Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Geniet u ook zo van snelle spoedhulp?

Mooie kop vandaag in De Standaard: Niet alle Vlamingen genieten van snelle spoedhulp

Genieten met direct object (lijdend voorwerp) – dus zonder voorzetsel – betekent o.a. het gebruik of het voordeel hebben van iets: een goede opleiding genieten, voorrechten genieten. Dat wordt hier ook bedoeld, zo blijkt meteen uit de eerste zin: Een kwart miljoen Vlamingen blijft buiten het bereik van spoedhulp van een arts of een gespecialiseerde verpleegkundige.

Waar genieten we van?  Ik geniet bijvoorbeeld van het lekkere weer, van een goed boek, van een bolletje gemberijs…

Van maandag tot zaterdag

Betaald parkeren
(Foto: Bouwe Brouwer,
PD-NL-verkeersbord)

Twente FM meldt dat de Duitse grensstad Bad Bentheim per 1 april betaald parkeren (Du. gebührenpflichtiges Parken) wil invoeren bij haar internationale treinstation. Slecht nieuws voor alle Duitse en Nederlandse pendelaars in de grensstreek: dagelijks parkeergeld (Du. die Parkgebühr) is een flinke aanslag op hun portemonnee. Wie gratis wil parkeren, zal naar een andere plaats moeten uitwijken.

Vlak over de grens met België kunnen Nederlanders zich van een taalverschil bedienen om aan het parkeergeld te ontkomen. Het verschil betreft de interpretatie van het voorzetsel tot, dat net als het Duitse bis dubbelzinnig kan zijn: is bij van maandag tot zaterdag (Du. von Montag bis Samstag) de zaterdag inbegrepen in de termijn, of niet? In België meestal wél, maar in Nederland niet (zie VRT-taaladvies). Als er van maandag tot zaterdag parkeergeld betaald moet worden, betekent dat voor Nederlanders strikt genomen dat je op zaterdag gratis parkeert. Zo ontstaan er dus misverstanden bij parkeermeters in de grensstreek. (Jammer dat het trucje alleen op zaterdag werkt… )

Als Belgische steden er zeker van willen zijn dat Nederlanders ook op zaterdag netjes het parkeergeld betalen, moeten ze van maandag tot en met zaterdag (Du. von Montag bis einschließlich Samstag) op hun parkeermeters zetten. Dan is er geen misverstand mogelijk.

Wissels

Foto: Marv (CC BY-SA 3.0)

In den Niederlanden gibt es zur Zeit mal wieder Chaos beim Zugverkehr. Es wurden ein paar defekte Weichen gefunden, die dringend repariert werden mussten.

Anlass für Jan Dirk Snel, ein nettes Worspiel zu twittern:

Wisselwerking https://t.co/h8LrerJwEg Er zijn van die dagen waarop de betekenis van een woord eindelijk tot je doordringt.

— Jan Dirk Snel (@JDSnel) 19. Februar 2014

Een wisselwerking ist ‚eine Wechselwirkung‘. Wissel hat im Niederländischen aber nicht nur die Bedeutung ‚Wechsel‘, sondern eben auch ‚Weiche‘. Und es waren die diversen wisselstoringen, also Weichenstörungen, die dazu geführt haben, dass der Zugverkehr in den vergangenen Tagen teilweise zum Erliegen gekommen ist.

Van bil

Twee billen (Afbeelding: Jean-Jacques Lequeu via Gallica, PD)

Het Laatste Nieuws schrijft dat een koppel schaamteloos van bil ging in de tribune van een muziekevenement. Van bil gaan (Du. bumsen) behoort tot de spreektaal en betekent ‘geslachtsgemeenschap hebben’. Het Nederlandse komische duo Kees van Kooten en Wim de Bie maakte de uitdrukking bekend: hun typetjes De Klisjeemannetjes noemden van bil gaan in een sketch (1977) waarin ze 23 synoniemen voor seks gebruiken.

De uitdrukking van bil gaan heeft alles te maken met het lichaamsdeel, de bil. Interessant is dat bil niet in het hele Nederlandse taalgebied hetzelfde deel van het lichaam aanduidt. In Nederland vormen de billen het deel van het lichaam waar je op zit (Du. Backen). Niet verwonderlijk, want bil is etymologisch verwant met bal: ze delen hun ronde vorm. (Voor bal verwijs ik naar de blogreeks van mijn collega.) De billen zijn samen een synoniem voor het zitvlak of achterwerk (Du. das Gesäß, der Hintern).

In België kan bil ook verwijzen naar het bovenste deel van het been, tussen je knie en je heup. Dat is wat Nederlanders een dij noemen (Du. Oberschenkel). In die betekenis wordt bil ook gebruikt voor vleesdelen van dieren: in België zijn kippenbillen te koop (Du. Hühnerkeulen). In Nederland koop je kippenbouten.

Ondanks deze verschillen in het Nederlandse taalgebied geldt in elk geval: zowel Nederlanders als Belgen hebben twéé billen. En van bil gaan doen ze ook allemaal.

De schelpenrits

Jan van Kessel de Oude 1626-1679: Schelpen, vlinders, bloemen en insecten op een witte achtergrond (PD-Art, CC BY-SA 3.0)

Over het in een vorige blog behandelde werkwoord ritsen lezen we in De Vries’ Nederlands Etymologisch Woordenboek: ‘een rits maken; rijten, scheuren’ < nhd. ritzen, ofschoon het niet uitgesloten is, dat het evenzo naast rijten gevormd is als splitsen naast splijten.

Maar er is nog een andere rits, een woord dat ontleend is aan het Engelse ridge (dat bergrug / bergkam betekent): de schelpenrits (Kalkrücken).

Het is een Surinaams-Nederlands woord waarmee een rug van zand en schelpen (Muscheln) wordt bedoeld. Dit heeft met name betrekking op de kuststrook van Suriname. Hier een geologische kaart. Het noorden van Suriname is een waterrijk, modderig gebied (er zijn geen zandstranden). Door een samenspel van zee en rivieren hebben zich banken van zand en schelpen gevormd: schelpenritsen. Deze ondergrond zorgt voor een goede afvloeiing van het regenwater (niet onbelangrijk in het tropische regenseizoen). De straten van het historische centrum van Paramaribo lopen over zo’n rits. Ook het Surinaamse Groningen is op een schelpenrits gebouwd. (Dank aan EM)

Ritsen (allez, laat die ertussen!)

Ritsen (Illustratie: KoenB, Public Domain)

Vanaf 1 maart is ritsen in België verplicht (dat meldt deredactie). Vanaf nu geen knopen (Du. Knöpfe) of klittenband (Du. Klettverschluss) meer aan Belgische jassen en broeken? Nee, natuurlijk gaat het in het nieuwsbericht niet over de rits of ritssluiting (Du. Reißverschluss) als sluitsysteem voor kleding. Hier wordt de term uit het verkeer bedoeld (Du. Reißverschlussverfahren – een afgeleid werkwoord is er niet; Van Dale vertaalt ‚ritsen‘ als sich nach dem Reißverschlussverfahren einfädeln). Ritsen betekent dat voertuigen netjes om de beurt invoegen (Du. sich einfädeln), bijvoorbeeld als twee rijstroken (Du. Spuren) worden samengevoegd tot één rijstrook. Bij druk verkeer of wegwerkzaamheden (in België: wegenwerken) verwacht de overheid goed ritsgedrag van de automobilisten (Du. Autofahrer) op de betrokken rijstroken. De Belgische website ritsendoejezo.be legt de regels voor correct ritsen uit voor de bijbehorende campagne van het Agentschap Wegen en Verkeer vorig jaar.

Omdat ik meer met taal heb dan met autorijden, wijs ik er nog even op hoe mooi de radiospot van de campagne ritsendoejezo de variatie in het taalgebruik in Vlaanderen illustreert. Eerst hoor je een vrouw en haar man (de bestuurder, zoals het cliché wil) mopperen in tussentaal, een veelgebruikte spreektaalvorm in Vlaanderen. Dat gaat ongeveer zo:
Allez, zie, zie, zie, wat wil die zich hier nu tussen wringen! Aanschuiven jongen, zoals iedereen!
– Ja… zoeteke (= liefje)
Tja, dat gaat niet waar zijn, ze, man! Hé, kom!

Dan is er een keurige radiostem met een „oproep aan alle automobilisten: rits vooraan en het gaat vooruit“. Het Agentschap Wegen en Verkeer verkondigt zijn officiële boodschap in de standaardtaal.

Het koppel ruziet verder in tussentaal:
Voilà, hebt ge dat gehoord, schatteke?
– Ja, ja …
– Jaja – die (= die man) ritst juist, allez (= vooruit), laat die ertussen!
– Die eikel (= idioot)?
– Wie is hier de eikel?!

Tegen/voor/tot vrijdag

Het stadsbestuur van Brussel wil tussen 2015 en 2017 het Beursplein autovrij maken. Tegen 2017 moeten de werkzaamheden voltooid zijn, lees ik op de Belgische nieuwssite De Redactie. Volgens het stadsbestuur moet het nieuwe plein dus in 2017 (Du. bis 2017) klaar zijn. Een precieze datum wordt niet genoemd. We weten niet of het plein uiterlijk (op) 1 januari (Du. bis zum 1. Januar) klaar moet zijn, of pas tegen Pasen (Du. bis Ostern). Het voorzetsel tegen geeft een vrij vaag tijdstip weer: tegen acht uur (Du. gegen acht Uhr) kan iets vroeger of iets later zijn dan acht uur (zie Taaladvies).

In het Belgisch-Nederlands kan met tegen ook een strikte deadline worden gesteld: Het moet af zijn tegen morgen, zong de Belgische rockgroep Gorki in 1996 (Du. Es muss bis morgen fertig sein). In België maken kinderen hun huiswerk tegen vrijdag, in Nederland maken ze het huiswerk voor vrijdag. In het hele taalgebied gebruikelijk is uiterlijk (Du. spätestens): het huiswerk moet uiterlijk vrijdag ingeleverd worden. Uiterlijk verwijst letterlijk naar de uiterst mogelijke tijd waarop iets gedaan moet worden (in België ook wel ten laatste; zie Taaladvies).

agenda (Foto: M.M.Minderhoud, CC BY-SA 3.0)

Duitstaligen gebruiken bij deadlines vaak tot als vertaling van Du. bis, maar dat leidt tot fouten, want met tot kun je geen deadlines stellen. *Tot 2017 moeten de werkzaamheden voltooid zijn, *De kinderen moeten het huiswerk tot vrijdag inleveren en *Het moet af zijn tot morgen zijn niet goed. Waaróm is lastig te verklaren (dankzij onze lezer JanZ discussiëren wij er al twee weken over). Het heeft met een aspect van tijdsduur te maken. Tot duidt het eindpunt van een periode aan: in Brussel kunnen de werkzaamheden tot 2017 duren en de kinderen mogen hun huiswerk tot vrijdag inleveren. Je kunt bij tot dus steeds een van denken die het begin van de periode aanduidt: (van 2015) tot 2017, (van maandag) tot vrijdag. Gedurende de gestelde termijn (Du. Frist) hebben de kinderen dagelijks de kans om hun huiswerk in te leveren  – maar het moet uiterlijk vrijdag ingeleverd worden.

De keus van het juiste voorzetsel is bijna net zo lastig als het halen van de deadline…

De porknokkers

Goud (Foto: Rob Lavinsky (iRocks.com), CC-BY-SA-3.0)

Eerlijk is eerlijk. Ik weet ook nog niet zo lang wat een porknokker is. Het is Surinaams-Nederlands en betekent een zelfstandige goudzoeker of gouddelver (Goldgräber). Op dwtonline van 10 februari lezen we: Porknokkers verlaten Rosebel zonder harde hand.

Rosebel is een goudmijn van de multinational IAMGOLD en de staat Suriname. Zelfstandige gouddelvers zijn in dat concessiegebied niet gewenst. In het beschreven geval hebben de porknokkers het gebied verlaten. Het dreigen met de harde hand (politie en militairen) bleek voldoende. Maar er zijn afspraken gemaakt over het gebied waar ze mogen delven. De porknokkers hebben dus niet helemaal het onderspit gedolven (den Kürzeren gezogen).

De afspraken werden gemaakt tijdens een krutu, een vergadering van notabelen (Honoratioren) van een dorp in het binnenland, waaronder in dit bijzondere geval ook enkele ministers en de president. De laatste sprak tot de porknokkers: „Het is een plezierige dag. If un no hori unu na den afspraak a prisiru o pori.“ Vrij vertaald: “ Het is een plezierige dag. Als jullie je niet aan de afspraak houden, dan is het uit met de pret.“ In goed Duits: …dann ist Schluß mit lustig.

 

Beterschap voor het peterschap

Het peterschap (Du. Patenschaft) is een van oorsprong christelijk concept: ouders kiezen een persoon (meestal een familielid) die als getuige bij het doopsel (Du. Taufe) van hun kind aanwezig is. Traditioneel moeten de peter (in Nederland meestal peetoom; Du. Patenonkel) en meter (in Nederland peettante; Du. Patentante) bijdragen tot de christelijke opvoeding van het petekind (in België ook metekind).

Voor je zevende zoon kun je in België de koning vragen om peter te worden. (Foto: Liesbeth Driessen, CC BY 3.0)

De traditie van het peterschap is nog springlevend, al is de invulling veranderd. Dat komt natuurlijk doordat de christelijke godsdienst veel minder in de opvoeding verankerd is dan vroeger. In ruil voor een eervolle vermelding op het geboortekaartje (een andere traditie waar ik nog over zal schrijven) wordt van peter en meter verwacht dat ze voor amusement zorgen: leuke dingen doen met het petekind (en nee, samen naar de kerk gaan hoort daar niet bij) en opdraven bij belangrijke gelegenheden (verjaardag, Kerstmis, nieuwjaar, schoolrapport…). En laten we eerlijk zijn: de financiële bijdrage van peter en meter wordt sterker gewaardeerd dan hun christelijke inbreng.

Niet toevallig wordt de term peterschap in België ook gebruikt voor de functie van ambassadeur of sponsor van een vereniging of activiteit. Zo is veldrijder Sven Nys (zie vroegere blog) onlangs peter geworden van de Stichting tegen Kanker. Al kunnen we dit peterschap misschien wel weer als een uiting van christelijke naastenliefde opvatten.

Vergeet vooral niet jezelf af en toe te verwennen

Het is een oproep uit het tijdschrift Flow. Mezelf verwennen, en ontspannen, dat deed ik dit weekend door dit magazine te lezen. Het is een Nederlands tijdschrift dat ook te koop is in België. Daarnaast bestaat er een Engelse versie en sinds november 2013 ook een Duitse versie.

Een leuk tijdschrift,  maar toch werd mijn blik ook een paar keer gevangen door de taal. Verschillen tussen het Nederlands in Nederland en dat in België. En zo was ik dan toch weer aan het werk…

Op de verwenpagina staan mooie spullen verzameld voor wie van unieke objecten houdt.:

Wie van handwerk houdt is misschien ook wel gecharmeerd van de dekbedhoezen (…)

Gecharmeerd wordt in Nederland meestal gecombineerd met van, in België is de standaardtaal gecharmeerd door, hier bijvoorbeeld in Weekend Knack in een artikel over Frans-Polynesië

(…) werden gecharmeerd door de vriendelijkheid van de inwoners.

Meer info vind je hier.

Ook uniek zijn de handgebreide wanten die je in de webshop geheid vindt.  Het betekent volgens Van Dale „gegarandeerd“ en het is in Vlaanderen niet onbekend maar wordt vaak met een knipoog gebruikt, bijvoorbeeld hier, met het rijm:

Jij vindt geheid de juiste barbecue-specialiteit

Slechts 1 keer moet ik de betekenis van de zin uit de context afleiden. Het is een artikel over optimisme en optimisten, die ook wel eens teleurgesteld worden. Wat dan? Eenvoudig:

(…) na een halfuurtje simmen weer vrolijk (…)

Simmen? Het zal wel iets zijn met triest zijn, maar dit heb ik echt nog nooit gehoord. Van Dale brengt raad: „zelfbeklag doen, zielig doen, somberen. “

Laat het duidelijk zijn: er is niets dat ik niet begrijp, maar ik merk wel vaak aan kleine dingen dat dit tijdschrift in Nederland gemaakt wordt.

Tijd om verder te lezen.