al zeer gevoelig lag, zeker op de Antillen. En ik ga ervan uit dat deze gevoeligheden ook vijftig jaar geleden al bekend waren in Nederland. W.F. Hermans was immers iemand die veel gelezen werd en wiens stem gewicht had. Desondanks vinden we ook nu nog steeds dezelfde oude argumenten ter verdediging van het onschuldige kinderfeest en van de traditie en de Nederlandse identiteit enz.

Je kunt je afvragen, of het achter al deze argumenten uiteindelijk niet toch (ook) erom gaat hen iets te laten voelen. Dat idee kan men in ieder geval krijgen wanneer men kijkt naar de commentaren op social media over het nieuwe Zwarte Piet-standpunt van premier Rutte. En ook Geert Wilders maakt op 5 juni meteen duidelijk (via Twitter): De PVV hecht wél aan nationale tradities, voor ons zal Zwarte Piet altijd zwart blijven!

Het fanatisme waarmee men in Nederland ondanks alle kritiek nog steeds vasthoudt aan de racistische Zwarte-Piet-‘traditie’ maakt duidelijk dat het om veel meer gaat dan om een ‘onschuldig kinderfeest’. Zelfs Rutte lijkt nu eindelijk te hebben begrepen dat ook deze kwestie bij de actuele discussies over racisme en discriminatie hoort.

Tags: ,

Der Beitrag wurde am Samstag, den 6. Juni 2020 um 17:50 Uhr von Matthias Hüning veröffentlicht und wurde unter Allgemein, Karibik, Niederlande abgelegt. Sie können die Kommentare zu diesem Eintrag durch den RSS 2.0 Feed verfolgen. Kommentare und Pings sind derzeit nicht erlaubt.

Kommentarfunktion ist deaktiviert