Freie Universität Berlin

„Ich bin gefällen mit langlaufen! Und jetzt ist meine becken gebrochen! Aber es hat viel erger gekönd! (….)“

Dit zegt bondskanselier Merkel in de Prostress-cartoon van de Volkskrant van 8 januari.
Nederlanders schrijven zelfstandige naamwoorden met een kleine letter, hebben de grootste moeite met de Duitse umlaut, kennen nauwelijks verschil tussen mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden, maar ze zijn bijzonder creatief in het omzetten van hun eigen taaleigenaardigheden in een andere taal: hier en daar een umlautje en het klinkt Duits… toch!? We breken onze ledematen of ons bekken met schaatsen, langlaufen of andere sportieve bezigheden. Maar: het kan altijd erger! Of met een diepe zucht van opluchting in de conditionalis terugkijkend: het had veel erger gekund! (Es hätte viel schlimmer kommen können).

Blij toe!

Zur Zeit läuft wieder die “Anglizismus des Jahres”-Wahl. Im Sprachlog gibt’s dazu interessante Beiträge über aktuelle Lehnwörter aus dem Englischen, die als Kanditaten für den Titel nominiert wurden, u.a. Hashtag, Whistleblower oder das Affixoid Fake-.

Mindestens genauso interessant wie die Lehnwörter finde ich eine andere Form von des Anglizismus, die Lehnübersetzung. Ein schönes Beispiel ist das Wort ausrollen. Das Wort existiert schon lange, beispielsweise in der Bedeutung ‘langsam aufhören zu rollen’ (Flugzeug) oder ‘etwas auseinanderrollen’ (den roten Teppich). Daneben gibt es aber eine Verwendungsweise, die sich auf Software bezieht. Es geht um das ‘Rollout’ von Software, also die Markteinführung eines neuen Programms, einer neuen App oder einer neuen Version einer solchen Software (vgl. den Wikipedia-Eintrag). Neben diesem Lehnwort Rollout hat sich die Lehnübersetzung ausrollen im Deutschen etabliert.

Dieselbe Lehnübersetzung finden wir im Niederländischen, wo sie mir ein einem Beitrag auf nos.nl heute mal wieder aufgefallen ist. In dem Bericht geht es über eine neue Funktion des Google-Maildienstes Gmail. In Kombination mit Google+ braucht man dort jetzt für das Versenden einer eMail nicht mehr die Mailadresse des Empfängers zu kennen; es reicht, den Namen anzugeben. Diese Funktion wird von Google zur Zeit gerade ‘ausgerollt’:

“Je mag het gerust eens proberen, al werkt het nog niet bij iedereen – Google is de nieuwe functie nog aan het uitrollen.” (nos.nl, 11-01-2014)

Der Duden kennt diese Bedeutung (noch) nicht. Die Online-Version des Dikke Van Dale (leider nicht frei verfügbar) hat sie schon: “(een dienst, product) in een afzetmarkt verkrijgbaar maken”.

Das Wort ausrollen war übrigens auch schon mal Kandidat für den Anglizismus des Jahres (2011), und der Sprachlog-Beitrag zitiert die Verwendung anhand vieler Beispiele. In diesem Beitrag weist Kristin Kopf darauf hin, dass das Wort im Deutschen (noch?) auf fachsprachliche Texte beschränkt ist. Als allgemeinsprachlichen Konkurrenten zu ausrollen sieht sie rauskommen oder rausbringen (heute ist eine neue Version des Programms rausgekommen/rausgebracht worden). Vielfach werden heute neue Software-Versionen aber automatisch verteilt, Apps werden automatisch aktualisiert. Und dieser Aspekt der Bedeutung von ausrollen fehlt bei diesen Wörtern. Das erklärt vielleicht den Erfolg des Wortes nicht nur im Deutschen, sondern auch im Niederländischen. Roll out scheint jedenfalls über die Lehnübersetzungen auf dem Weg zu einem neuen ‚Internationalismus‚ zu sein.

Thomas Hitzlsperger (Foto: Stefan Baudy)

Het is groot nieuws in de Duitse media: de bekentenis van profvoetballer Thomas Hitzlsperger dat hij homoseksueel is. Het Nederlands heeft een specifieke uitdrukking voor het openbaar bekendmaken van homoseksualiteit: uit de kast komen (“aus dem Kleiderschrank herauskommen”). De uitdrukking is een vertaling van het Engelse to come out of the closet; vandaar ook de benaming coming-out. Volgens een artikel op Wikipedia gebeurt een coming-out op eigen initiatief, terwijl voor een outing anderen verantwoordelijk zijn. Wie zijn geaardheid geheimhoudt, blijft in de kast. En wie nog twijfelt of hij publiekelijk voor zijn seksuele voorkeur wil uitkomen, is nog niet uit de kast.

De KNVB (Koninklijke Nederlandse Voetbalbond) zet zich in voor homoacceptatie in het voetbal. Op de website staat een filmpje waarin voetballers aangemoedigd worden om uit de kast te komen. Aan het eind verschijnt de boodschap: “Homo? Boeit geen flikker”, die zo veel betekent als “je seksuele voorkeur maakt niets uit”. Het woord flikker is oorspronkelijk een spotnaam voor een homoseksuele man. Maar ondertussen gebruiken homo’s flikker zelf ook als een soort erenaam. Dat verschijnsel wordt geuzennaam genoemd.

Gymnastikschläppchen

Voor een sportcursus heb ik een bepaald soort gymschoenen nodig (in Nederland ook gympen, gympjes of gympies genoemd), namelijk met slappe zolen. Ik ben al naar heel wat schoenwinkels in Berlijn geweest maar telkens zonder succes. Ik durf het niet aan het winkelpersoneel te vragen omdat ik niet weet hoe je dat soort schoentjes in het Duits noemt. Maar vooruit, ik probeer het nog bij één winkel. Ik doorzoek tevergeefs alle rekken met dames- en sportschoenen. De radeloosheid valt blijkbaar van mijn gezicht af te lezen want nu spreekt een verkoopster me aan. Ik probeer: “Ich suche Turnschuhe mit schlaffen Sohlen.” De verkoopster kijkt haar collega niet-begrijpend aan. Die zegt: “Sie meint bestimmt, dass die Sohlen ganz weich sein sollen.” Ze duiken de kinderafdeling in en komen terug met de gymschoenen die ik zoek. Eindelijk!

Missie geslaagd, maar mijn taalblunder laat me niet los. Kennelijk kun je het Duitse adjectief schlaff niet in samenhang met schoenzolen gebruiken. Met Google krijg ik ook maar één enkele treffer voor schlaffe Sohlen. Vreemd, want schlaffes Seil ‘slap touw’ en schlaffe Brüste ‘slappe borsten’ gaan wel (zie Van Dale en duizenden treffers met Google). Behalve schlaff heb je in het Duits ook nog schlapp. Dat betekent ‘verslapt, zwak’ en lijkt vooral op personen van toepassing te zijn. En dus ook niet op schoenzolen.

Uiteindelijk geeft Wikipedia het antwoord in het artikel Gymnastikschuh: ik had gewoon naar Gymnastikschläppchen moeten vragen. Dat had me heel wat schaamte bespaard.

Bladerdeeggebakje

Een week voor Kerstmis dacht ik na over wat ik voor mijn gasten zou koken. Voor mijn Duitse vriendinnen wou ik graag een Belgisch gerecht op tafel toveren. Mosselen lust ik niet en stoverij vind ik niet echt feestelijk. Een koninginnenhapje leek me wel wat. Een smakelijk gevuld gebakje van bladerdeeg oogt mooi op de borden.

Toen ik opzocht of je koninginnenhapje inderdaad met een tussen-n schrijft, bemerkte ik het label ‚Belgisch-Nederlands‘ in het woordenboek. Ik raadpleegde meteen een Nederlandse collega. Ze had nog nooit van het koninginnenhapje gehoord (zij kende alleen maar koninginnensoep, wat ik dan weer moest opzoeken: ‘gebonden kippensoep’). In Nederland is het bladerdeeggebakje bekend onder de naam pasteitje en de vulling op basis van kip en champignons wordt ragout genoemd (ontleend aan het Frans).

Het Belgische koninginnenhapje is een vertaling van bouchée à la reine. Het hapje zou zijn uitgevonden door (of voor, dat is niet helemaal duidelijk) de echtgenote van koning Lodewijk XV. Het gerecht is dus van oorsprong niet Belgisch, maar Frans. Ook het synoniem vol-au-vent (Frans voor ‚vlucht in de wind‘) wordt in België vaak voor dit luchtige gebakje gebruikt. In de spreektaal is ook nog de naam vidé (Frans voor ‘schoongemaakt’) gebruikelijk. Mijn Belgische collega kende al deze synoniemen voor koninginnenhapje. Bovendien verklapte ze het recept voor de ‚echte‘ vulling met kip en kalfsgehakt.

Uiteindelijk besloot ik om voor de kerst toch maar coq au vin klaar te maken. Naar het recept van mijn Nederlandse moeder.

Nicht nur Amazon will demnächst Drohnen einsetzen (Bericht auf tagesschau.de), auch die Niederländer haben die unbemannten Flugzeuge im Einsatz. Und eins davon schicken sie jetzt nach Curaçao. Anscheinend hat die Zahl der (Raub-)Überfälle auf der Insel derart zugenommen, dass jetzt versucht werden soll, die Täter mithilfe von Drohnen zu fassen.

“Nederland stuurt drone naar Curaçao in strijd tegen overvallen”, so lautet die heutige Schlagzeile in der Volkskrant. Und die enthält gleich zwei sprachvergleichend interessante Elemente, die den Nicht-Muttersprachler zu Beginn in Schwierigkeiten bringen. Zum einen das Wort strijd, das eben nicht nur den ‘Streit’ sondern auch den eskalierten Streit, den ‘Kampf’ bezeichnet. Und dieses Wort verwenden wir im Deutschen dann auch im entsprechenden präpositionalen Ausdruck (in strijd tegen — ‘im Kampf gegen’).

Zum anderen das Verb sturen, das im Niederländischen — anders als im Deutschen — auch in der Bedeutung ‘schicken, senden’ verwendet werden kann (een brief sturen usw.). Das Etymologisch woordenboek van het Nederlands bemerkt dazu:

“Bij het sturen staat als regel het concreet bepalen van de richting voorop en bevindt het doel zich op de achtergrond. In het Nederlands is in gevallen waarin het sturen hoofdzakelijk of alleen betrekking heeft op het doel, de betekenis verschoven naar ‘zenden’.” (etymologiebank.nl)

Beim deutschen Verb steuern steht, genau wie bei lenken, die Richtung einer Fortbewegung im Mittelpunkt. Wir steuern/lenken nach links oder rechts und vielleicht auch geradeaus. Im Deutschen verwendet man das Verb auch transitiv: ein Auto steuern, die öffentliche Meinung steuern. Auf Niederländisch geht das nicht. Entweder macht man sturen durch das Präfix be- transitiv (een auto besturen) oder man nimmt ein anderes Verb (de publieke opinie beïnvloeden).

Das niederländische sturen hat zusätzlich eine andere Bedeutung entwickelt, bei der es vor allem um das Ziel einer solchen Bewegung geht. Hier kann das Verb dann sehr wohl transitiv verwendet werden (een e-mail sturen; iemand naar huis sturen). Auf Deutsch würden wir sturen in diesen Fällen mit ‘schicken’ übersetzen.

Sinds vandaag is er een nieuw programma over taal op de Nederlandse Radio 1: De Taalstaat (zaterdag ). Het programma wordt gemodereerd door Frits Spits (sommigen zullen hem nog kennen uit de Avondspits).

Volgens de persmededeling van de KRO is het „een nieuw, vrolijk en informatief Radio 1-programma dat wil vertellen hoe het met onze taal gaat“. De eerste aflevering maakt deze belofte waar. In deze aflevering vertelt Frits van Oostrom over zijn (trouwens erg leuke) nieuwe iPad-app Vogala, waarin bekende Middelnederlandse tekstfragmenten worden voorgelezen om op deze manier het middeleeuws Nederlands tot leven te brengen.

De Taalstaat zal ook een aantal vaste rubrieken hebben, o.a. met Van Dale-hoofdredacteur Ton den Boon (Het woord van de week, vandaag ging het over het woord niemandshand, waar inmiddels ook aandacht aan is besteed door Duitse media, o.a. Spiegel online) en met René Appel (die het taalgebruik van bekende Nederlanders gaat analyseren). Samen met het Genootschap Onze Taal gaat Spits de komende weken op zoek naar de beste leraar Nederlands.

U kunt de eerste aflevering terugluisteren via de website van Radio 1 (er wordt trouwens alleen maar Nederlandstalige muziek gedraaid).

Het programma heeft uiteraard een Facebook-pagina en is ook via Twitter te volgen (@De_Taalstaat).

Neulich konnte man in der Volkskrant einen Beitrag zur Ehrenrettung des öffentlich-rechtlichen Fernsehens lesen. Da hieß es:

Wie het nog in zijn hoofd haalt te zeggen dat er weer geen reet op tv is, zoals je zo vaak hoort, kan niet serieus worden genomen; die zeurt om het zeuren, schrijft Paul Onkenhout in de tv-recensie van de Volkskrant. (Volkskrant, 31-12-2013)

Unabhängig davon, ob die Behauptung von Onkenhout richtig ist, interessiert mich an diesem Zitat unter anderem der Ausdruck geen reet. ‘Keine Spalte’ oder genauer ‘keine Arschspalte’ heisst das wörtlich übersetzt, aber auf Deutsch würde man das in diesem Kontext natürlich nicht so übersetzen. Hier hieße es wohl einfach ‘nichts’ oder vielleicht auch ‘nichts Vernünftiges’ (also ‘Wem noch einfällt zu behaupten, dass wieder nichts (Vernünftiges) im Fernsehen läuft, der kann nicht ernstgenommen werden…’).

In anderen Kontexten lässt sich aber für geen reet durchaus auch im Deutschen eine vulgäre Übersetzung finden. So übersetzt Van Dale het kan me geen reet schelen mit ‘es ist mir scheißegal’ (Groot woordenboek Nederlands-Duits, Info). Und als Äquivalent für het interesseert me geen reet ließe sich an ‘das interessiert mich einen Scheißdreck’ denken. Auffallend ist aber, dass geen reet im obigen Zitat offensichtlich relativ neutral verwendet wird, jedenfalls nicht mit den negativen Konnotationen, die diese deutschen Übersetzungen haben.

Interessant ist übrigens auch das zeuren om het zeuren in diesem Volkskrant-Beitrag. Auf Deutsch wäre das wohl ‘nörglen um zu nörgeln’ (die wörtliche Entsprechung zeuren om te zeuren geht übrigens auf Niederländisch auch). Das machen wir jetzt aber nicht. Nörgeln über das Fernsehprogramm, meine ich. Obwohl ich mir ja überhaupt nicht so sicher bin, dass das Fernsehen in den Niederlanden wirklich so gut ist, wie Onkenhout meint…

Michael Schumachers Schicksal lässt auch die Niederländer nicht unberührt. Sein Zustand sei “stabiel maar kritiek” hieß es gestern im Telegraaf.

Kritiek wird im Niederländischen also nicht nur als Substantief sondern auch als Adjektiv verwendet. Adjektive auf -iek entsprechen in der Regel deutschen Adjektiven auf -isch (ndl. de kritiek – kritisch, dt. die Kritik – kritisch). Das Suffix kommt fast nur in Wörtern fremden Ursprungs vor. Hier eine kleine Auswahl von -iek-Adjektiven mit der deutschen Entsprechung auf -isch.

Im Niederländischen gibt es die Endung -isch auch (alcoholisch, atletisch, filosofisch, programmatisch, russisch, schematisch etc.), und bei einigen der genannten -iek-Adjektive finden sich Doppelformen. Ein Blick ins COW-Korpus (NLCOW2012-00) zeigt, dass dann aber die Form mit -iek die normale und frequentere ist; -isch kommt zwar vor, aber sehr selten. So sind beispielsweise diplomatische Beziehungen im Niederländischen viel häufiger diplomatieke betrekkingen (486 Belege) als diplomatische betrekkingen (11 Belege). Andere Beispiele aus dem COW-Korpus:

Sympathisch kommt übrigens meist in der Verbindung sympathisch zenuwstelsel (= ‘Sympathikus’) vor.
Bei ‘cholerisch’ sind die Frequenzverhältnisse andersrum:

choleriek(e) – 3 / cholerisch(e) – 62

Auch neben dem adjektivischen kritiek gibt es die Variante kritisch. Allerdings sind diese nicht bedeutungsgleich¹: kritiek wird insbesondere dann verwendet, wenn es um eine bedrohliche (gesundheitliche) Krise (ndl. de crisis) geht (a). Als Ableitung vom Substantiv kritiek findet sich dagegen meist kritisch (b). In der Bedeutung ‘entscheidend’ können beide Formen verwendet werden (c).

• (a) een kritieke toestand – ein kritischer Zustand
• (b) een kritisch commentaar, een kritische uitgave – ein kritischer Kommentar, eine kritische Ausgabe
• (c) een kritiek/kritisch moment, de kritieke/kritische massa – ein kritischer Moment, die kritische Masse

Bei (c) gibt es aber offenbar unterschiedliche Vorlieben. So liefert das genannte COW-Korpus deutlich mehr Treffer für kritiek(e) moment (233) als für kritisch moment (50), wohingegen das Verhältnis bei der ‘kritischen Masse’ ausgeglichener ist: kritieke massa (356) vs. kritische massa (478).

Foto: Alexander Fritze (CC BY 2.0)

Heute war es wieder soweit: tausende Niederländer gingen ins Wasser. Nein, alles halb so schlimm – es geht um den traditionellen ‘Nieuwjaarsduik’. nrc.nl weiß zu berichten:

“Zeker 46 duizend mensen hebben het nieuwe jaar ingeluid met een duik in het water. Bij de grootste georganiseerde duik, in Scheveningen, renden rond het middaguur tienduizend deelnemers het water in.” (nrc.nl, 01-01-2014; hier auch ein kurzes Video vom diesjährigen Event)

Ein duik ist meist ein (Kopf-)Sprung ins Wasser. Während diese Umschreibung die erste Verwendung des Wortes noch ganz gut trifft, taugt sie kaum zur Übersetzung von “de grootste georganiseerde duik”. Hier wird duik eher als Bezeichnung (oder Name) für das Ereignis als Ganzes verwendet. Und een duik nemen läßt sich oft am besten als schwimmen gehen übersetzen.

Das Neujahrsspektakel ist noch nicht so alt: In den Niederlanden begann es in den 1960er Jahren in Zandvoort und Scheveningen (s. den Wikipedia-Artikel).

Auch das Substantiv duik ist noch recht jung. Das Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) kennt es jedenfalls noch nicht (bzw. nur in anderer Bedeutung). Das Substantiv ist offenbar durch Konversion vom Verb duiken abgeleitet. Als Konversion bezeichnet man die Verwendung derselben Form in einer anderen Wortart. In diesem Fall sind der Verbstamm und das Substantiv formal identisch (duik(en) → de duik). Dieses Wortbildungsmuster gibt es auch im Deutschen (treff(en) → der Treff).

Viel frequenter verwenden wir aber in beiden Sprachen Infinitive als Substantiv: tauchen → das Tauchen, treffen → das Treffen. Niederländisch: duiken → het duiken. Konversion gibt es auch andersrum, vom Substantiv zum Verb (de fiets → ik fiets; die Dusche → ich dusche). Die so gewonnenen Infinitive können dann anschließend wieder substantivisch Verwendet werden: het fietsen, das Duschen, um die Handlung zu benennen.

Das deutsche Pendant zum Nieuwjaarsduik ist daher auch das Neujahrsschwimmen. Und das gibt es sogar in Berlin.