10. Juni 2014 von Johanna Ridderbeekx

Feestvierende Europeanen (Foto: Tropenmuseum, CC-BY-SA-3.0)
Omdat het zo tropisch heet is (35° in Berlijn)… pootjebaden!
Behalve mensen hebben ook paarden benen. De overige dierenwereld heeft (evenals tafels) poten. Maar hangen we achter poot zo’n verzachtende diminutiefuitgang, dan wordt bijvoorbeeld pootjebaden (alleen met de voeten in/door het water gaan) een menselijke activiteit.
Tags: der menschliche Körper, Diminutiv, Wasser
Kategorie Wortschatz | 2 Kommentare »
8. Juni 2014 von Johanna Ridderbeekx
– Hoe heette die rijkscommissaris ook alweer? Seyss huppeldepup … Inquart.
– En die eh, nou ja die dinges, die van de NSB… Mussert.
In het Duits: die Herren Dingsbums und Sowieso.

Platenspeler / Grammofoon – in kast (Foto: Henk Obee, CC-BY-SA-3.0,2.5,2.0,1.0)
Van oudere datum (in ongebruik geraakt?) is de Duitse uitdrukking Dingsda. Daar kwam een zingende neef vandaan (der Vetter aus Dingsda); die was 7 jaar in het verre Batavia (tegenwoordig: Jakarta, hoofdstad van Indonesië).
– En dat zingende duo, Johnnie en je-weet-wel… Jones?
Johnnie en Jones zongen ook – tot 1941; daarna mochten (durften) ze in het openbaar niet meer optreden.
Hun vrolijkste lied is Meneer Dinges weet niet wat swing is. Hun bitterste lied: Westerborkserenade.
Nol van Wesel (Johnny) en Max Kannewasser (Jones) hebben de concentratiekampen niet overleefd.
Tags: Kultur
Kategorie Sprachvergleich, Wortschatz | Kommentare deaktiviert für Dinges, huppeldepup en je-weet-wel
7. Juni 2014 von Johanna Ridderbeekx
Adjektive mit -ziek: ein schönes Wortbildungsmuster, für das wir im Deutschen kein direktes Äquivalent haben, schreef collega Matthias Hüning. Nou, hetzelfde geldt voor woordvorming met –neef (Neffe, Cousin, Vetter).

Collage Nederlandse verkeersborden (Foto: Bouwe Brouwer, PD-self)
De regelneef werd in 1977 bedacht door Van Kooten en De Bie. Het is iemand (en wie heeft zo’n type niet in zijn kennissenkring?) die niet zozeer van regels houdt maar van Regelen (met een hoofdletter). Wat zich maar aan onze controle onttrekt, moet geregeld – tot de golven bij eb en vloed aan toe.
Zo iemand dus!
Korte tijd later (als ik me goed herinner) verscheen de geilneef op het toneel. Uitleg overbodig, neem ik aan.
Een -neef is dus iemand die in verhevigde of overdreven – om niet te zeggen pathologische – mate iets doet of van iets houdt. Een regelneef is met grote waarschijnlijkheid ook regelziek!
Ik heb eens gegoogeld en stel vast dat het woordvormingsprocedé met -neef zijn weg in de Nederlandse taal heeft gevonden. Zo vond ik een roddelneef, een vleesneef, een schaats- en fietsneef, een vergaderneef, een leesneef, ja zelfs een schlagerneef (28-12-2004) uit Duitsland!
Tot zover. Heb nog een afspraakje met neef Henk!
Kategorie Niederlande, Wortbildung, Wortschatz | 6 Kommentare »
6. Juni 2014 von Janneke Diepeveen

Donald Duck – Figur im Eingangsbereich des Ehapa-Verlags Leinfelden-Echterdingen (Foto: Karlo, CC-BY-SA 2.0/de)
Groot nieuws: er wordt gefluisterd dat Donald Duck gaat trouwen met Katrien (Du. Daisy Duck) – zie nrc.nl en dit persbericht. Hij is al heel lang verliefd op haar. Nu vraagt iedereen zich af wat er gebeurt met Kwik, Kwek en Kwak (Du. Tick, Trick und Track). Blijft de drieling straks bij oom (Du. Onkel) Donald en tante Katrien in Duckstad wonen? Kwik, Kwek en Kwak zijn de zoontjes van Donalds tweelingzus en hij zorgt al jarenlang voor ze (Wikipedia). De drie zijn dus Donalds neefjes (Du. Neffen).
Het woord neef is van Germaanse oorsprong en het was een ruime term voor allerlei mannelijke bloedverwanten. In het Nederlands zijn er vandaag twee verwantschapsrelaties overgebleven die met neef worden benoemd: ‚zoon van broer/zus‘ en ‚zoon van oom/tante‘. In het Duits daarentegen heeft Neffe een specifiekere betekenis en verwijst het alleen naar ‚zoon van broer/zus‘. Hetzelfde geldt overigens voor het Duitse woord Nichte (‚dochter van broer/zus‘) dat specifieker is dan de Nederlandse term nicht (‚dochter van broer/zus‘; ‚dochter van oom/tante‘). Overigens is nicht ook een informele benaming voor een mannelijke homoseksueel, maar dat is een ander onderwerp.
Oudere Duitse woorden om te verwijzen naar ‚zoon/dochter van oom/tante‘ zijn respectievelijk Vetter en Base. Het woord Vetter verwees in vroegere taalfases naar ‚vaders broer‘ en ‚zoon van broer‘, maar het heeft een betekenisverandering ondergaan naar ‚zoon van oom/tante‘. De gangbare Duitse benamingen Cousin en Cousine zijn ontleend aan het Frans aan het eind van de 17de eeuw. Sindsdien wordt Vetter minder gebruikt en Base bijna helemaal niet meer. Er zijn geen Nederlandse equivalenten, behalve dan het regionaal gebruikte woord kozijn (België, spreektaal; meervoud kozijns) voor ‚zoon van oom/tante‘. Regionaal wordt dus, net als in het Duits, een onderscheid gemaakt tussen kozijn (Du. Cousin) en neef (Du. Neffe). Nederlanders kijken raar op als ze dit horen: voor hen is een kozijn het raamwerk om een venster (Du. Fensterrahmen).
Over verwantschapsnamen (kinship terminology) zal ik binnenkort nog meer vertellen (zie ook Diepeveen 2003). Als u interesse hebt in de verwanten van Donald Duck, dan kunt u zijn stamboom bekijken (beweeg de muiscursor naar de eend in kwestie en er verschijnt uitleg).
Tags: Kinship
Kategorie Sprachvergleich, Sprachwandel, Wortschatz | 2 Kommentare »
5. Juni 2014 von Johanna Ridderbeekx
Ik heb al eens eerder iets over verkleinwoorden (Diminutive) geschreven. Ook mijn collega Janneke Diepeveen heeft zich daarover uitgelaten.
In het Algemeen Nederlands zijn de uitgangen voor het diminutief (afhankelijk van de (mede)klinker die aan de uitgang voorafgaat): -je, -tje, -pje, -kje, -etje.
Het Brabants (denk aan het Brusselse manneke dat als mannequin internationaal carrière heeft gemaakt) en het Limburgs dialect kennen de diminutiefuitgang -ke (verwant uiteraard aan het Duitse -chen), die ook wel in het overige taalgebied voorkomt. Een trouwe lezer wees op de Roermondse schaakvereniging „t Pionneke“ (een pion is in het schaakspel: Bauer). Limburgers spreken van een huuske (huisje), een teske koffie, een ieske (ijsje), en een uiteke (autootje).
Maar we kennen ook nog die informele, eerder Noord-Nederlandse uitgang -ie.
Om met de nationale volksdrank te beginnen: een bakkie of een koppie koffie. Zijn liefie heeft een een mooi rokkie aan. Heel gebruikelijk maar enigszins afwijkend is het jochie (jongetje) dat een stickie staat te roken terwijl zijn meissie hockey met een stokkie speelt.

Spons en krijtjes op de Werkplaats Kindergemeenschap in Bilthoven (Foto: Onderwijsgek, CC-BY-SA-3.0)
Het verkleinwoord biedt ook de mogelijkheid niet-telbare woorden telbaar te maken. Krijt is een materie (Kreide) – een krijtje is een Stück Kreide. Het pilsje of biertje is een glas bier. Het chocolaatje een hapklaar stukje chocolade; het speculaasje een stukkie speculaas. Zin in een ijsje?
En er zijn verkleinwoorden die een geheel nieuwe betekenis krijgen: het bloemetje kan een bloempje zijn maar betekent tevens: een bos bloemen. Een telefoontje is geen kleine telefoon maar een Anruf.
Zo, nu heb ik eventjes genoeg van diminutieven. Ik denk dat ik nog een ommetje (wandelingetje) maak en tegen vijven ga ik gezellig een borrel drinken bij de Diepeveentjes (familie Diepeveen).
Ik wed dat u het nu ook zat bent…
Tags: Diminutiv
Kategorie Sprachvariation, Sprachvergleich, Wortbildung, Wortschatz | Kommentare deaktiviert für Blogje? – Bloggetje?
4. Juni 2014 von Truus De Wilde

Nederland en Vlaanderen (Foto: BDijkstra, PD)
Wij hameren er bij de studenten op, en leggen er in ons wetenschappelijk werk de nadruk op, dat niet elke onbekende vorm een fout is. Heel vaak gaat het om een variant, die bijvoorbeeld enkel in Nederland, of enkel in Vlaanderen bekend is. Bij ons is het vanzelfsprekend om de verscheidenheid van het Nederlands te thematiseren.
Dat gebeurt op veel verschillende manieren. Bijna evident is het dat de gevorderde studenten in taalwetenschappelijke colleges de ontwikkeling van en variatie in het Nederlands leren kennen, duiden en analyseren (college Variation und Wandel im Niederländischen). Dat ik, als Belgische medewerker, insta voor dit college, mag een mooie illustratie daarvan zijn. Bovendien zijn we ervan overtuigd dat ook de studenten in de taalverwervingscolleges vanaf het prilste begin mogen en zelfs moeten geconfronteerd worden met alle mogelijke vormen van Nederlands. Uiteraard gaat het daarbij niet om een actief beheersen, wel om het passieve verstaan, om de receptieve vaardigheden.
Ook daarom werken we intensief mee aan het project Dutch++, dat als bedoeling heeft om het thema Variatie in het Nederlands op een aangename, snelle en digitale manier makkelijk te integreren in het onderwijs. Binnen dit project, dat gefinancierd wordt door de Europese Unie en gecoördineerd door de Universität Wien, wordt een website ontwikkeld waarop docenten en studenten informatie rond het thema variatie kunnen vinden, geïllustreerd met geluids- en beeldfragmenten. Er zal ook een unieke module met (variatie)oefeningen worden aangeboden.
Maakt u zich geen zorgen, het gaat er niet om dat de studenten actief allerlei variëteiten kunnen beheersen, nabootsen of gebruiken. Wel belangrijk vinden wij dat de studenten niet alleen „Nederlands uit de boekjes“ kennen. Toch zijn ook docenten, ik durf te zeggen, zélfs docenten, beperkt in de variatie die ze kunnen aanbieden: ze komen uit een bepaalde regio, hebben een bepaalde leeftijd en sociale achtergrond, hebben een bepaalde realisatie van de r en de g enzovoort. De website van Dutch++ wil een tool bieden om variatie in de klas te brengen. Belangrijk is zowel de kennis over variatie te vergroten als de houding tegenover variatie te thematiseren. We werken momenteel nog volop aan de Dutch++-website en we brengen u uiteraard op de hoogte als ze klaar is!
Voor alle taalgebruikers, zowel uit het dominante gebied als het niet-dominante, zou in een ideaal geval de reactie op onbekende vormen moeten zijn: „Is dit een vorm van variatie?“ Pas op de tweede plaats is de vraag naar een fout legitiem. Meer weten? Collega’s Matthias Hüning en Janneke Diepeveen publiceerden erover in Ons Erfdeel.
Tags: Belgien
Kategorie Niederlande, Sprachvariation | Kommentare deaktiviert für Is dit correct Nederlands? – deel 4 (slot)
3. Juni 2014 von Janneke Diepeveen
Gelukkig heb ik me niet verslapen en was ik mooi op tijd voor mijn vlucht naar Kopenhagen. Van daar uit nam ik de trein over de Sont (Du. Öresund). Sinds 2000 is er namelijk een ongeveer 9000 meter lange brug over deze zeestraat (Du. Meerenge) tussen het Deense eiland Seeland en het Zuid-Zweedse landschap Skåne (Du. Schonen; in het Nederlands is de naam Schonen verouderd, zie Wikipedia). Deze prachtige brug wordt in het Nederlands Sontbrug genoemd.

Sontbrug of Øresundsbron (Foto: Jorchr, CC BY-SA 3.0)
In de Sontregio zelf gebruikt men de naam Øresundsbron. Dit is een samentrekking van het Deense woord Øresundsbroen en het Zweedse Öresundsbron. Een dergelijke samentrekking wordt porte-manteauwoord of blend genoemd (Du. ook Kofferwort). In een blend worden twee woordelementen (in bovenstaand geval zelfs uit twee verschillende talen) mét hun betekenissen gecombineerd in een nieuw woord. Dit procedé om nieuwe woorden te vormen wordt in de taalkunde blending genoemd. Voorbeelden uit het Engels zijn blog, een samentrekking van de woorden web en log, en brunch, een samentrekking van de woorden breakfast (ontbijt) en lunch. Duitse voorbeelden zijn jein (ja + nein), Denglisch (Deutsch + Englisch) en teuro (teuer + Euro). Nederlandse woorden gevormd door blending zijn bijvoorbeeld botel (boot + hotel, Du. Hotelboot) en vechtscheiding (vechten + echtscheiding, Du. Scheidungskrieg). Blending is populair in merknamen en er wordt creatief mee omgegaan. Vorig jaar werd in België het bedrijf Solucious opgericht, een samentrekking uit de Engelse woorden solutions (oplossingen) en delicious (heerlijk) (Het Laatste Nieuws).
Personen die vaak ultrakorte (plezier)reisjes met een goedkope luchtvaartmaatschappij maken, behoren tot de Easyjetset (Easyjet (Britse lowbudgetluchtvaartmaatschappij) + jetset). Als je geluk hebt, wordt je reisje zelfs verlengd dankzij een drie uur durende vertraging. Dit heb ik zondagnacht mogen beleven op de luchthaven van Kopenhagen. Toegegeven: onder de sterrenhemel is de Sontbrug bijna nog mooier.
Kategorie Sprachvergleich, Wortbildung, Wortschatz | Kommentare deaktiviert für De Sontbrug
2. Juni 2014 von Johanna Ridderbeekx
Herinnert u zich het portret van die jongen van slavenhandelaar Bicker nog? Die met die bolle toet (pausbäckiges Gesicht)? Over toet / toetje in de betekenis van gezicht wil ik het vandaag niet hebben.
Vanavond eten we andijviestamppot met caramelvla toe. Vla is de zogenaamde toespijs, meestal aangeduid met het woord toetje of formeler: dessert.

A Wild Palulu flower in the Surinam Rainforrest, Kabalebo Suriname (Foto: GJ Bulte, CC-BY-SA-3.0)
In een papieren exemplaar van de Volkskrant las ik in de rubriek Koken een recept van de Surinaams-Nederlandse kok Ramon Beuk: Eénvolkstoetje. Let op het accent! Het gaat hier niet om een vólkstoetje zoals vanille- of caramelvla. Het gaat om het dessert van één volk, in het Sranantongo: wan pipel.
In dit toetje combineert Ramon Beuk lekkers uit de Hindoestaanse, de Javaanse, de Chinese en de Creoolse keuken met een toefje (Tupfen) Nederlands ijs (sic) en strooit daar verkruimelde chocobrownies met amandelpoeder overheen: de aarde van Suriname, die van oudsher aan de indianen toebehoort.
Dat al deze verschillende bevolkingsgroepen aan de Commewijne, Corantijn, Marowijne, Saramacca en Surinamerivier leven heeft alles te maken met de slavenhandel (de Bickertjes c.s.) en zijn gevolgen. Of ze met z’n allen daadwerkelijk één volk vormen, daarover lopen de meningen uiteen.
Dit recept is uiteraard ook een hommage aan Pim de la Parra, een symbolisch bloemetje (en toetje) voor de regisseur van de eerste Surinaamse speelfilm Wan Pipel. Hier een trailer.
Tags: Diminutiv, kulinarisch, Kultur
Kategorie Niederlande, Sprachvergleich, Suriname, Wortschatz | Kommentare deaktiviert für Eénvolkstoetje
30. Mai 2014 von Johanna Ridderbeekx
Collega Truus de Wilde heeft volkomen gelijk als ze zegt dat ik geïrriteerd was omdat ik de 3 uitdrukkingen niet kende. Deze zinnen zaten bovendien zo dicht tegen het Nederlands aan dat ik me niet kon voorstellen dat het échte Vlaamse varianten waren – ook in dat opzicht heeft ze volkomen gelijk. Zeer waarschijnlijk speelde mijn afkomst uit het zogenaamde dominante taalgebied me parten.
Ik kan me echter nog goed herinneren dat ik voor het eerst las dat een reporter „van zijn melk was“, dat er een professor „uit de lucht viel“ (hier) en dat ik las over een „schepen van erediensten“. Daar had ik veel schik in, dat deed me plezier. Ik heb de betreffende schepen (Beigeordnete) zelfs een e-mail geschreven met de vraag wat hij nou precies doet voor de kost.

Nederland en Vlaanderen (Foto: BDijkstra, PD)
Er zijn tientallen andere uitdrukkingen die ik inmiddels zo vaak gehoord of gelezen heb (goesting, kuisen, op een boogscheut afstand) dat ze geen enkele emotie meer losmaken, hooguit: Ha! Een zuiderbuur.
In de Volkskrant las ik ooit een artikeltje, vergeten waarover maar het werkwoord toekomen kwam erin voor. Reactie: Kijk eens aan, er werkt een Belg bij de Volkskrant. Toen een collega enkele uren later ditzelfde artikel aanklikte was toekomen vervangen door aankomen. Dat fascineert me!
Heel leuk vind ik ook dat studenten deze verschillen na verloop van tijd ontdekken. Na de winterpauze kwam een studente terug uit Leuven (daar had ze gebabysit) en vanzelfsprekend rolden er woorden als gsm, kot, pintje en dergelijke uit haar mond. Dat mag! Dat is voor mij een mooie gelegenheid om iets over variatie te vertellen.
Natuurlijk is het een niet beter of slechter dan het ander. Om de drie uitdrukkingen waarover we het hier hebben, lach ik inmiddels: een en ander heeft in elk geval tot een reeks blogs geleid.
En toch loopt er ergens een grens. Zich verwachten aan of iets aan de prijs verkopen is fout. Punt uit! (Schluss!)
Het blijft irritant wanneer een Belg in een formele situatie zijn tussentaal niet even opzij kan zetten voor een algemener Nederlands. Hetzelfde gevoel bekruipt me trouwens wanneer een landgenoot niet bereid (of in staat) is in een formele gesprekssituatie regionale en/of andere bijzondere taalkenmerken achterwege te laten.
Daar wordt toch onderzoek naar gedaan?
Wordt vervolgd…
Tags: Belgien
Kategorie Niederlande, Sprachvariation | Kommentare deaktiviert für Is dit correct Nederlands – deel 3
29. Mai 2014 von Janneke Diepeveen

„Auf dem Ofen“ door Albert Anker (Upload: Parpan05, PD)
Op 25 mei stonden de kiezers bij het plaatselijke kiesbureau in het Belgische Kortrijk voor een gesloten deur. De reden was, volgens deredactie – Livecenter, dat „de voorzitter zich had overslapen“ (Du. verschlafen). Pas om 10 uur kwam hij opdagen en kon het stembureau eindelijk opengaan.
Zich overslapen? Is dit correct Nederlands? Van Dale rekent dit werkwoord tot de Belgisch-Nederlandse spreektaal. In geschreven Nederlands en in de oren van Nederlanders is alleen zich verslapen correct. Op de website van een beddenfabrikant kunt u lezen hoe vaak mensen zich gemiddeld verslapen. Wel interessant dat mannen zich vaker verslapen dan vrouwen, alleenstaanden vaker dan mensen met een partner en rugslapers vaker dan buikslapers. Te laat naar bed gaan is logischerwijs één van de frequentste oorzaken.
Ik hoop dat ik me morgenochtend niet verslaap, want ik zou mijn vlucht naar Kopenhagen niet willen missen. Aangezien ik een vrouw met partner ben en meestal op mijn buik slaap, is de kans gelukkig klein. Nu alleen nog op tijd naar bed gaan en twee wekkers zetten.
Tags: Belgien
Kategorie Sprachvariation, Wortschatz | Kommentare deaktiviert für Overslapen