Nederlands

Beobachtungen zur niederländischen Sprache

Archiv der Kategorie 'Etymologie'

Antwerpse handjes

Hier links ziet u Druon Antigoon, de reus (Riese) die Antwerpen – lang voordat ´t stad zo heette – terroriseerde. Hij eiste tol (Gebühren) van de schippers op de Schelde. Konden ze niet betalen, dan hakte hij hun hand af. Deze indrukwekkende kop links werd door Pieter Coecke van Aelst (1502-1550) vervaardigd en is in […]

Weiter lesen...

Schokoladensklaverei

Die Schauspielerin Sofia Vergara hat, so schrieb kürzlich das Algemeen Dagblad, eine snoepverslaving (dt. Süßigkeitensucht). Das Wortfeld der Sklaverei ist im Niederländischen auf kuriose Weise zweigeteilt: Auf der einen Seite steht die historische Bedeutung der Sklaventreiberei oder des Sklavenhandels. Verslaven kann also bedeuten, dass jemand in die Fänge gewalttätiger Unmenschen fällt und von ihnen zu […]

Weiter lesen...

Katten spinnen

Katten en spinnen hebben meer met elkaar te maken dan u denkt. Deze diersoorten hebben allebei poten, zoals we al in een eerdere bijdrage hebben gezien. Ik wil het deze keer niet over anatomie hebben, maar wel over het werkwoord spinnen. Dat is in het Nederlands namelijk op spinnen én op katten van toepassing. „De […]

Weiter lesen...

Nondeju, dat is Frans!

Van deze bijdrage is er een voorgelezen versie: Niet dat ik graag of veel vloek… maar zo af en toe ontsnapt er toch een krachtterm aan mijn lippen. En omdat de godslastering schijnbaar ontbreekt en ik uit het zuiden kom, is dat: nondeju of korter tju. Schijnbaar, want dit woord, dat overigens ook verbazing (Staunen) […]

Weiter lesen...

Een woord reist op de vleugels van een vervelende vlieg

De Nederlandse taal heeft een nieuw woord: chikungunya. Al gehoord? Eigenlijk is het niet splinternieuw, de Van Dale heeft het al in 2006 opgenomen. Maar nu blijkt het woord in het Nederlandstalige gebied toch iets belangrijker te worden. Chikungunya is een tropische ziekte die in de jaren 1950 voor het eerst in Oost-Afrika ontdekt is […]

Weiter lesen...

Kapotje

Een Duitse vriend was stomverbaasd toen hij in de Nederlandse ondertiteling bij een film ‚kapotje‚ zag staan toen de sprekers het over een condoom hadden. „Gekke Nederlanders! Je wilt toch juist niét dat het kapot gaat?“, was zijn redenering. Ik kon hem geen ongelijk geven. Dat moeten we dus even uitzoeken. Kapotje voor ‚condoom‘ behoort […]

Weiter lesen...

Pleite

Duitse titel? Nederlandse titel? Van eind juli tot midden oktober zijn er in Berlijn geen colleges: dat is de collegevrije periode. Het wetenschappelijk personeel kan in deze periode vakantiedagen opnemen. Er is dus altijd wel een collega pleite (weg, ervandoor) en daarom wordt er ook onregelmatig voor het blog geschreven. Een blik op etymologiebank.nl leert […]

Weiter lesen...

Eine Hauptstadt nassauert

Das deutsche Verb nassauern dürfte im Sprachgebrauch eher auf dem absteigenden Ast sein (op zijn retour zijn – im Niederländischen ohne Pflanzenbezug). Dem etymologischen Wörterbuch zufolge geht nassauern zurück auf nass, aber nicht etwa im Sinne von feucht. Früher hatte nass auch die Bedeutung von „arm, ohne Geld, umsonst“, so sagt es der Kluge und […]

Weiter lesen...

Mazzeltof

Woorden met „mazzel“ (geluk) komen alleen in Nederland voor…, schreef mijn collega in het derde commentaar op haar blogpost. Dat verbaasde me zodanig dat ik een klein onderzoekje startte. Daarbij heb ik de wikipedialijst van Jiddische woorden aan een (klein) aantal Belgen en Nederlanders voorgelegd met de vraag: wat kent u (niet)? Wat kent u […]

Weiter lesen...

Ekster

Een paar dagen geleden zat ik heerlijk op het balkon bij een Nederlandse vriendin die in het groene zuidwesten van Berlijn woont. Terwijl we daar zaten, kwam een roodborstje (Du. Rotkehlchen) nieuwsgierig bij ons kijken. Even later werd het verjaagd door een voorbijvliegende zwart-witte vogel. „Ekster in het Nederlands, Elster in het Duits. Dat moet […]

Weiter lesen...