Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Autoren Archiv

Kerstversiering

Overal waar je kijkt hangt kerstverlichting (Du. Weihnachtsbeleuchtung). De buren hebben al een kerstboom (Du. Weihnachtsbaum) gezet. Bij velen hier wordt pas op kerstavond (Du. Heiligabend) de boom opgetuigd (Du. geschmückt). Wat hangen we in de kerstboom? Het eerste dat in de boom komt, is een snoer met kerstlampjes (Du. Lichterkette) – kaarsjes nemen we liever […]

Weiter lesen...

Boodschap

Vorige week ontving ons instituut Marnix Krop, die tot augustus 2013 Nederlands ambassadeur (Du. Botschafter) was in Berlijn. Inderdaad, het Duitse Botschaft correspondeert in deze context met het Nederlandse woord de ambassade – en dus niét met de boodschap. Het woord boodschap wordt ten eerste gebruikt als synoniem van ‚mededeling‘, ‚bericht‘. De heer Krop kwam op bezoek om […]

Weiter lesen...

Een ei hoort erbij

Ik zit met een ei. Met andere woorden: ik heb een probleempje. Ik wil u vanalles vertellen over het kippenei (Du. Hühnerei), maar ik weet niet waar ik zal beginnen. Zeker in deze tijden van vogelgriep zijn kippen en eieren weer een gevoelig onderwerp – maar daarover moet u maar elders lezen. Dan begin ik maar […]

Weiter lesen...

Varkentjes wassen

Bij het badmintonnen spelen wij gewoonlijk dubbelspel (Du. Doppel). Nadat onze tegenstanders al twee keer van ons verloren hadden, vroegen ze revanche. „Mit euch haben wir noch ein Hühnchen zu rupfen“, zei de ene dreigend. Waarop hij geïnteresseerd informeerde of die uitdrukking ook in het Nederlands bestaat. Nee, een kippetje met iemand plukken, dat doen […]

Weiter lesen...

Draad

In een mailtje naar een Belgische vriendin vroeg ik: „Heb je een goede draad met je huisarts?“ en als antwoord kreeg ik terug: „Eh, wat bedoel je in godsnaam met die ‚goede draad‘?!“. Ik schaamde me diep voor dit geval van interferentie… ik had per ongeluk de Duitse uitdrukking einen guten Draht zu jemandem haben […]

Weiter lesen...

Middag

12:00 uur is het middaguur, zowel in Nederland als in België, en vanaf 18:00 uur begint de avond. Echter, Nederlanders en Belgen koppelen andere periodes aan de dagdelen ochtend, middag, voormiddag en namiddag. Dat kan wel eens tot misverstanden leiden als een Nederlander en een Belg een afspraak met elkaar willen maken (zie ook een […]

Weiter lesen...

Katten spinnen

Katten en spinnen hebben meer met elkaar te maken dan u denkt. Deze diersoorten hebben allebei poten, zoals we al in een eerdere bijdrage hebben gezien. Ik wil het deze keer niet over anatomie hebben, maar wel over het werkwoord spinnen. Dat is in het Nederlands namelijk op spinnen én op katten van toepassing. „De […]

Weiter lesen...

Droogkast

Droogkast is zo’n typisch voorbeeld van een woord dat je in overzichten van Belgisch-Nederlands taaleigen tegenkomt. Het is een Vlaams woord voor ‚machine om was te drogen‘ dat Nederlanders hilarisch vinden. Zij zeggen zelf droogtrommel, droogautomaat of wasdroger (vgl. Du. Wäschetrockner). Welnu, ik moet dringend zo’n machine aanschaffen, want op een gewoon droogrek (Du. Wäscheständer) […]

Weiter lesen...

Kapotje

Een Duitse vriend was stomverbaasd toen hij in de Nederlandse ondertiteling bij een film ‚kapotje‚ zag staan toen de sprekers het over een condoom hadden. „Gekke Nederlanders! Je wilt toch juist niét dat het kapot gaat?“, was zijn redenering. Ik kon hem geen ongelijk geven. Dat moeten we dus even uitzoeken. Kapotje voor ‚condoom‘ behoort […]

Weiter lesen...

Gefonduud

Bij mijn laatste bezoek aan Antwerpen heb ik met mijn oude vriendengroep lekker gefonduud. Ge-wát? Ja, dat is een lastige spelling voor een heerlijk sociaal-culinair fenomeen. Fonduen is het werkwoord dat we gebruiken voor ‚fondue eten‘. Dit houdt in België en Nederland meestal in dat iedere deelnemer een stukje vlees, vis of ander voedsel op […]

Weiter lesen...